Grotendeels waar: brede brugklassen beste manier om kansen van kinderen te verbeteren

Grotendeels waar: brede brugklassen beste manier om kansen van kinderen te verbeteren

Tijdens het eerste lijsttrekkersdebat in Den Haag werd de vraag gesteld wat er moet gebeuren met  basisschoolleerlingen die vanwege de lockdown een aanzienlijke leerachterstand oplopen. Lijsttrekker Jesse Klaver (GroenLinks) antwoordde hierop dat brede brugklassen in het voortgezet onderwijs de bewezen beste manier is om kansen voor kinderen te vergroten. Hierdoor zouden, volgens Klaver, de huidige achterstanden zo goed als mogelijk kunnen worden ingehaald. Uit deze fact-check blijkt deze uitspraak deels te kloppen.


Vroege en vaak verkeerde selectie

Nederland is, in vergelijking met andere Westerse landen, uitzonderlijk vroeg met het selectiemoment voor het leerniveau van jonge kinderen (Adelhart Toorop & Werner, 2015). Dit is vooral negatief voor achterstandsleerlingen, kinderen met een lagere sociaaleconomische achtergrond en laatbloeiers. Daarnaast blijkt uit een recente analyse van de NOS (13 feb. 2021) één op de drie derdeklassers op een ander niveau zit dan de basisschool geadviseerd had. Ruim een kwart van de leerlingen zit bij dit onderzoek op een hoger niveau dan het oorspronkelijke advies.

Soorten brugklassen

Er zijn drie verschillende soorten brugklassen: smalle, homogene klassen met maar één schooltype (bijv. havo); dakpanklassen waarbij twee schooltypen gecombineerd worden (bijv. havo/vwo); en als laatste brede brugklassen waar drie of meer schooltypen worden gecombineerd. Dit kan van vmbo-b tot en met vwo zijn, maar dit zijn meestal combinaties van de vier vmbo-leerwegen, of waar vmbo-t, havo en vwo samen zitten. In alle soorten brugklassen wordt uiteindelijk later in de schoolcarrière een keuze gemaakt voor één schooltype. Bij een dakpan- of brede brugklas wordt de definitieve selectie dus uitgesteld.

Heterogene klassen bieden betere kansen dan homogene

GroenLinks laat in een reactie op onze vragen over de uitspraak van Klaver weten dat dit gebaseerd is op het onderzoeksrapport Effecten van brede brugklassen van Kennisrotonde uit 2015. Hieruit blijkt dat een klas met meer dan één leerweg kinderen de beste kansen geeft om te komen bij het niveau dat past bij hun capaciteiten. Want, schrijven de onderzoekers, kinderen hebben zo langer de kans om zich te ontplooien en ze kunnen zich eventueel omhoog werken naar een hoger niveau. Volgens Guuske Ledoux, senior onderzoekster bij het Kohnstamm instituut, stromen kinderen minder snel op wanneer zij in een klas met maar één leerweg zitten. Zelfs als zij wel de capaciteit hiervoor hebben: “Wanneer je kinderen ‘opsluit’ in één bepaald niveau, zullen zij zich ook naar dit niveau gaan gedragen. Dus als een kind eigenlijk meer kan, laat hij of zij dat vaak niet zien in zo’n klas, omdat het gewoonweg niet van het kind gevraagd wordt.” Daarnaast stelt de Onderwijsraad in dat een vroege selectie in principe geen probleem hoeft te zijn, mits er voldoende doorstroommogelijkheden in het voortgezet onderwijs zijn. Heterogene klassen zijn daarvoor een goede oplossing.

Dakpanklassen leveren beste schoolprestaties op

Heterogene klassen werken dus in principe beter dan homogene klassen. Toch plaatst Kennisrotonde hier een kanttekening bij, het wil namelijk niet zeggen “Hoe breder hoe beter”. Deze onderzoekers stellen dat een zeer brede eerste- of tweedejaars klas, van vmbo tot en met vwo, minder gunstige effecten heeft voor de loopbaan van vmbo-t-, havo- en vwo-leerlingen. Daarnaast schrijft onderwijskundige Theo Wubbels in Trouw dat leerlingen die al op het hoogste niveau presteren (vwo) zich minder goed ontwikkelen als zij in een groep met laag presterende kinderen zitten. Ledoux sluit zich aan bij Wubbels, maar vertelt daarbij wel het volgende: “Deze leerlingen worden het meest uitgedaagd wanneer ze in een klas zitten met kinderen die op hetzelfde leerniveau presteren. Toch hebben zij er over het algemeen geen last van als zij in een gemengde klas zitten. Zij halen gewoon hun diploma op het niveau dat vooraf werd voorspeld.”

Te grote niveauverschillen in brugklassen verkleint volgens Kennisrotonde juist de kans op het bereiken van een hoger niveau. De dakpanklassen zouden daarom de meeste voordelen opleveren. Dit geldt met name voor scholieren die in een klas komen met leerlingen van een hoger niveau. De leerlingen op een hoger niveau in dezelfde klas hebben dit voordeel niet, al is er ook geen sprake van een nadeel. De dakpanklassen leveren dus volgens Kennisrotonde de meeste voordelen op, omdat de leerlingen langer kunnen laten zien wat zij in hun mars hebben en er tegelijk geen nadelen zijn voor de hoger presterende leerlingen. Ledoux voegt hieraan toe: “In de dakpanklassen zien de leerlingen meer van de klasgenoten die een treetje hoger zitten. Als een kind met vmbo-t niveau in een hele brede brugklas zit van vmbo-b tot en met vwo, is het referentiepunt heel anders dan wanneer hij of zij alleen maar met vmbo-t en havo-kinderen in een klas zit.

Brede klassen leveren beste sociale prestaties en opstroommogelijkheden op

Volgens Ledoux moet er naast de schoolprestaties ook gekeken worden naar de sociale prestaties van kinderen. Als je op deze manier naar de kwestie kijkt, zijn brede brugklassen juist veel geschikter dan dakpanklassen. “Kinderen komen na de basisschool meteen in een eigen bubbel als zij naar een klas gaan waar alleen hun eigen stroom is. Zo komen ze in een kring van mensen terecht die allemaal een beetje hetzelfde zijn. Hierdoor leren ze minder over omgang met elkaar in een diverse omgeving.” Daarnaast bieden brede brugklassen alle mogelijkheden om op of af te stromen, afhankelijk van de ontwikkeling van het kind. Kinderen die meer dan één niveau omhoog of omlaag zouden moeten (dit gebeurt echter niet vaak) krijgen hiervoor in een brede klas de kans. “Voor dakpanklassen heb je ook al een selectie nodig. Voor een vmbo-t/havo-klas, heb je namelijk minimaal vmbo-t advies nodig om überhaupt binnen te komen. Een brede brugklas biedt dan in principe de beste kansen voor kinderen die opstromen”, aldus Ledoux.

Conclusie

De uitspraak van Jesse Klaver, waarin hij beweert dat brede brugklassen de beste bewezen manier is om de kansen voor kinderen te vergroten, is een deels waar. Er moet namelijk naar verschillende factoren gekeken worden, zowel de schoolprestaties als de sociale prestaties van kinderen. Dakpanklassen komen volgens onderzoek het beste uit de verf wat betreft de grotere kans op opstroom onder leerlingen. Brede brugklassen dragen daarentegen bij aan de sociale vaardigheden van leerlingen en bieden de kans om meerdere niveaus op te stromen. Wat beter zou zijn voor leerlingen, hangt dus af van het perspectief.
Klaver beweert ook dat de brede brugklassen de beste manier zijn om de leerachterstand in te halen. Dat is een voorspelling en valt dus niet te checken.

 

Deze fact-check is op 18 februari aangepast met quotes van Guuske Leoux

We kijken uit naar je reactie, laat ‘m achter onderaan de post. Je reactie verschijnt na goedkeuring door de SvJ Live redactie.

Over de auteur

Eva Doesborgh

Eva is een crossmediale journaliste met oog voor detail. Ze gaat gestructureerd te werk en is altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Haar hart ligt met name bij het maken van producties over politieke en maatschappelijke thema’s. Momenteel schrijft ze bijdrages voor NH Nieuws ’T Gooi en tegelijkertijd is ze bezig met het verfijnen van haar kwaliteiten op haar opleiding journalistiek. Hier volgt zij ook een honours-traject over de Tweede Kamerverkiezingen. Daarvoor schrijft ze o.a. fact-checks over de claims van politici. Verder is ze student-assistent, wat inhoudt dat ze eerstejaarsstudenten journalistiek coacht bij het maken van hun eerste artikelen en audiovisuele producties.