Landelijke personeelstekort binnen kinderopvang organisaties zorgt voor hoge werkdruk werknemers

Landelijke personeelstekort binnen kinderopvang organisaties zorgt voor hoge werkdruk werknemers

Kinderopvang | Beeld: dynamopeuters.nl

Lage salarissen en hoge werkdruk maken het niet aantrekkelijk om pedagogisch medewerker te worden bij een buitenschoolse opvang of een kinderdagverblijf. Om deze redenen is er in Nederland een personeelstekort van meer dan vijfduizend binnen deze branche, met de verwachting dat dit binnen tien jaar oploopt tot meer dan dertigduizend.

 

Het probleem lijkt steeds groter te worden waardoor steeds meer kinderopvangorganisaties hun deuren moeten sluiten en de wachtrijen bij de overgebleven organisaties steeds langer worden. Dit is ook merkbaar bij Partou, een van de grootste kinderopvangorganisaties van Nederland.

Bo van Gool is fulltime medewerkster van Partou Kanaalstraat 176 in Utrecht. Bo geeft aan op haar werk veel last te hebben van het personeelstekort ‘Wij werken heel veel met invallers, uitzendkrachten & Zzp’ers. Deze mensen zijn gediplomeerd, maar je merkt wel dat ze niet gemaakt zijn voor het vak, dat maakt de werkdruk ook hoger voor ons (de mensen in loondienst). Er wordt meer van ons verwacht terwijl wij eigenlijk dubbel werk aan het doen zijn’.

Kinderopvang organisaties niet onder de indruk van maatregelen overheid

Om het personeelstekort tegen te gaan komt de overheid met een aantal maatregelen, waarvan de belangrijkste het goedkoper maken van de kinderopvang op woensdagen en vrijdagen voor ouders is. Deze maatregel zou ervoor moeten zorgen dat meer ouders hun kinderen op deze dagen naar de kinderopvang brengen in plaats van andere drukkere dagen. Dit zou ertoe moeten leiden dat het aantal kinderen gespreid wordt over de week, waardoor er per dag minder medewerkers nodig zijn.

Barbara Theunissen, oprichtster en directielid van het kleine huis, kinderopvang in Amsterdam, denkt dat deze maatregel nutteloos is. ‘Bij ons zou deze maatregel niet werken. De kinderen zijn al helemaal uitgesmeerd over de week, we zitten al helemaal vol.’

Hetzelfde geld voor Partou in Utrecht, ‘de wachtrijen hier zijn al zo lang dat wij de inschrijvingen hebben stopgezet. Als je een plekje voor je kind op de crèche zou willen, moet je je eigenlijk al inschrijven als je pas drie weken zwanger bent.’

Overigens zijn soortgelijke maatregelen als de bovengenoemde maatregel al eerder getroffen, maar deze bleken niet effectief.

 

Eigen initiatieven kinderopvangorganisaties

Theunissen (het kleine huis) neemt zelf ook maatregelen binnen haar organisatie om het personeelstekort in te dammen. Zij focust zich alleen meer op het behoud van haar personeel. ‘Ik heb een beloning uitgezet voor medewerkers die nieuwe mensen aandragen en ik geef medewerkers een grotere bonus. Ook in de ondersteuning gaan we een pedagogische coach inzetten, meer dan dat er verplicht is. Dit zijn secundaire arbeidsvoorwaarden’.

Terwijl Het kleine huis in Amsterdam zich richt op behoud van medewerkers, focust Partou zich meer op het werven van nieuwe collega’s. Zo lopen zij met flyers en maken ze veel reclame op sociale media. ‘Helaas maken heel veel kinderopvangen reclame via sociale media op dit moment, dus eigenlijk heeft het allemaal niet zo veel zin. We voelen ons in dit opzicht een beetje machteloos’, aldus Bo.

Ook keert Partou zich tot de uitzendkrachten, deze uitzendkrachten zijn weliswaar opgeleid tot pedagogisch medewerker, maar in de meeste gevallen zijn ze een ander beroep gaan beoefenen. De reden dat zij weer aan de slag gaan als pedagogisch medewerker is omdat er veel vraag naar hen is. Als uitzendkracht krijg je alleen veel meer betaald dan iemand die in loondienst werkt, hierom worden zij Zzp’er in plaats van dat zij besluiten ergens vast te gaan werken.

Binnen Partou filialen is er wel spraken van onderlinge uitwisseling van medewerkers. ‘Als wij iemand te veel hebben bellen we een ander filiaal om te vragen of zij nog niemand nodig hebben. Meestal is dat het geval en sturen we een medewerker die kant op. Andersom gebeurt dit ook’.

Bo is dit werk gaan doen omdat zij gek is op kinderen, ze wil graag een aandeel hebben in hun ontwikkeling. Toch geeft zij aan dat als ze had geweten hoe het er hieraan toe ging ze een ander vakgebied gekozen had. ‘Je wordt hier niet gezien. Wij doen erg belangrijk werk, maar van buitenaf merk je niet veel waardering. Ook binnen de hele organisatie Partou voel ik mij een beetje een nummertje, vanwege het personeelstekort ligt de werkdruk heel hoog en wordt er weinig naar ons geluisterd’.

Over de auteur

Johan Mijer

Mijn naam is Johan Mijer. Ik ben 19 jaar oud en woon in Ouderkerk aan de Amstel. Ik studeer journalistiek op de Hogeschool in Utrecht. Mijn interesses liggen bij cultuur, sport en politiek. Naast mijn opleiding houd ik mij graag bezig met voetbal, luister ik graag muziek en ben ik werkzaam bij de Albert Heijn.