Techniekinstructeurs werken wel 28% harder dan vorig jaar
Waar onze technische hulp vorig jaar nog bestond uit acht man, zijn dit er nu nog maar zes. Hun werk is – los van de vermindering aan eerstejaarsklassen – niet minder geworden. ‘Vroeger werkten we met z’n allen 32 dagen per week, en dat zijn er nu nog maar 23. We werken in theorie dus 28% harder’, legt instructeur Ronald Broekhuizen uit.

Ronald Broekhuizen en Ewald van Es spreken in dit artikel namens het hele techniekteam; samen met Danny van Golde, Twan Verstegen, Ton Henkes en Wouter Hoes vangen zij nu al het werk op.
Ronald: ‘Voor de workshops, doorloopjes en uitzendingen is echt nog wel tijd, alleen de agenda’s zitten voller. Daardoor is er veel minder ruimte voor ad-hoc zaken, zoals studenten die hier even langslopen. Zonde, want dit is juist iets wat we graag doen en waar de studenten het meeste van leren. Ze komen met een concrete vraag en wij kunnen die beantwoorden aan de hand van hun eigen materiaal.’
Ewald: ‘Dat daar geen tijd meer voor is, merk ik aan de hoeveelheid appjes van studenten die ik binnenkrijg. Het betekent dat ze die dag voor een dichte deur hebben gestaan, en het dan maar via een andere weg proberen. Zeker op woensdag en donderdag, de dagen van de doorloopjes, zit hier vaak niemand. Op die berichtjes kan ik nu pas ’s avonds antwoord geven, en ook dat lukt niet altijd via een screenshot. Bovendien ben ik er dan dus in de avond nog mee bezig.’
Ronald: ‘Ook voor veel onderhoud hebben we geen tijd meer, want dit is het eerste wat bij tijdsnood op de reserveplank belandt. Dat brengt het risico met zich mee dat apparatuur het ineens niet meer doet. Als GO voorbij is, pakken we dit soort dingen op die zijn blijven liggen, maar juist omdat ze zijn blijven liggen, kosten ze dan nog meer tijd.
Onderlinge verdeling
Ronald: ‘Wij hebben niet alle zes dezelfde kennis en expertise, waardoor de ene instructeur veel drukker is dan de ander. Bovendien hadden juist Franck en Tom wel die expertise, waardoor ze taken hadden kunnen overnemen van met name mij en Ewald. De andere instructeurs hebben net een ander vakgebied, waardoor veel werk neerkomt op ons. De tijd om expertise aan elkaar over te dragen is er ook niet.’
Ewald: ‘Twee jaar geleden, tijdens de sollicitaties, hebben we juist gekeken naar wie bepaalde basisvaardigheden al had. Franck en Tom zijn daarop aangenomen, zodat ze door konden groeien. Aan ons werd gevraagd om ze duidelijk te maken dat het om een langdurige arbeidsrelatie zou gaan. Dan zouden we de twee als het ware opleiden en zou die ‘investering’ ons later ten goede komen. Niet dus.’
Plezier in werk
Ewald: ‘Ik probeer extra projecten buiten het curriculum actief op te zoeken. Uit SvJ Live en dat soort projecten haal ik namelijk veel voldoening. Het überhaupt werken met mensen die iets willen leren, vind ik erg leuk. Het eeuwig discussiëren daarentegen niet. We hebben minder uren, dus wat gaan we niet meer doen? Hoe gaan we het indelen? Hoe gaan we om met deze nieuwe ruimte? Die discussies zijn nodig, maar we hebben er geen tijd voor.’
Ronald: ‘Voor de zomer heb ik me weleens afgevraagd of ik hier wel wil blijven werken. Vanwege de werkdruk, vertrokken collega’s op wie ik kon bouwen en leuke projecten waar geen tijd meer voor is. Zo is er helemaal geen tijd meer voor het begeleiden van studenten die podcasts willen opnemen, terwijl dit juist iets is waar ik energie uit haal. Ondanks alles blijft het onderwijs te leuk om hier weg te gaan.’