National Geographic NL op bezoek bij minor Fotojournalistiek: ‘Dit helpt mij als aspirant-fotojournalist om anders te kijken naar de beelden die ik schiet’
De studenten van de minor Fotojournalistiek kregen woensdag 11 december een uniek kijkje in de journalistieke keuken van wetenschapstijdschrift National Geographic. Managing editor Robbert Vermue en vormgever Samantha Simon verzorgden een twee-uur durende gastles op de Heidelberglaan 15. De studenten vroegen de deskundigen het hemd van het lijf.
Vormgever Samantha Simon (links) en managing editor Robbert Vermue (rechts) geven de studenten tips..
Foto: Ben Krewinkel
‘Kijk, als er een groen streepje onder de foto staat, denk ik: Wauw. Bij een geel streepje weet ik nog niet zeker of ik ‘m wil gebruiken’, legt vormgever Samantha Simon uit aan de nieuwsgierige groep fotojournalisten-in-spe. Op het digibord verschijnt een verzameling foto’s. De fotograaf, Cynthia Boll, bracht in verschillende situaties de gevolgen van de bodemverzakking in het Zuid-Hollandse Gouda in beeld. Simon neemt de studenten fotojournalistiek kort mee in het uitzoeken van de foto’s en het samenstellen van de reportage. Uit een collectie van 360 foto’s moet ze de negen beste selecteren. Aandachtig kijken de studenten met haar mee.
De gastles van National Geographic past perfect in het programma van de minor: ‘Omdat het tijdschrift zo op fotojournalistiek is gericht, kunnen we de studenten echt een concreet beeld geven van het werkveld’, vertelt fotografiedocent Gert-Jan Peddemors enthousiast. ‘Studenten krijgen zo tips en ervaringen mee van professionals, ook dat maakt indruk.’
Leerlingen nemen een kijkje in de magazines. Foto: Ben Krewinkel
Vol met vragen
Hoeveel creatieve vrijheid heb je eigenlijk bij het samenstellen van het tijdschrift? Hoe ziet de redactie eruit? Waar kijken jullie naar bij het beoordelen van een nieuwe fotograaf? Gedurende de les nemen de afgevaardigden van de Nederlandse tak van het wetenschappelijke tijdschrift rustig de tijd om alle vragen van de studenten te beantwoorden. Niet alleen praktische vragen over fotografie komen langs, ook de rol van het moederbedrijf in de Verenigde Staten komt herhaaldelijk aan bod.
De redactie aan de andere kant van de Atlantische Oceaan mag namelijk altijd nog een laatste hand leggen aan het magazine voordat het in Nederland verschijnt. En dat levert zo nu en dan interessante discussies op. ‘In Nederland zijn we wat meer recht door zee. We zeggen veel dingen gewoon tegen elkaar. In Amerika ligt dat wat anders’, legt Vermue uit. Zo keken de redacteuren in de VS toch een beetje raar op toen een verhaal over het homo-eiland van voormalig Italiaanse dictator Benito Mussolini kopte: Il Dulces (Mussolini’s bijnaam, red) homo-eiland. Lachend vertelt beeldredacteur Simon: ‘Mijn Amerikaanse collega mailde mij en schreef: Sam, what is this title? Are you sure?’
De juiste ingrediënten
Naast al hun eigen praktijkervaringen geven Vermue en Simon de studenten een aantal belangrijke tips mee voor het maken van een originele fotoreportage. Een variërend palet aan afbeeldingen, genoeg “vlees” aan de foto – fotografentaal voor het maken van een hele ruime foto – en het kiezen van een goed coverbeeld, zijn volgens hen dé ingrediënten voor een perfecte reportage. En daar kunnen de studenten wel wat mee. ‘Vooral de tips waar een goede foto aan moet voldoen, vond ik erg waardevol’, zegt vierdejaarsstudent Madelief Siebelhoff, ze moet alle informatie nog goed op zich laten inwerken. ‘Dit helpt mij als aspirant-fotojournalist om weer eens anders te kijken naar het volgende beeld dat ik schiet.’
Rembrandtplein
De docenten van de minor hopen door deze gastles hun studenten ook te motiveren om aan het einde van het semester hun werk op te sturen naar een fotografieplatform als National Geographic. ‘Soms kun je een ‘schoolproductie’ ook gewoon bij grotere media aanbieden’, benadrukt Gert-Jan Peddemors. Hij maakte het zelf mee bij een student die een fotoreportage over Travestieten maakte. ‘Toen was het Pride en zag ik opeens zijn foto’s op het Rembrandtplein in Amsterdam hangen.’ Volgens Peddemors moeten de studenten dus één ding in hun oren knopen: ‘Zeg nooit: het is maar voor een schoolprojectje. Voor je het weet, hang je op het Rembrandtplein.’