Als ik maar hard genoeg bid, wordt ze weer beter. Dat is wat Bas (11) vurig gelooft. Het is ook de boodschap die hij overal om zich heen hoort. Zijn vader, de mensen in de kerk, ook zijn moeder zelf, iedereen zegt het. Dan is het waar, denkt Bas. En dus bidt hij, thuis en in de kerk. God kan haar beter maken, maar dan moet hij nóg meer bidden en nóg beter zijn best doen in de kerk dan hij al deed. Dan komt het goed. Net als toen hij God vroeg om een goed cijfer voor zijn spreekbeurt. Dat lukte ook, hij kreeg zelfs een acht. Dan lukt dit ook.
Als er op de scans uitzaaiingen te zien zijn, blijft de boodschap staan: bidden voor genezing. En Bas bidt. Dertien maanden lang. De klap is daarom dubbel zo groot als hij van zijn vader te horen krijgt dat zijn moeder is komen te overlijden. Al die tijd heeft hij vertrouwd op de wijze woorden van de mensen uit de kerk. “Als God wil dat je geneest, genees je volledig”. Die woorden spoken nu door zijn hoofd.
De woorden gaan een eigen leven leiden. Als God het wil, genees je volledig, maar het gebeurt niet. En Bas gaat zich een heleboel vragen stellen. Is dit een teken dat God niet wil dat zijn moeder beter wordt? Moet hij eigenlijk nog wel blijven bidden? Zijn zussen nemen het de mensen uit de kerk zo ontzettend kwalijk, dat ze zich losbreken met het geloof en verhuizen naar de andere kant van het land. Bas weet dat zijn vader geen enkele twijfels over deze situatie heeft en dit, hoe gek het voor hem ook is, als een teken van God ziet. Maar voor hem dan?
Twijfel
Bas is nog altijd overtuigd van het bestaan van God, maar hoe hij het geloof nu moet gaan invullen? Hij heeft geen idee. Het bidden levert volgens hem geen reactie op van God. Het smeken voor een voldoende neemt af en zijn twijfels aan de kerk juist toe. Deze twijfels deelt hij met niemand, al helemaal niet met zijn vader.
Want die wordt steeds meer onbereikbaar voor zijn zoon. Communicatie tussen de twee is er al niet veel, maar een kritische vraag over het geloof of de bijbel is louter een taboe. Wanneer Bas het gebed voor het avondmaal in twijfel probeert te trekken, krijgt hij “Mond en ogen dicht en nu gewoon bidden” als respons. En ook op zondag richting de kerk is “Je gaat mee of je hebt een probleem” de reactie waar hij het mee moet doen.
Champagneglazen
En dus ontwricht Bas zich steeds meer van de regels van zijn vader en de idealen van het geloof. Zijn keuzes zou zijn vader zeker afkeuren, wanneer hij ervan af zou weten. Maar Bas houdt alles voor zijn vader geheim. De jointjes die hij rookt bewaart hij in een bidon onder zijn bed en de XTC die hij heeft gekocht van ongure types liggen in een geheim kistje achter zijn bureau. Op de bruiloft van zijn vader en zijn nieuwe vrouw pikt Bas de ene na het andere champagne glas en vertrekt hij dronken naar huis.
Op school ontmoet hij veel scholieren die helemaal niet zo veel met het christendom hebben. Zijn vrienden zijn allemaal ongelovig en gebruiken regelmatig onchristelijke termen. Bas volgt lessen biologie, waar hij lessen over de herkomst van de mens het meest interessant vindt, maar die haaks staan op de overtuigingen van zijn vader.
Bas weet dat een open gesprek over het ontstaan van de aarde en mens geen mogelijkheid is. Zijn vader heeft duidelijke regels en zolang Bas nog in zijn huis woont, zal hij die regels honoreren. Af en toe denkt Bas aan zijn acties en wat voor consequenties die hebben voor zijn geloof. Maar hij is er eigenlijk al een tijd uit; het christendom heeft hem niets meer te bieden. Bidden vlak voor het nuttigen van een pasta is nog steeds de bedoeling, maar in zijn hoofd is hij met hele andere dingen bezig. Op zondag naar de kerk is nog altijd een verplichting, maar hij let niet meer op en zit op zijn telefoon tijdens de preek.
Reflectie
Na het afronden van de middelbare school besluit Bas verpleegkunde te gaan studeren. Hij krijgt al gauw een kans om stage te gaan lopen in het UMC Utrecht, waar hij in een zusterflatje in de Watervogelbuurt gaat wonen en het huis van zijn vader verlaat. De afstand tot zijn vader is letterlijk en figuurlijk groter dan ooit. Ze zien en spreken elkaar maanden niet. Bas geeft in deze periode zijn eigen gedachten over het leven de ruimte. Hij ziet in dat zijn alcohol- en drugsgebruik een reactie zijn geweest op de enorme twijfel in het geloof die het overlijden van zijn moeder teweeg heeft gebracht. Hij voelt de behoefte dit te delen met zijn vader. Het contact is de laatste weken weer wat aangehaald en er lijkt meer draagvlak voor een discussie over geloof en zingeving. Bas maakt een afspraak om weer eens bij te praten.
Mokerslag
Aan de keukentafel bij zijn vader voelt het ongemakkelijk. Er worden beleefdheden uitgewisseld. Bas vertelt over zijn opleiding en zijn studio. Zijn vader vertelt over zijn werk en over de verbouwing bij zijn nieuwe woning. Dan haalt Bas diep adem en vertelt dat hij in Utrecht niet van plan is zich bij een kerk aan te sluiten. Zijn vader kijkt hem aan en zwijgt. Bas vertelt verder. Over dat hij sinds het overlijden van zijn moeder steeds meer is gaan twijfelen aan het geloof. Zijn vader zwijgt.
Bas vertelt over hoe hij met die twijfel is omgegaan. Hoe die ervoor zorgde dat hij is gaan experimenteren met alcohol – over drugs vertellen, durft hij niet. Hij vertelt dat op de bruiloft van zijn vader met zijn nieuwe vrouw hij stiekem champagneglazen van de tafel pakte en veel te veel dronk. Zijn vader zucht en zwijgt. Om de ongemakkelijke stilte te doorbreken, blijft Bas maar praten. Hij vertelt zelfs over zijn nachtelijke vluchten naar zijn vriendin, nadat hij met kussens in zijn bed veinsde daar zelf nog in te liggen. Als zijn vader blijft zwijgen, zwijgt Bas ook.
Dan kijkt zijn vader Bas aan en zegt: “Ik ben ontzettend teleurgesteld in je keuze om het geloof los te laten. Dit hadden mama en ik echt niet gewild”. Opnieuw valt er een stilte. Maar vanbinnen dreunt het na bij Bas. Die laatste opmerking boort door zijn ziel. Dat zijn vader de keuze van Bas om het geloof los te laten zou afkeuren, had hij wel ingecalculeerd. Maar het erbij halen van zijn overleden moeder doet hem echt ontzettend veel pijn. Niet alleen is hij zijn moeder verloren, maar nu voelt het alsof ze hem postuum ook veroordeelt om de keuze die hij maakte. Bas kan dit niet verwoorden richting zijn vader. Na nog wat beleefdheden gaat Bas weer richting Utrecht.
Het gesprek is nooit meer afgemaakt. Het contact blijft wel, al is het oppervlakkig. In zichzelf is Bas niet teleurgesteld. Ook al vindt hij de kracht die christenen uit het geloof weten te putten nog wel eens jaloersmakend. “Maar ik ben wel echt blij met de keuze die ik heb gemaakt.”