Als matroos in Lagos, Nigeria

Als matroos in Lagos, Nigeria

Eline staat op van de witte bank. Ze wrijft in haar ogen en loopt naar de keuken. Ze zet de theekoker aan, er komt stoom vanaf. Ze opent de bovenste lade in de keuken en de geur van verschillende theezakjes vullen haar neus. Ze kiest voor kamillethee. De theekoker begint te piepen. Ze pakt haar dubbelwandige theeglas en vult het met theewater. De damp komt ervan af. Ze gaat aan tafel zitten en opent haar MSN. ‘’offline’’ verschijnt er op haar beeldscherm. ‘’Het kan hier best berucht zijn.’’ Het laatste bericht dat Guus heeft verstuurd. Haar reactie: ‘’doe je voorzichtig?’’ van 6 uur geleden heeft nog geen reactie terug ontvangen van Guus. Hij zal wel druk zijn. Het is inmiddels 20:30.

Het is een doodgewone dag in de haven van Lagos in Nigeria, de lucht is strakblauw met geen wolkje aan de lucht. Het is de zomer van 1999. Het schip waar Guus op werkt ligt langs een kilometer lange kade waar meerdere schepen aan liggen. Guus voelt de zweetdruppels in straaltjes van zijn hoofd lopen, zijn hoofd is net een zwembad. Hij zucht en loopt over het licht grijze dek. Hij kijkt door zijn gespreide vingers omhoog naar de zon. Wanneer gaat het eindelijk koeler worden? Als matroos is het zijn taak om alle slings te verzamelen. Er zijn tientallen papierrollen waar kranten op gedrukt worden. Het zijn ronde rollen met een gat erin. Om elke papierrol zit een hijs-sling die er uit ziet als een nylon riem. Met de scheepskraan worden er steeds twaalf rollen per keer van het schip op de kant gelegd. Deze slings moeten weer terug op de boot en in het ruim van het voorschip worden gelegd. De slings kosten twaalf dollar per stuk. Er ligt dus nu zo’n 1000 euro op de boot aan slings. De zon gaat langzaam onder en de lucht wordt gevuld met een gele gloed. Fluitend gaat Guus door met zijn taak om de slings te verzamelen. Hij zwaait naar de bewakers op de boot die vervolgens terugzwaaien. Die bewakers zijn nodig, want de haven staat erom bekend met dat er veel corruptie plaatsvindt. Zonder die bewakers word je ongetwijfeld beroofd. De avond nadert en de gouden gloed maakt plaats voor een donkere heldere lucht met glinsteringen van de sterren. De bemanningsleden gaan naar bed en het is aan Guus de taak om het schip te bewaken. De slings liggen in het ruim met een hangslot en het luik dicht. Het is inmiddels 21:00.

Guus zijn gedachten dwalen af naar hoe zijn carrière tot nu toe is verlopen. Hij was aangenomen bij een Nederlandse Rederij om daar zijn stage te doen. Hij stond aan het begin van zijn carrière en was nog maar rond de twintig jaar. Zijn stage vond plaats in Lagos, Nigeria en deze deed hij om zijn vaardiploma te halen. Zijn eerste werkklus was in Amsterdam waar hij klusjes moest doen zoals de wc’s schoonmaken. Hij herinnert zich nog goed dat hij een ketting kreeg met roest erop van een collega die er al jaren werkte. Die collega zei: die roest moet er af. Toen kreeg Guus een hamer en een bril op en een stofmasker en moest hij op die ketting slaan. Guus moet alweer lachen bij het idee, wat was dat een stomme klus. Sindsdien heeft Guus hard gewerkt en hij hoopt ooit te promoveren tot zelfstandig kapitein. Hij weet nog dat hij dit werk heeft gekozen omdat hij vrij snel eigen verantwoordelijkheid krijgt en het hem een groot avontuur lijkt. Hij ziet veel van de wereld, hij kan reizen en daarvoor krijgt hij nog betaald ook. Hij glundert van geluk. Maar dan denkt hij aan de keerzijde van het kapitein zijn. Hij vindt het jammer dat hij zo lang weg is en daardoor zijn vriendin en vriendinnen minder ziet, dit gevoel is extra sterk bij verjaardagen en feestdagen. De kapitein van het schip vervult verschillende taken. De kapitein vertelde: ‘’Je bent burgemeester, je bent koning, dokter, hoofd van de catering, hoofd van de navigatie, hoofd van de belading, hoofd van de machinekamer, hoofd van een reisbureau en al deze dingen geven de baan veel uitdaging. Het is een hele ruime taakomschrijving eigenlijk. Het is ook interessant met allemaal nationaliteiten en allemaal verschillende verhalen die je dan hoort.’’  Guus hoopt ook ooit deze taken te mogen vervullen.

Ineens ziet Guus in het donker met het valse licht van de haven twee schimmen lopen. Hij wrijft in zijn ogen. Heb ik dit nou goed gezien? Er zijn toch geen bemanningsleden meer op het dek? Guus loopt richting het achterdek waar hij de schimmen zag. Het schip is zo’n 140 meter lang, dus hij had nog een eindje te gaan. Guus is nog niet halverwege het schip of hij wordt ineens van achter aan zijn linkerarm beet gepakt en aan de rechterkant wordt een mes op zijn keel gezet. ‘’Don’t yell or scream!’’ Fluistert een piraat, Guus voelt de hete adem in zijn nek. “We komen voor de slings, als je gewoon rustig meewerkt doen we je geen pijn.’’ Vertellen de piraten in het Engels. Ik moet nu niet eigenwijs zijn en gewoon meelopen, flitst het door Guus zijn hoofd. Ondertussen sluiten er nog drie andere piraten aan. Hij loopt naar het voordek en maakt het luik en hangslot open, terwijl het mes naar hem toe gericht blijft. Guus slikt en ziet de glinstering van het mes in zijn ooghoek. Het is een kapmes van een halve meter groot. Het luik is open. ‘’Jij gaat nu zitten’’, commanderen de piraten in het Engels. Het geluid van speedboot motoren dringen de oren van Guus binnen en hij weet dat hij niks meer aan de situatie kan veranderen. Hij gaat braaf zitten. De bundels van slings worden een voor een de speedboten ingegooid. De speedboten hebben drie buitenboordmotoren en wordt steeds voller geladen. De helft van het ruim is inmiddels leeg en de speedboten zitten vol. Voordat de laatste piraat de boot in klimt propt hij nog wat muntgeld in de handen van Guus voor zijn zwijgen en meewerking. De boot zit tot de nok toe vol. In een oogwenk zijn de piraten weer weg en Guus ziet ze achter de horizon verdwijnen. Guus blijft staan als een standbeeld. Daarna neemt zijn instinct het weer over en loopt hij naar achteren om de stuurman en kapitein het nieuws te vertellen.

Eline fronst haar wenkbrauwen als ze nog steeds geen berichtje heeft ontvangen. Het is inmiddels 23:00. Normaal reageert Guus snel op haar berichtjes als hij s’avonds de wacht moet houden omdat er dan toch niet zoveel te doen is. Eline bijt op haar nagels en blijft gespannen naar haar scherm kijken. Ze weet dat hij in Nigeria zit en dat hij op een corrupte plek zit. Een onheilspellend gevoel bekruipt haar. Ze sluit MSN. Plotseling krijgt ze een melding. Snel opent ze haar telefoon en ze ziet een bericht van Guus: ‘’Weet je nog dat ik vertelde dat het hier best berucht is…’’

Over de auteur