Een bewogen zomer

Een bewogen zomer

Sanur, Bali. Door: Lotus Brouwer

Het is 05:37 wanneer Lot en haar moeder Nine nog diep liggen te slapen, maar plots gewekt worden door een dof gerommel. Het lijkt alsof iemand op de begane grond de schuifdeur open of dichtdoet. Lot voelt haar verbrande schouders weer. Haar huid trekt en prikt. Ze probeert nog wat te slapen, maar ze wordt opgeschrikt door hevige trillingen in de slaapkamer. De vloer schudt. Lampen beginnen te rammelen, glazen rinkelen en meubels bewegen. Hun hut wordt overgenomen door een krachtige beving en de klamboe danst als een draak over hun bed heen. Gedesoriënteerd kijkt Lot naar de klok, die op de grond is gevallen en 05.40 aangeeft. Via de spiegel aan de muur ziet ze zichzelf liggen, maar voordat ze het kan beseffen, valt hij met een harde klap op de grond. Beduusd legt ze haar handen naast haar neer en duwt zichzelf omhoog. “Wat is er aan de hand?”, vraagt Lot met grote ogen aan haar moeder.

“We moeten nú, NU naar buiten!”, roept haar moeder met een hoge stem. Ze springen uit bed en rennen naar de deur. De houten vloer voelt als de woelige zee, met golven van onvoorspelbaarheid. Lot is het niet gewend om haar moeder zo bang te zien. Ze ziet de angst in haar groene ogen. De wereld om hen heen beweegt en het rolgordijn schiet los. Ze willen beiden de zware houten schuifdeur openen, maar die geeft maar moeizaam mee. “Shit!”, roept haar moeder. De deur lijkt bijna te protesteren, te rillen van angst, maar na veel getrek trapt haar moeder de deur open en staan ze op het balkon. Op blote voeten rennen ze de trap af, die wiebelde als een slecht geprogrammeerde roltrap, zo schokkend en wankelend.

Op de binnenplaats van het resort komen vanuit alle hoeken mensen schreeuwend aangerend: toeristen, hotelpersoneel maar ook honden, katten en apen voegen zich bij de chaotische menigte.“Earthquake, Earthquake, Earthquake”, klinkt het in gebroken Engels. Lot ziet mensen nog in hun pyjama’s, in haast bij elkaar geraapte outfits of enkel nog met hun ondergoed aan. Het dringt tot haar door wat er gebeurd was. “Mam, volgens mij was dit een aardbeving”, fluisterde Lot geschrokken tegen haar moeder. Ze zag hoe haar moeder nog steeds haar hand voor haar mond hield. Haar woorden kwamen er amper hoorbaar uit. “Ja dit was een aardbeving.”

Plots ziet Lot de verwoesting om haar heen. Takken en bladeren die eerder nog het heldere water van het ronde zwembad versierden, drijven nu los en verward in alle richtingen. Het paradijselijke Bali is nu veranderd in een chaotisch schouwspel. Een gastheer van het hotel komt aangerend en roept. “We have to be very alert, there can be aftershocks.” Please stay here and do not go back to your room yet.” Dit alles speelde zich af in hooguit 20 seconden.

12 uur eerder

“Wat is het hier prachtig, ik heb nog nooit zo’n groen landschap gezien”, zegt Lot tegen haar moeder. Ze voelt de warme zonnestralen branden op haar schouders. Terwijl ze met haar vinger stevig op het rode gedeelte drukt, vormt zich er een bleke afdruk. Het bewijs van haar avontuurlijke ochtend. Ze is haar dag begonnen met surfen. Terwijl ze zich een weg baant door de weelderige groene velden, neemt haar moeder het moment vast en filmt Lot terwijl ze zich onderdompelt in de prachtige omgeving. “Kijk eens naar deze schoonheid!” roept Lot enthousiast naar de camera, haar ogen stralend van opwinding. “Hier zijn we dan, in Ubud, Bali. Om me heen zie je de majestueuze rijstvelden die zich uitstrekken tot aan de horizon. Het is hier vredig en zo adembenemend mooi. Traditionele boeren werken hier dag in, dag uit en het is zeker geen makkelijke taak. Je ziet hen werken in een sarong, een overhemd en een topi, een hoed die ze beschermt tegen de zon. We zijn nu al op dag drie van onze reis, maar ik zou hier nog veel langer willen blijven.” Haar groene ogen glinsteren als een zoete cocktail van dankbaarheid en verlangen terwijl ze zich afwendt van de camera.

Het is de zomer van 2018. Het is een warme, vochtige maar gewone zomerdag in Indonesië en Lot loopt met haar moeder stapvoets door de rijstvelden. Het pad is omringd door sierlijke hutjes, met traditionele maskers op de deuren, veel planten en kleine altaartjes met wierrook stokjes. Lot doet haar ogen dicht en snuift de geur van witte musk, thee en rijst op. De ondergaande zon werpt een warme gloed over haar krullend bruine haren grote groene ogen en laat haar donshaartjes glinsteren als kleine sterren. Bedenkelijk kijkt haar moeder op een routekaart aan de zijkant van het pad. Haar vingers glijden behendig over de kaart, op zoek naar het vervolg van hun route.

Terwijl ze door de smalle paden tussen de rijstvelden lopen, zien ze de terrassen van glinsterend groen die zich uitstrekken tot aan de horizon. Elk terras is zorgvuldig aangelegd, met behulp van eeuwenoude irrigatiesystemen die het water van het ene rijstveld naar het andere laten stromen. Het geluid van kabbelend water is overal en draagt bij aan de serene sfeer in de rijstvelden van Ubud, een toeristische plaats op het Indonesische eiland Bali. De rijststengels, met hun lange, slanke, silhouetten wiegen trots in de zon. De zachte aanraking van de rijststengels tegen haar handen voelt als een fluistering van de natuur. Lot kijkt naar het panoramische uitzicht op de weelderige rijstvelden, die inmiddels overtrokken zijn met een oranje en gouden gloed. Langzaam zakt de zon de rijstvelden in.

 

12 uur later

7.8 op de schaal van richter, leest Lot hardop van haar mobiel in het restaurant waar ze zitten in Sanur. Haar tante, die op Bali woont zit ook bij hen aan tafel. “Het is wel normaal hier dat er aardbevingen zijn” zegt ze, “maak je niet druk, we zijn wel wat gewend” Het restaurant zit vol met Balinezen. Het ruikt er naar een melange van kurkuma, koriander en kardemom zweeft door de lucht. Gedetailleerde bloemenpatronen sieren de houten meubels die de ruimte vullen. Kleurrijke batik-stoffen hangen als sierlijke gordijnen aan de muren en handgeweven rotanlampen verspreiden een zachte gele gloed over de tafels. In de hoek staat een schilderij van een mythisch wezen, de Barnong, die de Balinese cultuur belichaamt.

Na een gado-gado maaltijd, drinken ze nog een grote kop Balinese thee. Lot krijgt het nog warmer. Terwijl ze een slok neemt, voelt ze een subtiele trilling die langzaam overgaat in een hevige schok, net zoals vanochtend. De sfeer van het café wordt verstoord door oorverdovend gegil. Op dat moment laat de ober, zijn dienblad hard op de grond vallen. Meer glazen volgen en het trillen verandert in schudden. De glazen op tafel rinkelen, borden trillen en vallen op de grond. Het geluid van brekend servies vormt een akelige symfonie en tevens een natuurlijk alarm, waarna iedereen opstaat en massaal richting de smalle deur rent. Dit alles gebeurt weer in slechts enkele seconden.

Lot is weer gedesoriënteerd, kijkt razendsnel om zich heen, pakt haar moeders hand en loopt met de anderen mee naar de uitgang. “Bescherm je hoofd!”, roept haar tante. Achter hen valt een schilderij van de muur. Mensen beginnen harder te schreeuwen en paniek verspreidt zich als een lopend vuurtje. Door de kleine uitgang kunnen maar weinig mensen tegelijk naar buiten. De tante van Lot laat weten dat het epicentrum van de Beving op het eiland Lombok ligt, in zee en dat de schade op het eiland groot is. Dan horen ze mensen roepen ‘Tsunami, Tsunami’. Tante spreekt Indonesisch en praat met de man naast haar. Er wordt een Tsunami verwacht. Iedereen moet naar een hoger gelegen punt en iedereen vlucht massaal richting de berg, te voet, met de auto of met drie of vier op een schooter. “Higher, get higher, Tsunami!!”, schreeuwde een jonge Balinese jongen die een scooter startte. Geschreeuw, gegil en gehuil klinkt en ze besluiten met de auto van haar Tante meteen naar haar huis op de berg te rijden.

Op elke hoek van de straat staan honderden mensen. Mensen dragen grote tassen, al dan niet op hun scooters, ter voorbereiding op een onheilspellende voorspelling. Te midden van het tumult proberen ze hun weg te vinden. Het is maar vijf minuten met de auto, maar het duurt een eeuwigheid, denkt Lot. Eenmaal aangekomen sprinten ze het huis in. Al het servies ligt verspreid over de grond en lampen flikkerden. Haar tante zet de televisie aan. Met grote letters stond er ‘Tsunami- earthquake- 8.0 Scala.’ Op tv zien ze een nieuwslezer die met gespannen gelaat het laatste nieuws rapporteert. Achter hem loopt een redactie zenuwachtig heen en weer.

Plotseling klinkt er buiten een schel, luid, indringend alarm. Het enige, hoorbare geluid op dat moment. Lot, haar moeder en haar tante kijken elkaar angstig aan en rennen instinctief naar boven, naar het dak van het huis. Ondertussen luisteren ze de Balinese radio, hopend op meer informatie. Het radiogeluid stottert. Overal zitten mensen op alle daken van de omliggende gebouwen. Ongeloof zit gevangen in hun ogen. In de verte ziet Lot de zee, het is het engste wat ze ooit gezien heeft, vooral omdat ze er gisteren nog in zwom. Nagelbijtend, ligt ze in de beschermende armen van haar moeder huilend en schokkend af te wachten tot de Tsunami alles zal gaan verwoesten. Ze knijpt haar ogen en haar oren dicht, alsof ze zichzelf al afsluit van de gruwelijke realiteit. Ze kan zich niet klein genoeg maken. De aardbeving zit nu ook in Lot, zo schokkend, trillend en wankelend zit ze daar op het dak.

Plots barst er een golf van opwinding los. Lot doet voorzichtig haar ogen open, maar vertrekt geen spier. Mensen beginnen te juichen en op te staan, rennen de straten op en omhelzen elkaar. De radio begint langzaam weer ontvangst te krijgen, en Lot’s tante, die Balinees spreekt en verstaat, begint te lachen terwijl ze naar de radio luistert. “De tsunami is geweest, het werd gemeten, maar het was slechts 8 centimeter.” Lot beseft hoe snel en zwaar ze ademt en hoe haar zintuigen bijna uit elkaar lijken te spatten van de opgebouwde spanning. Ze richt zich tot haar moeder en zegt: “Ik heb me nog nooit zo bang gevoeld.” De tranen rollen over Lot en haar moeders wangen. “Wij allemaal”, probeert haar moeder er stotterend uit te brengen en daarbij glimlacht ze.

“Gelukkig vliegen we morgen naar Bangkok”, voegt Lot toe. Haar stem trilt van de nasleep van de angst die haar overmand heeft. De gedachte aan een nieuwe bestemming brengt een sprankje hoop in de donkere wolk van angst die boven hun hangt. Lot denkt even na en zegt: “In Thailand ga ik surfen! Je hebt geen controle over de golven, maar je kan er wel op leren surfen.”

Over de auteur