Greenwashing, een probleem voor iedereen

Greenwashing, een probleem voor iedereen

Tegenwoordig leven we als consument/individu steeds bewuster als het gaat om het verbeteren van de aarde. We houden rekening met milieu- en sociale overwegingen bij het nemen van aankoop- en investeringsbeslissingen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de groei van het aantal verkochte elektrische auto’s, maar ook steeds meer producten worden op plantaardige wijze geproduceerd en meer bedrijven sluiten zich aan bij duurzame keurmerken. Of lijkt dat maar zo? Als je het aan Marleen IJsselmuiden, gespecialiseerd in marketing en consumentengedrag, vraagt, is het een groot toneelstuk.



Wat is duurzaamheid?

Wat houdt de term duurzaamheid eigenlijk in en wanneer mag je iets duurzaam noemen? Daar lijkt ieder zo zijn eigen idee over te hebben. Dat zie je alleen al aan de talloze definities die op het internet te vinden zijn. Zo dook in 1987 een van de eerste definities van duurzame ontwikkelingop in het zogenaamde Brundtland-rapport Our Common Future. De wereldcommissie voor milieu en ontwikkeling beschrijft daarin een duurzame ontwikkeling als: “een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.”En als we de Dikke Van Dale erbij pakken, komen we erachter dat het woord duurzaamheid ontbreekt. Duurzaam daarentegen is wel aanwezig. Volgens Van Dale heeft het woord drie betekenissen: duurzaam kan zowel ‘lang durend’ als ‘weinig aan slijtage of bederf onderhevig’ en ‘het milieu weinig belastend’ betekenen.

Om het debat over wat duurzaam is iets meer te verduidelijken, wordt er vaak ook wel gesproken over de drie p’s van duurzaamheid: people, planet, profit. Het kom er opneer dat sprake is van een evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen. Je zou iets pas duurzaam mogen noemen als er met alle drie p’s d rekening is gehouden, maar in de praktijk gebeurt dit echter niet vaak. Zonder een algemeen geldende definitie is het onduidelijk hoe duurzaamheid wordt gemeten. Het ontbreken van een standaarddefinitie voor de term is dan ook een van de fundamentele uitdagingen van duurzaamheid. “Maar je kan het ook anders zien: juist omdat het zo’n vaag begrip is, en de definitie niet vastligt, maakt het samenwerkingen en het voeren van gesprekken over duurzame thema’s tussen politici, activisten en het bedrijfsleven makkelijker. Doordat het begrip zo vaag is, kan iedereen er iets in kwijt, zonder dat het partijen afschrikt”, zegt historicus en onderzoeker duurzaamheid aan de Universiteit Utrecht, Hans Schouwenburg tegen OneWorld



Uit de opiniepeiler van Milieu Centraal, die in het begin van de coronapandemie werd gehouden, blijkt een derde van de Nederlanders duurzamer willen leven. Ook blijkt uit onderzoek het onderwerp ‘duurzaamheid’ wereldwijd een brandend probleem te zijn. Uit een ander onderzoek blijkt dat consumenten positiever zijn over bedrijven die zich met duurzaamheid bezighouden dan bedrijven die dat niet zijn. Hierdoor zijn bedrijven bijna verplicht om duurzaam te ondernemen om zo hun consument tevreden te stellen. De constante druk om op deze gronden goed te presteren zorgt ervoor dat de belanghebbende gedwongen worden om verder te denken dan alleen winst maken. Bedrijven moeten processen omgooien, op andere plekken inkopen en een duurzaam beleid hanteren. Daar gaat heel wat denkwerk, tijd, energie en kosten inzitten. Maar daar tegenover staat dat een bedrijf kan doen alsof ze groen en duurzaam bezig zijn, en niet het gehele beleid hoeven om te gooien. Dat bespaart meer tijd, energie en kosten. “We hebben er een mooie naam voor, greenwashing, maar eigenlijk is het niet anders dan gewone marketing waarbij ze een product aan de man proberen te brengen”, concludeert Marleen.

Vergroot

Marleen-IJsselmuiden-posterized-2_1-min-scaled
Beeld: Marleen IJsselmuiden. Bewerkt door: Lincy Wingelaar

Naast de ‘groene’ wil vanuit de consument, misleiden bedrijven men ook om hun imago op te poetsen. Dankzij internet en sociale media vinden consumenten in de loop van de jaren meer informatie en maakt hen kritischer, om zo bedrijven simpelweg te beschuldigen van niet duurzaam ondernemen. Zo kampte McDonald’s jarenlang met een negatief en ongezond imago. Veel deskundigen maakte zich zorgen om het ongezonde aanbod van de McDonald’s en daarom om de (jonge) consument. Ook klaagde dierenorganisaties over de slechte welzijn omstandigheden die het bedrijf hanteert voor dieren. En het fastfood-concept zou voor grote hoeveelheden zwerfafval zorgen. Hier wilde de restaurantketen van af en beloofde de consument zogenaamde ‘groene’ claims. Spoiler alert: deze kwamen ze niet na. Zo lieten ze men denken dat het bedrijf gestopt was met de plofkip en in de plaats daarvan ‘100 procent enriched kippenvlees’ gebruikte. In andere woorden: een snelgroeiende plofkip, gevoed met strobalen en daglicht, die in zes weken tijd uitgroeit tot een kip van 2,3 kilo. In 2013 benoemde Wakker Dier de McDonald’s zelfs tot Liegbeest van het jaar en ‘greenwash kampioen’.



Wat is greenwashing?

Greenwashing, een term die in 1986 voor het eerst opdook, bedacht door milieuactivist Jay Westerveld uit Amerika. De milieuactivist schreef op dat moment een essay over multiculturalisme en dacht terug aan zijn reis naar Fiji in 1983. Westerveld kwam erachter dat het Beachcomber Resort in Fiji aan zijn bezoekers vroeg de handdoeken te hergebruiken, want dat was beter voor de oceaan en het koraal. “Help ons milieu te verbeteren”, zeiden de werknemers van het resort als argument. Maar Westerveld ontdekte op hetzelfde moment dat het resort meer bungalows bouwde, waardoor er stukken eiland vergingen en koraal werd verwijderd. Hierdoor kon hij concluderen dat het resort totaal niet milieuvriendelijk bezig was.

Toch blijkt de term uit onderzoek verschillende definities te bevatten. ‘Groenwassen’, is de letterlijke vertaling van het Engels naar het Nederlands. Zo bestaat greenwashing enerzijds uit ‘green’ wat refereert naar de groene claims en anderzijds uit ‘washing’ wat refereert naar ‘brainwashing’. Wat uiteindelijk duidt op de term dat consumenten gehersenspoeld worden met groene claims. In de media spreekt men van een definitie waarbij bedrijven of organisaties zich duurzamer of ‘groener’ voordoen dan ze in werkelijkheid zijn. Zo spreekt de Milieudefensie van een marketingtruc waarbij bedrijven of organisaties hun imago oppoetsen en hun consumenten een rat voor het oog houden

Naast de verschillende uitgesproken definities, blijken ze wel op hetzelfde neer te komen: bedrijven of organisaties hanteren een marketingtruc door het noemen van groene claims om zo de consument te misleiden. Maar in de werkelijkheid zijn dit vage en misleidende claims. Uit een zelf afgenomen enquête, bestaande uit honderd deelnemers , weet bijna driekwart van de deelnemers weet wat greenwashing betekent, 28 deelnemers denken dat er een positievere betekenis achter het begrip schuilgaat, vijftien deelnemers denken dat greenwashing een ander woord voor recyclen definieert en de overige twaalf denken dat greenwashing een duurzame manier van ondernemen betekent.



Als kind binnen de lijnen kleuren

Zoals je waarschijnlijk al kan aanvoelen, speelt de consument ook een grote rol binnen greenwashing. Een gebrek aan kennis of reflectie om tot de innerlijke jij te komen. Dat is eng en dat weet Marleen maar al te goed. Marleen heeft zich weliswaar verdiept in een groot onderzoek over de obstakels die men tegenkomt om duurzaam te leven, waarbij misleiding naar de consument als externe factor dient, maar ook zij is niet geboren met deze huidige kennis.

Vergroot

jeugd-marleen
Beeld: Marleen IJsselmuiden. Bewerkt door: Lincy Wingelaar

Ze heeft een lange weg afgelegd om tot deze kennis te komen. Als klein meisje en enig kind groeide ze op in Eden, met veel natuur en dieren om haar heen. Beide ouders voedde haar via een traditionele wijze op. Waar de geloofsovertuiging van haar ouders als basis werd gezien. Het voelde voor haar als een onzichtbaar hok, waar de normen en waarden van een ander de grenzen bepaalde. Ze gedroeg zich sociaal gewenst en deed mee aan het omhooghouden van de statusverhouding binnen haar omgeving. Ook wel het perfecte plaatje. Voor haar gevoel mocht ze nooit eens buiten de lijntjes kleuren, iets waar ze als kind wel naar verlangde en behoefte aan had. Zo wilde ze op haar achtste al vegetariër worden, maar dat weerhield haar moeder. Als gevolg besloot ze in hongerstaking te treden, met als resultaat, haar moeders goedkeuring. Nu vraag je je vast af, waarom heeft een kind van acht jaar de behoefte om vegetariër te worden? Beluister Marleen hieronder;

[embed]http://soundcloud.com/lincy-wingelaar/waarom/s-cknhpweSwwB?si=d22fe61d96b049ad888db2c2bfaea05b&utm_source=clipboard&utm_medium=text&utm_campaign=social_sharing[/embed]

Naast alle vraagtekens in haar hoofd, kampte ze ook met andere opkomende problemen. Ze voelde zich niet emotioneel gevoed door haar omgeving, want daar was geen ruimte voor. Het leidde onder andere naar een depressie op haar 12ste levensjaar, waar ze geen raad mee wist. Een terugblik naar haar jeugd is iets wat Marleen tot de dag vandaag shockeerd. “Op zo’n jonge leeftijd, je zo voelen, door gebeurtenissen, gun ik niemand”. Ze gelooft dat de beweging om duurzaam te leven, te maken heeft met de oorzaak. Jeugdtrauma’s bijvoorbeeld. Zo zijn kinderen zijn opzoek naar een zorgende moeder, maar kregen dat niet en willen daarom nu voor moederaarde zorgen.

Uit haar eigen onderzoek concludeert ze ook andere oorzaken. Zo spelen binnen de opvoeding ook andere kleine, maar onbewuste zaken mee, waardoor men alertheid en herkenning creëert betreft niet duurzame praktijken. Achteraf gezien zijn deze oorzaken makkelijk te plaatsen als gevolg in het heden. Ook Marleen herkent kleine en onbewuste oorzaken uit haar persoonlijke leven die effect hebben op haar gedrag momenteel.

“Het is een koude winterse dag. De kleine Marleen maakt geconcentreerd haar huiswerk aan de keukentafel. Haar moeder daarentegen, die zich aan de andere kant van de kamer bevindt, frutselt gefrustreerd aan een in de knoop geraakte bol wol. Toch is het is stil in huis. Je hoort de klok zelfs tikken. Maar dat wordt onderbroken door het geluid van de garagedeur die wordt geopend. Haar vader komt thuis met de hond. Ze hebben samen gewandeld. Met grote stappen stormt haar vader via de garage de bijkeuken het huis in. Terwijl hij zijn jas ophangt, kijk Marleen naar haar moeder en wacht. Ze weet precies wat er gaat gebeuren. Haar moeder fronst en trekt een wenkbrauw omhoog. Marleen haalt haar schouders op en schuift zo onopvallend mogelijk haar handen op haar oren. “De deur! Hij staat weer open! De kachel brand niets voor niets!”, schreeuwt haar moeder richting haar vader.

Het is een typerende situatie die Marleen nog kan herinneren als de dag van gisteren.

Fascinerende reclames

“Het is 2004. Met een opgetrokken wenkbrauw staart de 18-jarige Marleen naar de televisie. Het is de zoveelste reclame waarbij men beweert dat hun de groenste zijn. Ze gelooft er geen bal van en zucht. Maar de televisie uitzetten doet ze niet. Het irriteerde en interesseerde haar tegelijkertijd. De meeste mensen zouden naar de wc gaan als er reclames opkomen, maar Marleen niet. Ze analyseerde vele reclames met de vraag: zouden mensen echt in deze reclames trappen?”


Zo herken je greenwashing

Greenwashing kan zich voordoen in en op allerlei niveaus, namelijk van bedrijfs- tot product en dienstniveau. Zo gaat greenwashing gepaard met woorden, kleuren, geuren en labels. Om greenwashing te herkennen zijn dit de elementen waarop wordt gelet. Op een product staat bijvoorbeeld ‘vegan’, wat duidt op: het niet gebruik gemaakt van dierlijke producten. Maar als ze evengoed hun producten testen op dieren, valt de essentie van een ‘vegan’ product weg en noemt men het greenwashing. Op veel producten staan ook woorden als ‘duurzaam’ en ‘100% natuurlijk’. Maar beide termen zijn momenteel niet gebonden aan bepaalde criteria, ook wel: niet beschermd. Niet elk bedrijf hanteert diezelfde 100% natuurlijkheid die worden gegarandeerd. De vraag is: “hoe en waarom die 100% natuurlijk?”, zegt de Milieudefensie.

Ook veranderen bedrijven bijvoorbeeld de kleuren, om de consument een beter gevoel te geven. De kleur groen staat volgens onderzoek in de marketingwereld voor groei, wedergeboorte, vernieuwing, natuur, vruchtbaarheid, jeugd, geluk, vrijgevigheid, gezondheid, overvloed, stabiliteit en creatieve intelligentie. De kleur bruin gaat in het algemeen ook gepaard met groen, omdat het staat voor een aardse en milieuvriendelijke kwaliteit. Zo had het bedrijf Heinz veel succes in 2000 toen het bedrijf de groene ketchup lanceerde. “Als gevolg werden in de eerste zeven maanden meer dan tien miljoen flessen verkocht, met een omzet van $ 23 miljoen in de verkoop – simpelweg toe te schrijven aan een loutere kleurverandering van rood naar groen”, maken onderzoekers Singh en Srivastava duidelijk.

Geuren spelen ook een grote rol binnen greenwashing. Denk hierbij aan het gebruik van ‘natuurlijke’ of ‘biologische’ ingrediënten in parfum. Ondernemers gebruiken geuren op de markt al heel lang om het koopgedrag en de tevredenheid van consumenten te beïnvloeden. “British Airways verspreidt bijvoorbeeld een geur genaamd meadow grass in de lucht van haar business lounges om klanten een comfortabel gevoel te geven”, aldus marketingspecialist Anick Bosmans. En meadow grass bestaat uit ongeveer 500 soorten grassen. En gras gaat weer gepaard met de kleur groen, wat verwijst naar de eigenschappen van groen.

Keurmerken en labels zijn ook onderdelen die bijdragen aan greenwashing. Het is een vorm van groene marketing die door bedrijven als wapen wordt gebruikt om te concurreren op de wereldmarkt. In een onderzoek wordt beweerd dat groene keurmerken ‘het nieuwe groen’ is voor op de verpakking in dit huidige duurzame tijdperk. Het blijkt dat je niet kan vertrouwen op een label, omdat het weinig zegt over het duurzame proces van een product. Maar ook omdat veel keurmerken niet streng genoeg zijn en er weinig controle is waaruit blijkt of bedrijven zich aan het keurmerk houden. Daarbij is de bewustwording van de klant ook een keerzijde, aangezien men vaak niet weet wat een keurmerk inhoudt en daarom makkelijker in de marketingtruc trapt. Neem als voorbeeld het ‘Beter Leven’ keurmerk met één ster. “Het klopt dat een product met het Beter Leven keurmerk aan bepaalde voorwaarden voldoet, maar één ster zegt eigenlijk dat het product aan relatief weinig duurzame voorwaarden voldoet”, beweert Voor de Wereld van Morgen. Toch lijkt het voor de consument alsof het een goede keuze is om voor een product te gaan, omdat men overtuigd wordt door de groene claim, terwijl men de essentie achter een keurmerk of label vaak niet weet. Om men bewust te maken van keurmerken en labels heeft Milieu Centraal de Keurmerkenwijzer gecreëerd. “De Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal geeft informatie over zo’n 300 keurmerken en logo’s die iets zeggen over milieu, dierenwelzijn en/of aspecten rondom mens & werk. Milieu Centraal beoordeelt op basis van de informatie die beeldmerken op hun website publiceren hoe streng de eisen van de keurmerken en logo’s zijn. Bovendien wordt meegewogen hoe de controle op het voldoen aan de eisen geregeld is”, aldus Milieu Centraal over de keurmerkwijzer.

Uit de afgenomen enquête blijken de toegepaste marketingstrategieën goed te werken, maar het leverde ook verassende resultaten op. Zo zijn er vier vragen aan de deelnemers voorgeschoteld waarbij ze een keuze moesten maken tussen twee verschillende logo’s van hetzelfde bedrijf, met de vraag: welke huisstijl geeft u een beter gevoel? Zo kozen meer mensen voor het groene logo van McDonald’s in plaats van voor het rode logo, terwijl dit bij de H&M juist andersom was. De meerderheid verkoos het blauwe blikje Pepsi boven het groene blikje fris, terwijl het groene flesje micellair water van Garnier een beter gevoel opriep dan de transparante fles met de kleur roze.

IJsselmuiden heeft wel een verklaring voor de, zo op het eerste oog, afwijkende uitslag: “Het logo van McDonald’sgaat om eten en dat is natuurlijk wel een hele andere productcategorie dan kleding. De meeste mensen vinden het niet prettig vinden om ongezond te eten, of daar in ieder geval mee geconfronteerd te worden.” Maar het zou volgens haar ook te maken kunnen hebben met wat beter bij de consument bekend is, oftewel gewenning. “Bij de H&M dacht ik ook meteen: dat groene logo, dat past helemaal niet.” Hetzelfde geldt voor het blauwe, originele blikje van Pepsi. En over de flesjes micellair water van Garnier zegt ze: “Dat smeer je op je gezicht. Je gaat jezelf verzorgen, dus ik kan me voorstellen dat mensen dan eerder een bio en groen product willen.”



Kantelpunt

Echter hield Marleen zich verder niet bezig met groene vraagstukken. Daar had ze geen behoefte aan. Ze woonde inmiddels op haarzelf en besloot te gaan leven zoals zij dat wilde. Na het behalen van haar vwo-diploma en achttiende verjaardag, wilde ze weg. Weg van het kleine dorp, en weg van regels die men voor haar opgelegde. Ze wilde de randjes opzoeken en alles doen wat haar voorheen verboden werd. “Ik was rebels en leefde, zoals god dat verboden had”. Achteraf ziet ze in, ze wilde zich afzetten tegen haar jeugd en buiten de lijntjes kleuren, wat als kind niet mogelijk was. Naast het rebelse leven en zich willen afzetten, wilde ze haar ouders ook trots maken door zich te bewijzen. Ze studeerde aan een kleinschalige hogeschool waar ze Hotelmanagement en Business Administration volgde. Door haar bijbanen als receptioniste leerde ze vele mensen uit culturen over de gehele wereld kennen, iets wat haar wederom interesseerde. Zo heeft ze zelfs in Marriott London Park Lane in Londen gewerkt. En in haar derde jaar tijdens haar stageperiode kwam ze achter een nieuwe interesse: marketing. Niet zo gek achteraf gezien, want de insteek van reclames interesseerde haar destijds al. Als stagiair was ze verantwoordelijk voor marketing van een groot aantal Nederlandse Hilton hotels. Het verbaast je vast niet dat Marleen na haar hbo-diploma is gaan werken als marketeer voor een advocatenbureau. Ze kreeg ontzettend veel vrijheid binnen haar werk en werd enorm gewaardeerd, want zij deed iets wat advocaten niet konden. Maar buiten dat, voelde ze zich wel de underdog van de advocatenwereld. Het statusgevoel uit haar jeugd dook weer omhoog. Iets wat ze juist ontweek. Na twee jaar wist ze het zeker. Ze heeft veel geleert, maar het is niet waar haar hart ligt.

Vergroot

Marleen-IJsselmuiden-1-optimized
Beeld: Marleen IJsselmuiden

Kantelpunt 2.0


“Wat wil ik wel?” Het was een vraag die continu door Marleen haar hoofd spookte. Plots na een schoolreünie kwam er een impulsieve actie omhoog. Ze wilde studeren, maar ze was inmiddels 27 jaar. Het liet haar licht twijfelen, maar negeerde dat gevoel. Dus zocht ze naar een master dat aansloot op haar vorige studie. Ze kwam uit bij een master aan Universiteit van Amsterdam waar ze zich richtte op consumentengedrag en marketing. Een studie waar beide interesses samenkwamen. Marleen sloot zich ook aan bij een studievereniging, genaamd Enactus van de Uva, gefocust op sociaal ondernemerschap en op dat moment groene vraagstukken. Haar interesse en openheid ontstond en groeide verder naar onderwerpen binnen duurzaamheid. Ze had de smaak te pakken en maakte de switch naar het veganisme. Toch merkte ze dat er veel mis was in de wereld van het kapitalisme waar groene claims worden voorgelegd. Het maakte haar boos. In de menigte zocht ze vaak confrontaties op en ging discussies aan. Marleen was degene die het wereldje ondertussen van binnen naar buiten kende en dat liet ze men weten ook. Het maakte mensen ongemakkelijk, en ook dat wist ze dondersgoed.

Als afstudeeropdracht zocht ze antwoord op de onderzoeksvraag: ‘Waarom en hoe ontwikkelen sommige mensen een groene mindset?’ Wat begeleid hen bij het maken van impactduurzaamheidsbeslissingen, terwijl andere dat niet doen? Ze wierp zich in vele onderzoeken, theorieën en hield interviews. Ze ontdekte de andere kant van mensen hun motieven in gedrag. Boos worden, confrontatie zoeken en discussies aangaan, het gedrag wat ze voorheen altijd vertoonde, liet haar twijfelen. Misschien was dat toch niet de manier. “Maar wat dan wel? Hoe kan ik mijn onderzoek en bijhorende boodschap aan men overbrengen?”

Transitie

De vraag: wat wil ik wel? En hoe kan ik mijn boodschap aan men overbrengen? Speelde alsmaar door Marleen haar hoofd. En als klapper op de vuurpijl was daar de wereldwijde coronapandemie. Marleen voelde zichzelf in een gat vallen. Wat moest ze nu? Het was het een zware tijd, maar dat had ook z’n voordelen. Het dwong haar om na te denken over de vragen waar ze al een enige tijd mee rond liep. Ze raakte geïnspireerd door het Instagramaccount Earthling Ed. “Hij bespreekt allerlei taboes en komt met verbazingwekkende feiten betreft duurzaamheid. Echt life changing.”

De manier waarop hij handelt, trok Marleen aan en zette haar aan het denken. Ze toverde een aantal vragen om tot een eigen bedrijf, genaamd Grounding Green. Als duurzaamheidsadviseur bundelt ze haar krachten in marketing, consumentengedrag en business samen. Dit doet ze zowel via Instagram en haar eigen website. Het inspireren en positioneren van zowel organisaties als consumenten op het gebied van duurzaamheid, is wat haar functie ter weegt brengt. En het bijdragen aan greenwashing, is absoluut een no go.



Green-attitude behaviour gap

Uit de resultaten van de eerdergenoemde enquête bleek dat de meeste mensen greenwashing als iets negatiefs ervaren en het moet worden bestraft. Ligt greenwashing dan aan de consument, omdat ze de lat voor producenten te hoog leggen? De consument verwacht inmiddels ‘groene’ oplossingen van bedrijven en organisaties. Zo noemt Miriam Cherry, in haar onderzoek, greenwashing een negatief gevolg van het gewenste gedrag en de vraag vanuit de consument. Of ligt het aan de producent? Omdat ze hun imago willen oppoetsen en meer klanten willen trekken?

Zo vindt Marleen dat de verantwoordelijkheid niet alleen bij bedrijven ligt, maar ook bij de consument zelf. Er is sprake van een zogeheten green-attitude behaviour gap. “Dat hebben onderzoekers al heel lang geconcludeerd. Zo zeggen mensen dat ze duurzaamheid heel belangrijk vinden, maar doen er vervolgens niet zo veel aan. Ik denk dat er heel veel informatie is, maar je moet er wel naar willen zoeken. Het is oncomfortabel hè, want je wordt ook met je eigen gedrag geconfronteerd en dat vinden mensen vaak niet zo leuk. Dan komen ze erachter dat ze niet zo duurzaam leven en dat ze iets moeten veranderen. En ja, dat doen mensen niet zo snel.”

Uit de enquête blijkt dit ook. Slechts een klein deel (14 procent) van de deelnemers let bij de aanschaf van een product op of het van duurzaam afkomst is of niet. Meer dan de helft van de deelnemers (59 procent) geeft aan hier in sommige gevallen op te letten. En 26 procent houdt er geen rekening mee of het product van duurzame komaf is.



Wederopbouw

Na de start van Marleen haar eigenbedrijf, ervaarde ze nog niet alle geluk zie ze voor zich zag. De coronapandemie, waar ze nog steeds mee te maken had als ondernemer, bleef zeuren. En te diep in de wereld van negatieve gevolgen voor de aarde graven, maakte haar ook ongelukkig. Een break, dat had Marleen nodig. Even geen sociale media en nieuwsflitsen. Echter blijft de essentie van Grounding Green in haar hoofd hangen. Ze wil haar onderzoek delen met consumenten en producenten en hen adviseren, maar zoekt naar een methode om dat juist te doen. “Ik wil geen Instagram account beheren waarbij alles om fastnews draait. Het wordt oppervlakkiger, waardoor mijn boodschap wegvalt en dat is zonde.”

Na na een break focuste Marleen zich op het zoeken naar een juist methode om haar bedrijf voort te zetten, maar ze werkte ook aan haar wederopbouw van geluk. Via het Instagram account Lisa Olivera raakte ze geïnspireerd, en daardoor besloot ze terug te keren naar haar eigenwaarde. Momenteel geeft dit geeft vorm in het schrijven van poëziegedichten, maar ook in het besturen van astrologie. Ze houdt zich bezig met verbanden leggen tussen het lot van mensen en gebeurtenissen op aarde en de stand van planeten en sterren, om men te adviseren. Volgens Marleen bevinden we ons nu een tijd waarbij technologie ons tegenwerkt. Zou de technologie waar greenwashing mee wordt gevormd nu ook worden tegengewerkt? En zal dat greenwashing verminderen? “Wie weet”, aldus Marleen IJsselmuiden

Over de auteur