Hoge werkdruk verklaart het AI-gebruik in de journalistiek niet
Generatieve AI lijkt in razend tempo zijn intrede te doen in de journalistiek. Het beeld dat daarbij vaak wordt geschetst: journalisten grijpen naar AI omdat de werkdruk te hoog is. Maar volgens dr. Hannes Cools, Assistant Professor Human Factor in New Technologies aan de UvA, klopt dat beeld maar ten dele: ‘Het idee dat minder werkdruk leidt tot minder AI-gebruik is een illusie’, zegt hij. ‘Als technologie beschikbaar is, wordt die meestal gebruikt, ongeacht hoe hoog de werkdruk is.’
Foto Hannes Cools Foto: Sander Nieuwenhuys en Bastiaan Heus
Hannes onderzoekt al sinds 2018 hoe journalisten en redacties omgaan met nieuwe technologie. ‘Mijn werk valt uiteen in twee delen’, legt hij uit. ‘Enerzijds kijk ik op redacties hoe journalisten en andere afdelingen met technologie werken. Anderzijds bestudeer ik hoe het publiek naar AI in nieuwscontext kijkt, wat ze verwachten, hoe ze het ervaren en wat het doet met vertrouwen.’
AI wordt vooral gebruikt vanuit efficiëntiedenken
Hoewel tools als ChatGPT vaak worden gezien als antwoord op werkdruk, ziet Hannes een andere drijfveer domineren: een diepgewortelde overtuiging dat werk altijd sneller en efficiënter moet AI werd vroeger niet eens AI genoemd, het heette automatisering’, zegt hij. ‘Sinds modellen zoals ChatGPT is de term overal binnengedrongen, maar het mechanisme blijft hetzelfde: als iets geautomatiseerd kán worden, gebeurt dat vaak. Niet per se omdat journalisten het te druk hebben, maar omdat redacties in een automatiseringslogica denken.’
Dat verklaart volgens hem waarom AI-gebruik niet zomaar daalt als journalisten meer tijd zouden hebben. ‘Zelfs met lagere werkdruk blijven mensen AI gebruiken, gewoon omdat het er is.’
‘We worden babysitters van taalmodellen’
Hannes gebruikt zelf regelmatig AI, maar vooral voor kleine taken. ‘Brainstormen, mails schrijven, dat helpt me om minder tijd te verliezen’, zegt hij. Maar grote tijdswinst tijdens inhoudelijke journalistieke processen? Die ziet hij nauwelijks. ‘Onderzoek laat zien dat gebruikers netto evenveel tijd kwijt zijn, omdat alles gecontroleerd moet worden. We worden babysitters van taalmodellen. Ze klinken heel zelfverzekerd, maar niet alles wat ze maken klopt.’ Dat nuanceert de populaire gedachte dat AI de werkdruk structureel verlaagt. ‘Het kan bepaalde taken versnellen, maar het maakt andere juist ingewikkelder.’
De illusie dat minder werkdruk leidt tot minder AI
Volgens Hannes grijpen veel mediabedrijven te gretig naar nieuwe technologie, zonder eerst te bepalen welk probleem ze willen oplossen. ‘Er wordt te vaak gedacht dat er maar één weg is: méér AI gebruiken. Maar die waarom-vraag wordt nauwelijks gesteld’, zegt hij.
Dat leidt soms tot onrust op de werkvloer. ‘Hoofdredacteuren luisteren naar techbedrijven en besluiten op maandag dat er nieuwe systemen komen’, vertelt Hannes. ‘Maar dat wordt niet altijd geaccepteerd door journalisten. Het creëert ongelijkheid als technologie van bovenaf wordt opgelegd.’ Ook werkdruk met AI kan juist toenemen. ‘Als je eerst drie verhalen moest maken en nu vijf, omdat AI zogenaamd helpt, wordt het een verplichting. Dat is gevaarlijk.’
Wanneer AI wel helpt bij werkdruk
Toch zijn er ook toepassingen vanuit de technologie die redacties wel kunnen ontlasten. Denk bijvoorbeeld aan eigen taalmodellen. ‘DPG Media heeft haar eigen taalmodel ontwikkeld: ChatDPG. Hiermee kunnen ze zien wat ze al eerder over een onderwerp hebben geschreven. Dat helpt bij brainstormen en consistentie.’ Maar AI kan ook handig zijn voor automatische tagging en metadata. ‘Het zijn vaak vervelende taken voor journalisten, maar het is belangrijk voor vindbaarheid. Het is een goede taak voor AI om over te nemen.’ Ook transcriberen is een taak die je gemakkelijk uit handen kan geven aan AI. ‘Niemand vindt transcriberen leuk. AI kan dat echt verlichten. Maar het is wel belangrijk om het transcript zelf terug te lezen én te luisteren. Anders kan je echt nuances missen.
Toch blijft waakzaamheid nodig: ‘Ook bij herschrijven moet je blijven controleren. Het is niet alsof AI wonderen verricht of de werkdruk halveert.’ Hannes benadrukt dat journalistiek altijd een menselijk proces moet blijven. ‘Ik hoop echt dat het menselijk blijft. Maar dat vraagt wel dat redacties niet blind nieuwe technologie implementeren. Vertrouwen van het publiek gaat te voet en komt te paard. Eén fout met AI kan het heel snel laten afkalven.’
Hij verwijst naar onderzoek van de Universiteit van Oxford uit zes landen. ‘Daaruit blijkt dat het publiek nieuwsmedia niet vertrouwt om AI verantwoord te gebruiken. Ze staan op gelijke voet met socialmediabedrijven, dat is problematisch. Zeker omdat journalistiek een maatschappelijk cruciale rol speelt.’
Minder werkdruk betekent niet minder AI
Volgens Hannes moeten redacties af van de aanname dat AI een direct antwoord is op stress of tijdsdruk. ‘Werkdruk speelt een rol, maar het is niet de motor achter AI-gebruik’, zegt hij. ‘Technologie wordt gebruikt omdat ze er is, omdat ze belooft sneller te zijn en omdat organisaties in efficiëntiedenken vastzitten.’
Zijn waarschuwing is helder: Journalistiek moet menselijk blijven. AI kan helpen, maar niet alle problemen oplossen. En als we vergeten waarom we technologie inzetten, verliest de journalistiek haar eigenlijke kern.’