Meer rust voor de nachtwacht?

Meer rust voor de nachtwacht?

Pixabay: Pexels

De sluiting van musea, de ene lockdown na de andere en een hoop onzekerheid. Al twee jaar zijn we bezig met de pandemie en zien we de achterstanden op economisch en cultureel vlak. Maar zijn die achterstanden echt zo heftig zoals iedereen beweert? Het NRC kwam met de titel: ‘bezoekerscijfers van musea zijn dramatisch’. Dat gaan we checken!

In dit artikel kijken we naar de bezoekersaantallen van het toeristische Rijksmuseum en naar het museum dat in 2018 op plek 1 stond voor beste dagattractie, het Nemo Science Museum. Geven beide musea dezelfde soort uitkomsten? 

Als we een snelle blik werpen op de bezoekersaantallen van Nemo zien we inderdaad een daling. Van 618.000 bezoekers in 2016 naar 664.000 in 2019 en 235.000 bezoekers in 2021. Voor Nemo zijn de bezoekersaantallen met 66% gedaald. Scholen zijn voor Nemo een grote inkomstenbron. Door meerdere lockdowns hebben veel scholen geen bezoek kunnen brengen aan het Science Museum in Amsterdam. 

Het Rijksmuseum kampt met hetzelfde probleem. In 2016 ontving zij 2.259.000 bezoekers en in 2019 maar liefst 2.678.000 bezoekers! Dat was het beste jaar ooit voor het Rijksmuseum. In 2021 daalde het aantal bezoekers flink, naar slechts 625.000. Voor het Rijksmuseum dus een flinke klap, wat vooral te maken heeft met het dalende toerisme tijdens de pandemie en daardoor een daling van internationale bezoekers zoals je ziet in de rode vakken.

Gek genoeg steeg het aantal kinderen (groen) dat op bezoek kwam ook, terwijl het aantal schoolbezoeken flink is gedaald (museumvereniging, 2020).

In de datavisualisatie zien we meer details over de bezoekers in percentages. Zo zien we dat het internationale publiek (rood), vroeg of laat in de pandemie, is gezakt in vergelijking met de periode voor corona. Dit geldt voor beide musea.

Wat opvalt is dat het nationale (blauw) publiek bij beide musea is gestegen. Dit komt omdat alle Nederlanders op het puntje van hun stoel zaten toen de lockdowns voorbij waren. Iedereen snakte naar een uitje, zo ook museumjaarkaarthouder Fleur Chattillon.

‘Het was zo jammer dat we nergens heen konden, want ik ga echt vaak. Het is echt een hobby van me. Sommigen hebben sport en ik heb musea’, vertelt Fleur lachend. 

Vanwege haar minor ‘meesterwerk in de westerse cultuur’ heeft Fleur heel veel musea bezocht. Elke week was ze in een ander museum te vinden: ‘Het Rijksmuseum, Galleria dell’Accademia en het Louvre. Het is echt een hele lijst. Het was niet druk bij de schilderijen, want musea werkte toen ook met tijdsloten. Toerisme was er natuurlijk niet, dus het was over het algemeen rustig’, zegt Fleur. 

Als kers op de taart is ze zelfs naar Florence geweest. ‘Het was zo leuk om weer te gaan. Ik heb in totaal 9 musea bezocht in 1 week tijd.  Ik ben zo blij dat het allemaal weer open is’, zegt Fleur. 

Ondanks de opening van de cultuursector blijven museumeigenaren realistisch. Zij verwachten maar 50% van de bezoekers in 2022, omdat het aantal toeristen niet meteen weer 100% is (NRC, 2022).

Concluderend: de bezoekerscijfers zijn inderdaad dramatisch!

De data komt uit alle jaarverslagen van beide musea van de afgelopen jaren. Hierin zijn de bezoekers aantallen en variabelen (nationaal, internationaal, kind) naast elkaar gezet. Hieruit is een eigen dataset ontstaan die is verwerkt in een barchart.

Disclaimer: Het percentage ‘kinderen’ ontbreekt in het jaartal 2020 bij NEMO. Deze gegevens waren niet beschikbaar.

Over de auteur