De verkeersbordenroof na negen uur

De verkeersbordenroof na negen uur

Dit verhaal gaat over een groep jongeren die tijdens de avondklok een beetje uit verveling en uit kritiek naar de overheid begonnen met het roven van verkeersborden waarbij de nodige problemen kwamen kijken.

Intro

“Gaan we dit echt doen”, roept ik terwijl de anderen al aan de borden beginnen te sleutelen. “Niet treuzelen William, het moet snel gebeuren”, vervolgt Peter. Het is 3 uur ’s Nachts, je kan de krekels in de struiken en de stappen op het asfalt goed horen. Als het goed is, is er niemand op straat. Het vizier is gericht op een blauw rotonde bord die geplaatst is tegen een struik op de rotonde. Snel grijpt Peter naar zijn broekzak om de steeksleutel eruit te halen en dan begint het echte werk. “Wil houd jij de wacht of er niks aankomt” schreeuwt Roy naar hem. “ J-J-Ja is goed”, reageer ik terwijl ik een beetje begin te rillen en beven ondertussen. Binnen no time is het bord ervan afgeschroefd en net op dat moment ze ik ineens twee koplampen in de verte. Als het maar geen politie is “AUTO!!” schreeuw ik naar de anderen. Snel vluchten we met bord en al naar de struik op de rotonde en gaan zij allemaal hierin liggen “laag blijven en geen enkele beweging maken”, fluistert Roy naar mij en de rest. Afwachtend blijven wij geruisloos in de struiken tot de auto voorbijgaat en de rotonde bij de derde afslag verlaat. Een golf van opluchting gaat door de struiken. “Gelukkig heeft hij ons niet gezien”, vervolgt mijn kameraad Sem.

 

Hoofdstuk 1 hoe het begint

Het begint allemaal ruim driekwart jaar geleden. We krijgen onze eigen ‘keet’, oftewel een eigen plekje waar we veel tijd gaan doorbrengen. Dit is eigenlijk een oud schuurtje van mijn maat Roy, dat we met zijn allen hebben omgebouwd tot een soort mini kroeg. Zo is er een klein houten barretje met biertap en barkrukken en hangen er overal “Heineken” stickers. Een eigen plekje, ja zo voelde het eigenlijk. Voor het uitgaan zitten we hier gezellig met zijn allen om vervolgens rond een uurtje of elf twaalf richting het centrum van het dorp te gaan.

Bijna elke week zit ik hier samen met mijn maatjes Roy, peter, Sem en nog veel meer anderen. Het sfeertje is hier altijd heel gemoedelijk tot er iets gebeurd waar we al maanden bang voor zijn. Na weken met samengeknepen handjes persconferenties kijken is daar dan toch het pijnlijke moment wat een abrupt einde maakt aan de avonden in de keet. De avondklok wordt aangekondigd. De plannen om naar het dorp te gaan of om vrienden later op de avond op te zoeken worden ineens van tafel gegooid. Het is hier ook ineens stiller.

Na een week of vier merk je ineens een soort omschakeling. Met name bij Roy, die eigenlijk het meest baalt van alle omstandigheden. Hij komt ineens aanzetten met een soort gek imbus sleutelachtig object. “Kijk eens wat ik hier heb”, schreeuwt hij. Met dit voorwerp kun je allerlei verkeersborden eraf schroeven. “Ik zag dit laatst op internet voorbijkomen dat er mensen verkeersborden meenemen dus ik weet al wat we vanavond gaan doen”, vervolgt Roy al met een grote glimlach op zijn gezicht.

 

Hoofdstuk 2 De eerste keer op pad

Bij het idee alleen al begin ik al te rillen op mijn benen. Daar sta je dan op je vrijdagavond terwijl je eigenlijk binnen hoort te zijn bij een kruispunt terwijl je elk piepje en kraakje kan horen. Ineens is die stilte voorbij als Roy aankomt met zijn donkergrijze busje en er ineens een raam naar beneden wordt gedraaid. “Oké jongens als het goed is, dan is iedereen al een ruim uur binnen en kunnen wij onze slag slaan. Ons vizier is gericht op dat bord”, wijst Roy naar een omgekeerd driehoek bord, het welbekende voorrang verlenersbord. “Oké wie doet wat”, vervolgt Roy. “Ik help wel met sjouwen het busje in”, antwoord Sem. “Ik zorg wel voor het materiaal”, schreeuwt andere kameraad Samuel. Voordat ik erover na heb kunnen denken word ik op de uitkijk gezet. Nou vooruit dan maar.

Het gaat allemaal vrij snel. Roy schroeft het bord eraf en sjouwt het samen met Sem het busje in en eigenlijk is er geen vuiltje aan de lucht. “Was dit hem voor vanavond?” vraag ik dan. “Nee joh denk je dat ik die bus van mijn werk voor maar een bordje meeneem haha grapjas”, zegt Peter al rijdend. “Dit is een makkie we gaan niet met minder dan vijf borden naar huis al duurt het de hele nacht”, zegt Roy instemmend. Nou oke dan. De adrenaline van zojuist is als sneeuw voor de zon verdwenen. Het is een lange nacht die eigenlijk op enkele auto’s na probleemloos verloopt. Met een grote glimlach op ons gezicht en met zoveel verschillende soorten borden dat je het raam aan de achterkant van de bus niet meer ziet, komen we terug bij het schuurtje van Roy. “Jo maat wat wil je nu doen met die borden”, vraagt Sem. “Zie je de muren, die gaan helemaal vol kan ik je vertellen”, Antwoord Roy met een glimlach van oor tot oor. Vervolgens lopen wij met de borden naar binnen, alleen hoor ik wat geritsel en zie ik een vage blik van de buurman door de gordijnen. Als die het maar niet verdacht vindt. “Die kan er vast wel om lachen joh Wil gewoon doorlopen”, reageert Peter.

 

Hoofdstuk 3 Tweede keer op pad

 De volgende morgen word ik wakker, op mijn wekker zie ik dat het 9.28 uur is en ik hoor de hele tijd berichten binnenkomen. Half gapend loop ik naar mijn telefoon die oplicht. 50 meldingen van Roy in groep bordenstrijders. Wat is dit nou. Ineens verschijnen er allerlei nieuwsartikelen en koppen van artikelen. “Tientallen borden vermist”, “Avondklokdieven slaan toe”, dat zijn teksten die ik voorbij zien komen. “Dit is echt goud jongens, volgende week gaan we weer” reageert Roy hierop. Stiekem moet ik er wel om lachen alleen denk ik dan toch in mijn achterhoofd aan de buurman van gisteravond.

 

Het is weer vrijdagavond kwart voor negen en hoe meer het richting 9 uur gaat hoe meer grijnzen er op iedereens gezicht komen. Dan kun je al raden waar het weer tijd voor is. “Oké jongens vandaag gaan we het nog beter doen dan vorige week. Vandaag nemen we niet alleen maar borden mee maar we gaan er ook een paar omwisselen”, roept Peter. Een hard gejuich vanuit de rest volgt. Ik juich maar een beetje mee, je wil natuurlijk niet achterblijven. We komen aan bij de meest riskante plek, namelijk de meest in het zicht liggende rotonde van het hele dorp. Extra felle lantaarnpalen verlichten de rotonde waardoor het haast net zo licht lijkt als overdag. Daarnaast moet iedereen die een beetje in de buurt van het centrum van het dorp woont hier overheen. Waar beginnen we aan. Deze gasten zijn knettergek.

Eenmaal aangekomen maakt Roy het plan duidelijk. Het idee is dat we het loodzware bord van de beruchte rotonde verwisselen met het fietspad bord van een straat om de hoek. “Extra scherp zijn vandaag he Wil, je mag niet verzaken vandaag anders kost het ons de kop” roept Roy met een scherpe blik naar mij. “Ja komt goed maatje ik stel je niet teleur”, zeg ik dan maar terwijl ik aan de rand van de rotonde bij de bosjes ga staan waar we heen kunnen wanneer het gevaarlijk wordt. “Daar gaan we boys”, schreeuwt Sem terwijl hij samen met Roy en Peter het bord er weer aan het afschroeven zijn. Het ziet er allemaal weer vlekkeloos uit alleen zie ik in de verte twee grote witte koplampen. Naar mate hij dichterbij komt zie ik dat het een busje is en zie ik de welbekende rode en blauwe strepen en ik blijft verstijfd staan. Na een paar seconden begin ik het me te realiseren. “POLITIE!”. Iedereen schrikt op en begint te rennen terwijl de politieauto ons nadert op de rotonde. “Staan blijven jongens” schreeuwt een agent in de bus naar ons. “Gooi dat bord in de bosjes en ga over het bruggetje en dan de steeg in”, roept Roy dan naar de rest. We volgen Roy vervolgens en hopen ze maar kwijt te zijn. We rennen verder door naar de straat waar de steeg uitkomt. Alleen tot onze grote schrik rijdt het busje daar rond. “Snel de andere kant op. Ze hebben ons busje met de borden waarschijnlijk niet gepakt anders waren ze daar ons wel aan het opwachten”, roept Sem dan. Heel voorzichtig kruipen we terug en komen we weer bij de rotonde van zojuist uit waar een straat daarnaast onze bus staat. Het rotondebord wat we net in de bosjes hebben gelegd is al weggehaald. “De kust is veilig. Gewoon in een keer de weg overrennen de straat in dan moet het goed komen. Ze kunnen ons sowieso niet allemaal pakken”, fluistert Roy. In een klap flitsen we als de brandweer met zijn allen over de brug, de weg over en de straat in waar ons busje staat. We stappen snel in en rijden met wel 100 kilometer per uur de straat uit. Terwijl we aankomen bij ons schuurtje is het doodstil. Niemand durft wat te zeggen. Het ging allemaal nog maar net goed vandaag.

 

Hoofdstuk 4 Het verdere verloop

De zaterdag de dag daarna weet ik eigenlijk niet hoe het verder moet. Iedereen kijkt elkaar een beetje aan wanneer wij met zijn allen in ons welbekende schuurtje zitten. Behalve Roy en Peter dan, die gedragen zich alsof er nooit wat gebeurd is. Later op de avond maken zij ook samen de bus weer klaar en zie je de bui al hangen. “Nou jongens vandaag gaan we de collectie weer uitbreiden. Wat we hebben is mooi”, zegt peter terwijl hij naar de muur wijst waar al tientallen borden hangen in allerlei soorten en maten. “We hebben nog hier en daar wat plekken over en daar gaan we straatnaamborden voor regelen de komende tijd”, vult Roy aan. “Maar zouden we dat wel doen dan na alles van de vorige keer”, reageert Sem daarop. “Ja tuurlijk we zijn de politie toch te snel af en straatnaamborden zijn makkelijker te pakken want die zitten overal en nergens en op minder openbare plekken”. Antwoord Roy daarop. Verder blijft het stil en later op de avond gaan we weer op pad. Het verloopt vrij soepel allemaal en dat geldt ook voor de periode die daarop volgt. Onze keet hangt na maanden succesvol borden pakken op hier en daar een paar kleine incidenten na helemaal vol met borden. Ondanks dat ik er even aan moest wennen, geeft me dit toch wel een trots gevoel. Dit hebben we toch samen maar mooi voor elkaar gekregen.

 

 

 

 

Hoofdstuk 5 Verlinkt

Na een paar weken lijkt het allemaal weer vrij rustig. De bordenjacht is wat minder intensief want de muren in onze keet hangen puilen uit van de borden. Het is een mooi gezicht. Het is toch ons unieke plekje geworden en dat in deze gekke tijd.

Een paar dagen later op woensdagmorgen begin van de middag krijg ik plots een telefoontje van Roy. Normaal belt hij me nooit op dit tijdstip. “Jo Wil we hebben een probleem auwe. We zijn gepakt. Die lul van een buurman heeft ons gesnitcht”. Vertelt Roy met overslaande stem. Wat blijkt we zijn verraden door de buurman waar ik al bang voor was vanaf het begin. De politie is de schuur binnengevallen en voor alle borden bij elkaar moeten we een boete van 11.000 euro betalen. Alleen Roy wordt juridisch bestraft aangezien het in zijn huis is gebeurd, maar natuurlijk betalen we met zijn allen mee. We hebben het tenslotte toch samengedaan. Stiekem wist ik ergens wel dat het niet goed was, maar toch baal ik hier alsnog van. Al ons harde werk voor niks.

 

Over de auteur