Met camera en missie naar Oekraïne
Niet de droom om als buitenlandcorrespondent te werken, maar juist uitdaging hiervan deed Else Talsma kiezen voor de specialisatie Cross-Border Journalism. Die uitdaging vond de vierdejaars student journalistiek letterlijk over de grens. Voor een minidocumentaire reisde ze met een vrachtwagen vol hulpgoederen naar Oekraïne.

Else met vrachtwagenchauffeur Jelle Foto: Else Talsma
‘Ik had mezelf aan het begin van het jaar voorgenomen dat ik alles moest doen wat ik spannend vond,’ vertelt Else. ‘Als ik iets eng vond, moest ik het juist aangaan. Toen kwam deze mogelijkheid voorbij. Ik twijfelde, maar niet voor lang.’
Via de beste vriend van haar vader hoorde Else over de Friese Rijders. Dat is een groep vrijwilligers die sinds het begin van de oorlog in Oekraïne wekelijks hulpgoederen brengt, vanaf Else haar geboorteplaats in Friesland. De man vertelde haar dat er binnenkort weer een rit op de planning stond, waarna Else vroeg of ze mee mocht. Toen verliep het in sneltreinvaart: ‘Ik zat letterlijk nog in een college toen ik hoorde dat ik de week erop al mee kon. Thuisgekomen was het eigenlijk al geregeld.’
Alleen met de camera in de cabine
De rit duurde in totaal vijf dagen. Tweeënhalve dag heen, een dag in Oekraïne en vervolgens weer tweeënhalve dag terug. Tijdens de hele reis zat Else in de cabine van de vrachtwagen. ‘We sliepen ook in de vrachtwagen, je bent dan constant onderweg.’
Voor haar minidocumentaire deed ze alles zelf. Ze filmde, deed het geluid, regisseerde en monteerde. ‘Het was fysiek zwaar, maar vooral mentaal vermoeiend. Je zit in een compleet andere wereld en tegelijkertijd probeer je professioneel en alert te blijven.’
In Friese Rijders staat Jelle centraal, de brandweerman met wie Else meereed. De film gaat over mensen die de stap zetten om zelf hulp te bieden. ‘Veel mensen vinden de oorlog verschrikkelijk, maar er zijn maar weinig mensen die echt de vrachtwagen instappen om spullen te brengen.’ Else vond het belangrijk om dat verhaal te vertellen: ‘Wat beweegt iemand om week na week af te reizen naar een oorlogsgebied?’
Het normale leven in oorlogstijd
De afleverlocatie lag in Ternopil, op ongeveer tweeënhalf uur rijden van de Poolse grens. Het was geen gebied aan het front, maar de oorlog was overal merkbaar. ‘In de ochtend zaten we in een hotel te ontbijten, naast een tafel vol soldaten. Op een tankstation zag ik een reclameposter met een soldaat erop, waardoor je steeds aan de oorlog herinnerd werd.’
Het contrast tussen het dagelijkse leven en de oorlogsdreiging vond ze verwarrend. ‘Er waren momenten dat het gezellig was, bijna ontspannen. We lunchten met mensen van de distributiepost die spullen kwamen ophalen en dan ineens ging het over een zoon die aan het front zit.’ Ze concludeert dat ze dit schakelen tussen lichte en zware onderwerpen in een korte tijd best heftig vond.
Cultuurverschillen op de werkvloer
Als jonge vrouw in een leidinggevende rol merkte Else dat het werken in Oekraïne op bepaalde vlakken verschilde van hoe ze het in Nederland gewend was. ‘In Nederland zeg je gewoon wat je wil, maar daar is men gewend dat vrouwen geholpen worden zonder dat ze het expliciet vragen.’ Ze illustreert dit met een voorbeeld: ‘Ik was bezig met een shot en benoemde dat een auto in beeld stond. Zonder dat ik echt vroeg of die weg kon, werd de auto meteen weggehaald terwijl dat eigenlijk niet mijn bedoeling was.’ Ze vond het lastig dat haar opmerkingen zo snel werden opgevat als instructies, juist, omdat ze leidinggaf. ‘Dat maakte het soms ingewikkeld: ik wilde regisseren, maar niet per se alles direct laten uitvoeren zonder overleg.’
De taalbarrière was ook een uitdaging. Veel mensen spraken geen Engels, dus Else werkte met een tolk. ‘Dat vraagt extra voorbereiding, omdat je alles via iemand anders moet communiceren. Je moet wachten tot je boodschap is vertaald én tot het antwoord weer terugkomt. Dat vergt geduld, vooral als je snel wilt schakelen op de set.’ Ondanks die afstand in communicatie, merkte ze hoe open en bereidwillig mensen waren om hun verhalen te delen. ‘Juist door die openheid voelde het contact uiteindelijk heel persoonlijk, ook al verliep het via een tolk.’
Meegenomen inzichten
Wat haar het meest is bijgebleven? De mensen. ‘Dan was er Vlad, een jonge man uit Amerika met Oekraïense roots. Hij was een jaar naar Oekraïne verhuisd om te helpen op de distributiepunten en ik vond dat zo indrukwekkend. Dat iemand van mijn leeftijd dat doet, daar heb ik veel bewondering voor.’
Ze zag ook een ander beeld van de oorlog dan ze kende uit het nieuws. ‘Oorlog is niet alleen verwoesting en puin. Het is ook stilte, wachten, kleine momenten van menselijkheid. Dat vond ik misschien wel het meest aangrijpend. Alles gaat door, ook in oorlogstijd. Mensen proberen hun leven zo normaal mogelijk te houden. Dat maakt het des te schrijnender.’
Advies voor andere studenten
Aan andere studenten die overwegen om een Cross-Border-project te doen, geeft Else een helder advies. ‘Ga. Maar bereid je goed voor. Zorg dat je weet met wie je gaat praten, bouw vooraf contact op en neem de tijd om je te verdiepen in de cultuur.’ Ook is het handiger om samen te werken. ‘Het maakt alles dragelijker. Je kunt overleggen, reflecteren en elkaar scherp houden.’
Met haar productie leverde Else een indrukwekkend portret af van stille helden aan de Europese randen. Vijf dagen lang werkte ze alleen: filmen, regisseren, interviewen. ‘Het was zwaar, maar ik heb het geflikt. Helemaal in mijn eentje.’ Ook licht ze een tip van de sluier op: ‘Ik heb zoveel materiaal verzameld dat ik waarschijnlijk nog een langere versie ga maken, misschien zelfs in samenwerking met een omroep. Daar lopen nu gesprekken over.’
Daarnaast komt ze binnenkort met haar tweede minidocumentaire, maar dan in Servië. Benieuwd wat haar verhaal hierover is? Houd de website van SvJ Media in de gaten!