In steeds meer documentaires die in Nederland gemaakt worden, worden fictie-elementen verwerkt. We
noemen dit hybride films. De afgelopen jaren is er steeds wel iemand die met een hybride film afstudeert op de Filmacademie. Populaire documentairemakers, zoals bijvoorbeeld Vincent Boy Kars, zijn zo populair geworden doordat zij hybride films maken. Deze trend is ontstaan omdat er kritisch wordt gekeken naar feiten en universele waarden, zoals bijv. elkaar gelijk behandelen of trouwheid, omdat mensen dan het gevoel hebben dat hen een waarheid wordt opgelegd. Dit uit zich in een beweging van mensen die objectiviteit niet vertrouwen, omdat dat als een opgelegd perspectief voelt.
Fictie elementen
Het woord ‘fictie’ wordt snel als een synoniem van het woord ‘nep’ gezien. Bij hybride documentaires is dit niet het geval. Met fictie elementen wordt bedoeld dat elementen in de film ‘gemaakt’ zijn. De tegenhanger van hybride films zijn pure observerende films, waarin de maker zo weinig mogelijk invloed heeft op het verhaal. De trend van hybride documentaires betekent niet dat klassieke verhaalstructuren weg te denken zijn uit het huidige documentaire aanbod in Nederland.
Befaamde filmmaker Sunny Bergman hanteert een klassieke aanpak wanneer ze een film maakt. In haar film ‘Man Made’ bijvoorbeeld, interviewt ze mannen en filmt ze op plekken die typisch voor mannen zijn. Haar stijl van vastleggen is vrij klassiek. Het is observerend en onderzoekend, dit betekent niet dat haar eigen mening niet doorkomt, want die vertelt ze met woorden in voice overs of aan de mensen die ze interviewt. In essentie gaat het over de gekozen vertelvorm die haar documentaires klassiek maken.
“Het meest voorkomende fictie element dat wordt toegevoegd aan een documentaire is dat scenes worden nagespeeld”, vertelt voormalig documentaire-onderzoekster van 2Doc Kitty Munnichs.
[aesop_character img=”https://svjmedia.nl/specialisaties/wp-content/uploads/sites/735/2024/01/Vincent-Boy-Kars-Portret-2.jpeg” name=”☎️ KLIK OP DE AUDIO HIERONDER OM VINCENT BOY KARS TE BELLEN☎️” caption=”
Documentairemaker Vincent Boy Kars over waarom hij begonnen is met het maken van hybride documentaires” align=”left” width=”65%” force_circle=”off” revealfx=”off”]
Hybride documentaires
Bij hybride films bedenkt bijvoorbeeld de regisseur kaders waar het verhaal zich in kan afspelen of laat de regisseur iets zien door iets uit te beelden. In de afstudeerfilm en later de gelijknamige serie van Miriam Guttmann genaamd ‘Het Zaad van Karbaat’, heeft Guttmann ervoor gekozen om de interviews met de geïnterviewde in nagebouwde sets van het kantoor en de werkkamer van Jan Karbaat af te nemen. “Op het moment is de academie wel gewend aan dit soort hybride projecten, maar destijds waren we de eerste die een set wilde bouwen om interviews in op te nemen”, vertelt Guttmann. “Deze kader zorgen ervoor dat de geïnterviewde ouders een duik in het verleden nemen”.
[aesop_character img=”https://svjmedia.nl/specialisaties/wp-content/uploads/sites/735/2024/01/Miriam-Guttmann-13-scaled.jpeg” name=”☎️ Klik op de audio hieronder om Miriam Guttmann te bellen☎️” caption=”
Documentairemaker Miriam Guttmann over waarom zij ervoor heeft gekozen om de werkkamer en behandelkamer van Karbaat na te bouwen” align=”left” width=”45%” force_circle=”off” revealfx=”off”]
Klassieke vertelvormen
Er is gebleken dat mensen bij klassieke verhaallijnen zich een ‘waarheid’ opgelegd voelen worden, schrijft sociale wetenschapper en professor Markus Ojala. De afgelopen dertig jaar is er een daling in het vertrouwen van journalistiek en media.
Het documentaire medium is een breed medium. Het kan meer de journalistieke kant op vallen of meer de kunstzinnige kant. Documentaires die klassieke verhaallijnen volgen maken hetzelfde wantrouwen mee als waar de journalistiek last van heeft. Journalistiek wordt de afgelopen dertig jaar gezien als iets wat zich te subjectief opstelt om objectief te zijn en dus onbetrouwbaar. Er is een wantrouwen vanuit de maatschappij bij media die het imago hebben dat het betrouwbaar moet zijn. De journalistiek heeft hier last van en documentaires die de journalistieke kant op gaan maken hetzelfde wantrouwen mee.
Objectiviteit
Maar wat is objectiviteit? Oprichter van de Correspondent, Rob Wijnberg, schrijft in een column dat hij vindt dat het misleidend en gevaarlijk is om naar de journalistiek als objectief te kijken. Het is namelijk lastig om naar totale objectiviteit te streven. Een objectieve vertelvorm staat voor een vertelvorm die het verhaal feitelijk en ongekleurd vertelt. Maar wanneer je een item schrijft of opneemt, maak je altijd keuzes van wat er wel of wat er niet in komt. Op die manier geef je kleur aan hetgeen wat je aan het maken bent. Door dit gegeven kan je twijfelen aan het feit of je überhaupt objectief te werk kan gaan. Mensen hun band met objectiviteit wisselt per fase. In de jaren 70 was het uit den boze om een hybride documentaire te maken, heeft onderzoeker Markus Ojala ondervonden.
Het was in de jaren 70 belangrijk om een zo waarheidsgetrouwe en zo feitelijk mogelijke vertelvorm te gebruiken. Dit uitte zich in dat er observerende documentaires werden gemaakt, waar de hand van de maker niet duidelijk te zien was. Het onderwerp was leidend voor het verhaal.
In een onderzoek naar klimaat journalistiek schrijft professor aan de universiteit van Hamburg, Michael Brüggemann, dat we sinds de jaren 90 in een ‘post-normale’ tijd leven als het om objectieve journalistiek gaat. Objectiviteit berichtgeven is zo feitelijk en waarheidsgetrouw berichtgeven, maar er wordt steeds kritischer naar feiten gekeken. Je kan geen objectiviteit hebben als feiten als meningen of als onjuist worden gezien. Bij objectieve vertelvormen worden feiten als feiten neergezet en is er dus geen ruimte voor een eigen invulling. Bij subjectieve vertelvormen voelt de kijker dat het een mening is en dat er ruimte is voor de kijker om er zelf een mening over mag vormen. Mensen vertrouwen de meningen van anderen minder heeft Brüggemann onderzocht. Misschien hebben we wel nog dezelfde universele waarden, maar vertrouwen we anderen niet dat zij ook in dezelfde waarden geloven?
[aesop_content color=”#000000″ background=”#d6d6d6″ columns=”1″ position=”none” imgrepeat=”no-repeat” disable_bgshading=”off” floaterposition=”left” floaterdirection=”up” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off” aesop-generator-content=”We leven in een tijd waarin mensen kritisch zijn op universele kernwaarden. Eén van de belangrijkste universele kernwaarden is elkaar gelijk behandelen. Wat vinden mensen daar nu van?
[MAM id=IQmkDj7X type=video]”]
We leven in een tijd waarin mensen kritisch zijn op universele kernwaarden. Eén van de belangrijkste universele kernwaarden is elkaar gelijk behandelen. Wat vinden mensen daar nu van?
[/aesop_content]
De financiering van documentaires
Nederland is een subsidieland en fondsen zijn belangrijke spelers in de Nederlandse documentaire branche. De grote films die gemaakt worden, worden gemaakt door de subsidies die ze hebben ontvangen. “De fondsen zorgen er ook voor dat bepaalde documentaires gemaakt kunnen worden en dat documentaires een extra laag kunnen krijgen, omdat er niet alleen een commerciële insteek is”, geeft documentairemaakster Miriam Guttmann aan.
In ons land zijn er voor documentairefilms drie grote fondsen: het NPO-fonds, het Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (COBO) en het Filmfonds. Het lijkt erop dat fondsen ook steeds meer meebewegen met de ontwikkelingen van de documentairefilm. Het Filmfonds heeft sinds dit jaar een nieuwe regeling voor hybride documentairefilms genaamd Caleidoscoop. De regeling is voor experimentele films en je kan alleen in aanmerking komen voor de regeling als je een film maakt die hybride is.
Vincent Boy Kars is met zijn film Drama Girl een pionier als het gaat om het financieren van hybride documentaires. Kars vertelt dat het lastig was om met meerdere fondsen tegelijkertijd in zee te gaan: “Omdat er in de documentaire scenes met acteurs worden nagespeeld heb je meer geld nodig. Je kan er dan naar kijken dat het een dure documentaire is, maar het is een complexer verhaal”, vertelt Kars.
Er zijn steeds meer hybride films
In drie van de vier afstudeerfilms van de Filmacademie van het afgelopen jaar zitten hybride elementen. Er zijn meerdere makers van de huidige generaties Nederlandse documentairemakers die in hun handtekening hybride film maken hebben verwerkt. Guido Hendrikx is één daarvan. In zijn film ‘Stranger in Paradise’ is een acteur te zien die de rol van hoe Europeanen op vluchtelingen reageren belichaamt als een leraar die groepen vluchtelingen lesgeeft over ‘hoe het is om in Europa te wonen’.
Tegen de ene groep neemt hij als leraar de rol aan van de Europeanen die vluchtelingen verwelkomen. Tegen die groep is hij dus verwelkomend. Maar tegen een andere groep vluchtelingen neemt hij de rol aan van Europeanen die geen vluchtelingen willen opnemen, tegen hen vertelt hij dat ze geen kansen hebben in Europa en dat ze beter hun eigen land kunnen opbouwen. Door het spel van de acteur is voor de kijker duidelijk te zien wat verschillende Europeaanse meningen zijn. Het wordt op een duidelijk en gebundelde manier verteld door de verschillende meningen door een acteur zijn spel neer te zetten. Hendrikx had ervoor kunnen kiezen om een film te maken met A-roll en B-roll van Europeanen en vluchtelingen. Maar hij heeft ervoor gekozen om het verhaal wat hij wilde vertellen, hoe verschillende Europeanen reageren op vluchtelingen en hoe vluchtelingen op die verschillende reacties reageren, met een alternatieve verhaalvorm te vertellen. De film was de openingsfilm van het IDFA in 2016.
[aesop_character img=”https://svjmedia.nl/specialisaties/wp-content/uploads/sites/735/2024/01/anne-vaandrager.jpeg” name=”☎️ Klik op de audio hieronder om Anne Vaandrager te bellen☎️” caption=”Anne Vaandrager heeft in haar documentaire: ‘Zon in de Nacht’ ervoor gekozen om scenes uit het leven van haar opa na te laten spelen door acteurs. Hierdoor ontstaan er tussen haar en de acteurs gesprekken” align=”left” width=”50%” force_circle=”off” revealfx=”off”]
Kitty Munnichs, voormalig documentaire-onderzoeker van 2Doc geeft aan dat ze merkte dat makers nog voorzichtig zijn met het invoegen van fictieve elementen: “Ik denk dat veel documentairemakers nog te voorzichtig zijn met het toevoegen van fictie elementen, dat mensen dan denken dat er onwaarheden in zitten.”
Aan de nieuwe ontwikkelingen binnen bijv. het Filmfonds, de journalistiek en de afstudeerfilms van de Filmacademie is te zien dat de trend van hybride documentaires er een is die zich de aankomende jaren zal blijven ontwikkelen.