Als beginnend journalist en fact-checkster kreeg ik, binnen dit honoursproject over de Tweede Kamerverkiezingen, de opdracht om uit debatten claims van politici te halen die ik mogelijk zou kunnen fact-checken. Dat bleek ingewikkelder dan ik dacht.
Het eerste debat waar ik naar luisterde om claims te vinden was het onderwijsdebat op 16 februari 2021, georganiseerd door De Balie in Amsterdam. Peter Kwint, zevende op de kieslijst van de SP voor de Tweede Kamerverkiezingen, was één van de deelnemers aan het debat. Kwint heeft al enige ervaring in de politiek en heeft twee studies gedaan, filosofie en politicologie. Binnen de partij zet Kwint zich in voor onderwijs, cultuur en media.
Toen het thema “kinderen en kansenongelijkheid” werd aangesneden, deed Kwint een grote uitspraak. Hij meende namelijk dat er “Geen wetenschappelijk onderzoek is dat bewijst dat Nederland het onderwijs goed heeft ingericht”. Toen hij die opmerking maakte begonnen mijn oren te klapperen. Meteen kwamen er allerlei vragen in mij op. Inhoudelijke vragen als ‘welk onderwijs?’, ‘wat is goed?’, ‘hoezo geen wetenschappelijk onderzoek?’ en ‘welk onderzoek bewijst überhaupt dat het onderwijs goed is ingericht?’. Naast inhoudelijke vragen vroeg ik mij ook gelijk af wat de kiezer hier nou mee moet en wat Kwint probeerde te bereiken met deze uitspraak.
Te veel onduidelijkheden
Ik besloot zijn uitspraak te gaan fact–checken, alleen had ik geen idee hoe ik dat moest doen. Er waren te veel dingen die onduidelijk waren. Daarnaast bleef ik met vragen zitten die ik niet beantwoord kreeg, hierdoor was het researchen lastig. Zoals ik vaker doe bij research begon ik met het zoeken op overkoepelende termen. Termen als ‘wetenschappelijk onderzoek’, ‘goed ingericht onderwijs’ en ‘bewijst’, vulde mijn tabbladen. Na een paar uur zoeken en een aantal wetenschappelijke onderzoeken over onderwijs doorgespit te hebben, besloot ik mij erbij neer te leggen dat deze claim niet te checken is.
Aangezien ik online niks kon vinden dat de claim onderbouwde of weersprak, besloot ik de SP te bellen. Na twee keer doorgestuurd te zijn kreeg ik uiteindelijk het mailadres van Kwint. Ik aarzelde niet en mailde hem met de vraag of hij deze uitspraak kon verduidelijken en kon uitleggen wat hij bedoelde met ‘het onderwijs’ en ‘geen wetenschappelijk onderzoek’. Na een dag kreeg ik een mailtje van Kwint terug. In het mailtje schreef hij het volgende: “Die opmerking ging specifiek over de vroege selectie in ons Nederlandse onderwijs. Al jaren krijgen we die kritiek van onder andere Staat van Onderwijs, de OESO (Education at Glance) en andere toongevende publicaties. Doordat wij een rigide keuzemoment hebben op zeer jonge leeftijd krijg je dus die sjoelbak.” De sjoelbak gebruikte Kwint als metafoor om de vroege selectie op het basisonderwijs te verduidelijken.
Eindelijk contact met de SP
Dankzij het mailtje van Kwint wist ik nu waar hij het over had, maar had ik nog steeds vraagtekens bij de definitie van goed onderwijs en waarom hij zo’n lukrake uitspraak deed. Deze uitspraak week naar mijn mening te ver af van het onderwerp waar Kwint het in de mail over heeft. Als hij daadwerkelijk het onderwerp over vroege keuzes op de basisschool bedoelde, had hij daar echt iets specifieker over moeten zijn tijdens het debat.
Met de uitleg over de uitspraak van Kwint in mijn hoofd ging ik verder met zoeken. Mijn zoektermen verschoven naar ‘vroeg keuzemoment’, ‘basisschoolonderwijs’ en ‘onderzoek’. Net als bij de eerste termen begonnen tabbladen zich te vullen. Ik herhaalde mijn handelingen en dook steeds dieper in de claim. Ik las stukken over brede brugklassen, zoals dat van Eva Doesborgh hier op de site en dat een latere schoolkeuze beter voor de kinderen zou zijn. Helaas kon ik nog steeds niks vinden waarmee ik de uitspraak van Kwint kon checken.
Uiteindelijk heb ik de hoop opgegeven dat ik erachter kon komen wat Kwint nu echt met die uitspraak bedoelde. Mijn zoektermen kwamen niet meer overeen met het oorspronkelijke onderwerp, waardoor ik de rode draad van mijn zoektocht kwijtraakte. Ik trok zelf de conclusie dat sommige uitspraken gewoonweg niet na te trekken zijn. Dat politici waarschijnlijk vaker lukrake uitspraken doen, die eigenlijk nergens op slaan omdat er context ontbreekt of ze de aandacht van het publiek proberen vast te houden
Dit was ook het geval bij Kwint. Ik betrapte mij tijdens het schrijven van deze blogpost erop, dat ik mij te veel heb laten meeslepen in het achterhalen van het doel van de uitspraak, namelijk: verwarring scheppen en aandacht krijgen. Zonder dat ik het door had is dit hem gelukt. Ik heb aandacht besteed aan de uitspraak en raakte er erg verward van, laat staan wat dit met de kiezers doet!