In Lombok zijn de afgelopen week vier nieuwe AED’s geplaatst. Dit ter gelegenheid van het veertig jarig bestaan van Gezondheidscentrum Lombok, dat voor elk decennium een AED heeft geschonken aan de wijk. Door heel Nederland zijn er steeds vaker AED’s te zien in bijna elke buurt. De plaatsing hiervan is de afgelopen jaren erg effectief gebleken. Het aantal met succes uitgevoerde reanimaties is inmiddels met 70% gestegen ten opzichte van vijftien jaar geleden.
Per jaar lijden er zo’n 300 mensen aan circulatiestilstanden waarbij het hart niet meer genoeg bloed rondpompt. Dit gebeurt vaak op onverwachte momenten in openbare plekken. In zo’n geval zijn er meestal omstanders die te hulp kunnen schieten met hartmassage en mond op mondbeademing, hiermee wordt de tijd overbrugt tot de stroomstoot van het reanimatie apparaat van de ambulance die er minimaal acht minuten over doet om op locatie aan te komen.
AED’s zorgen ervoor dat de overlevingskans groter wordt en de kans op blijvende schade na het ongeval, zoals hersenschade door zuurstoftekort, kleiner.
Door bijna heel Nederland hangen nu AED’s op openbaren plekken zoals winkelcentra, musea, scholen maar ook gewoon op straat.
‘Een AED kan het verschil maken tussen leven of dood’ vertelt Jan Van De Berg, ambulancebroeder en vrijwilliger bij het Reanimatiecentrum in Amersfoort. ‘Het toepassen van een AED betekent niet gelijk dat de patiënt is gered. Misschien is de patiënt wakker, maar dat hoeft ook niet alles te zeggen. Wij nemen vaak zelf de reanimatie over met onze eigen apparatuur en medicatie. Wij hebben een professionele hartmonitor van vijftigduizend euro waarmee wij hartfilmpjes maken. Ook kunnen wij daarmee de bloeddruk en het zuurstofgehalte van de patiënt meten.’
AED’s zijn zo simpel mogelijk gemaakt zodat iemand zonder medische opleiding het apparaat kan toepassen. Om een AED te gebruiken moet je wel enige kennis hebben van reanimatie en de AED. Deze mensen worden burgerhulpverleners genoemd. Burgerhulpverleners zijn gewone burgers die een drie uur durende medische cursus hebben gevolgd en via de app ‘HartslagNU’ opgeroepen kunnen worden om iemand te reanimeren die bij hen in de buurt een hartstilstand heeft.
Tess van Alkemade is zo’n burgerhulpverlener. Zij is echter nog nooit in de situatie gekomen dat zij iemand op straat heeft moeten reanimeren. ‘Ik ben burgerhulpverlener geworden nadat ik een verhaal hoorde over een jongen bij mij in de buurt die zijn eigen vader had gereanimeerd doormiddel van hartmassage en mond op mondbeademing. Dit zette mij aan het denken: wat als dit mijn vader was geweest?
Ik moet eerlijk zeggen dat ik wel blij ben dat ik nog nooit een melding heb gehad, het lijkt mij natuurlijk helemaal niet leuk iemand te moeten reanimeren. Maar als ik nodig ben dan sta ik er. Ik ben ook van mening dat iedereen burgerhulpverlener moet worden. Het is een cursus van drie uurtjes en je redt er levens mee.’
‘Ik ben heel blij dat wij met technologie en telefoons nu zo ver ontwikkeld zijn dat er heel snel met burgerhulpverleners gecommuniceerd kan worden.’ Vertelt Van De Berg. ‘Via een app op je telefoon sta je in direct contact met de meldkamer van de ambulance. Dit systeem in samenhang met de AED’s is zo ongelofelijk belangrijk voor de maatschappij. Hoe sneller er gestart wordt met reanimeren, hoe groter de overlevingskans. De buren zijn altijd sneller dan de hulpdiensten.’
Bekijk hier het interview over AED’s in de woonwijk door verslaggever Rosa Middelveen