Laatste training voor belangrijke Europese krachtmeting stemt Lars tevreden

Laatste training voor belangrijke Europese krachtmeting stemt Lars tevreden

Lars en teamgenoot voor de starthelling. Foto/tekst: Yorick van Teeseling

“Left arm up… go left,” klinkt het uit de mond van Jelle van Gorkum. Leunend op een gele paal met zijn linkerhand in zijn broekzak geeft hij zijn pupillen instructies voor welke kant ze op moeten draaien. Op het stenen gedeelte naast de BMX-baan van Papendaal verzorgt Jelle de warming-up. Vijf plastic palen zijn in een cirkel neergezet en daaromheen moeten de vijf leden van het Junior Elite Trainings Team de goede kant op draaien. De trainer bepaalt welke kant. Dit gebeurt ongeveer twee minuten en is bedoeld om de reactiesnelheid van de BMX’ers te testen. Halverwege deze sessie is er onderling wat gelach, als twee jongens onbedoeld de verkeerde kant op draaien en bijna tegen hun buurman opbotsen.

Op een druilige dinsdagavond traint het team van Jelle van Gorkum op Papendaal. Er wordt verzameld op het parkeerterrein van P6. Vanuit daar wordt naar de baan gereden. Verzamelen bij de baan zelf is vanwege opgelegde regels niet meer mogelijk. “De wielrenners die hier trainen, maken gebruik van het parcours dat ligt naast de BMX-baan. De weg wordt dan afgezet en je kan er niet meer uit met je auto,” legt Lars van Vliet uit. Ook zouden zich in het verleden gevaarlijke situaties hebben voorgedaan tussen wielrenners en BMX’ers. Hierdoor wordt voortaan verzameld en gezamenlijk naar de baan gereden.

“You have to be focused and listen to what I say,” probeert Jelle de boel weer op scherp te zetten. Samen met vier teamgenoten, die allemaal gekleed zijn in de kleuren van het team, hoort Lars van Vliet het aan. Even daarvoor hebben de jongens, met dezelfde plastic staven achter hun rug, een rekoefening van de benen gedaan. Diep door de knieën en de staaf op je nek laten rusten. Na ongeveer tien minuten is de warming-up voorbij en gaat iedereen de baan op. “First we are going to do some warm-up laps, and then we focus on the start,” legt Jelle uit. Hij doet de uitleg in het Engels, omdat er een BMX’er in het team zit uit Zuid-Afrika. Aan twee rijders legt hij het in het Nederlands uit.

Nadat alle rijders zich hebben warm gereden op de baan, is Jelle inmiddels omhoog naar de starthekken geklommen. Het warm rijden gebeurt soms met twee of drie teamgenoten die achter elkaar rijden en hoog boven de hobbels uitkomen. Er is wat paniek bij een van de rijders. Bij het neerkomen na een sprong hoorden alle aanwezigen een hard geluid. Even wordt gedacht dat het stuur brak, maar er blijkt een scheurtje in te zitten. De vader van de rijder probeert met behulp van een moersleutel de fiets te repareren en na wat duw-en-trekwerk blijkt het gemaakt te zijn. Alle rijders maken de klim naar boven en de starttraining gaat beginnen.

Door inspectie bleek dat er toch een scheur in de remschijf zat. Foto/tekst: Yorick van Teeseling

De ‘startbaan’ is een grijze vlakte die met een hoek van 45 graden naar beneden loopt. Eenmaal boven nemen de rijders plaats achter de hekken. Volgens Lars is het belangrijk om dit te blijven trainen: “Een goede start is heel belangrijk. Als je na de start voor ligt, is het moeilijk om ingehaald te worden.” Eerst gaan de rijders met zijn drieën of vieren naar beneden tot aan de eerste hobbel. “First we do the first part, and then we go the second part,” verduidelijkt Jelle in het Engels. Na twee keer de start te hebben gedaan, is er een klein onderonsje tussen Lars en Jelle. Jelle geeft met zijn handen aan hoe Lars zijn benen moet houden.

“Probeer je benen iets meer gestrekt te houden en let op de manier van doortrappen,” zegt Jelle tegen Lars. Twee meiden, die op uitnodiging meetrainen, moeten lachen. “De start is nog wel aardig, maar ik heb problemen met doortrappen,” zegt een van de twee. Het meisje laat zien dat haar benen moeite hebben om de kracht die vrijkomt na haar start om te zetten in snelheid. De jongens om haar heen moeten lachen en vinden dat het komt doordat ze meer moet trainen. Dat er zogeheten gastrijders zijn die meetrainen, heeft volgens Lars een belangrijke reden: “Wij als team huren de baan en dat is rond de vierhonderd euro per training. Op social media nodigen we mensen uit die dan tegen betaling mee kunnen trainen. Hierdoor kunnen we de kosten laag houden.”

Lars en Jelle hebben een momentje voor hunzelf. Foto/tekst: Yorick van Teeseling

Wie denkt dat iedereen zomaar kan meetrainen, heeft het echter mis: “Er zitten wel bepaalde criteria aan. Zo moet je een bepaalde leeftijd en ook een goed niveau hebben om op deze baan te mogen,” legt hij uit. Na een half uur zegt Jelle: “Now we will go untill the second part of the track.” Dat betekent dat alle rijders na de start alle hobbels over moeten, tot aan de eerste bocht naar links. Na een uur beginnen zich donkere wolken samen te pakken boven te baan en begint het hard te regenen. Alle aanwezigen snellen zich naar het gedeelte onder de baan, waar iedereen kan schuilen voor de regen. Hier staan ook twee kasten met helmen van rijders. De BMX-baan bevindt zich achter een groot hek en wordt met een elektronisch slot vergrendeld.

Na de regenbui gaan alle rijders weer richting de starthekken en blijven ze de start oefenen. Dat elke keer dezelfde oefening wordt gedaan, is volgens Lars geen probleem: “Je probeert je grenzen te verleggen. Ook wil je de verzuring zoveel mogelijk tegengaan.” Na ongeveer twee trainingsuren worden rond negen uur ’s avonds de laatste rondjes gereden. Jelle heeft inmiddels zijn positie ingenomen onderaan de baan, naast de starthelling. Hij vindt dit een ‘echte’ baan: “De baan van vorige week stelt niks voor vergeleken met deze baan. Hier worden de mannen van de jongens gescheiden,” zegt hij ietwat lacherig.

Lars in het midden tijdens het uitrijden. Foto/tekst: Yorick van Teeseling

Tegen het vallen van de duisternis ronden alle leden van het JETT-team en de drie gastrijders hun trainingsrondjes af. Inmiddels hebben enkele ouders hun auto toch maar opgehaald, want de training van de wielrenners ging kennelijk niet door. Nadat Lars samen met twee teamgenoten terug zijn van hun uitrijdrondje blikt hij tevreden terug: “Het was een lekkere training. Ik heb aan mijn start kunnen werken en Jelle hielp mij waar nodig.” Dit weekend vertrekt hij samen met zijn ouders naar Tsjechië en Duitsland voor een toernooi. Wellicht kan hij daar, met behulp van deze training, hoge ogen gooien.

Over de auteur