De gemeente Utrecht wil in de komende jaren buurt voor buurt het betaald parkeren invoeren. De bedrijven binnen bedrijventerrein Lage Weide hebben hun vragen bij deze maatregel. Wat gaat deze maatregel voor hen betekenen en waarom zien zij dit niet zitten? Met een bezwaarbrief aan de gemeente hopen ze antwoorden en oplossingen te krijgen voor de mogelijk, komende problemen.
Binnen 12 jaar wil de gemeente Utrecht de hele stad Utrecht voorzien van betaald parkeren. ‘Betaald parkeren vermindert parkeeroverlast en moedigt duurzame alternatieven voor de auto aan’, zo zegt de gemeente. ‘Wanneer het aantal auto’s op straat niet toeneemt, blijft er meer ruimte over voor groen, ontspannen, spelen en duurzaam vervoer’. Deze voordelen klinken als muziek in de oren, maar niet alle partijen zijn enthousiast over het betaald parkeren. De gevestigde bedrijven op bedrijventerrein Lage Weide zien het idee voor het betaald parkeren namelijk niet direct zitten.
Volgens het plan van de gemeente moeten de parkeerders op het bedrijven terrein Lage Weide vanaf 2031-2034 gaan betalen voor een parkeerplek. De aangrenzende woonwijk Oog in al is echter al volgend jaar aan de beurt als het aankomt op het betaald parkeren. ‘Wanneer het betaald parkeren voor Oog in al in zal gaan, vrezen wij dat het op ons bedrijventerrein zal vollopen met parkeerders uit de wijk’, stelt Roeland Tameling, directeur-bestuurder van het parkmanagement op Lage Weide. Tameling geeft aan dat de werknemers, goederenvervoerders en bezoekers van ondernemers op het terrein geen goede alternatieven hebben om hun vrachtwagens en auto’s te kunnen parkeren. Via een bezwaarbrief aan het Utrechtse stadsbestuur hoopt het parkmanagement op venstertijden of blauwe zones voor vrachtauto’s. Tameling geeft aan dat het bedrijventerrein zeker niet tegen het betaald parkeren is, maar dat er wel passende oplossingen voor de bijkomende problemen moeten komen. ‘Wij als parkmanagement begrijpen dat het betaald parkeren ook zeker voordelen met zich meebrengt, maar we willen hier geen grote problemen van ervaren.’
Jan Willem de Jong, voorzitter van de Industrievereniging Lage Weide, stelde namens de Industrievereniging een bezwaarbrief op. In de brief komt de Jong terug op vier, voor de bedrijven belangrijke, hoofdpunten: het tegengaan van een waterbedeffect, het invoeren van venstertijden, het uitgeven van bewoners vergunningen en het terug investeren van opbrengsten uit de parkeergelden. Bij het tegengaan van het waterbedeffect vraagt de Jong om alternatieve vervoerswijzen aantrekkelijker te maken. Hierdoor zal het, in zijn woorden genoemde, waterbedeffect verminderd kunnen worden. Bij het invoeren van de venstertijden denkt de Jong aan het invoeren van blauwe zone’s, zodat klanten het 1ste uur gratis zouden kunnen parkeren. Bij het uitgeven van de bewonersvergunningen stelt de Jong vooral vragen over de prijzen van deze genoemde vergunningen. Hij stelt hierin voor om voor het bedrijventerrein een nieuwe zone (zone D) te creëren. In deze zone zouden er tarieven gehanteerd moeten worden die lijken op de bewonerstarieven. Als laatst wordt er in de bezwaarbrief gevraagd naar het herinvesteren van de opbrengsten van de parkeergelden. De Jong geeft aan dat de gemeente het betaald parkeren minder kan laten lijken op een ‘geldkoe’ door het verdiende geld terug te investeren in het bedrijventerrein. Hij stelt voor om het verdiende geld, via het Ondernemersfonds Utrecht, terug te investeren in het bedrijventerrein. Het bedrijventerrein zou met dit geld opzoek willen gaan naar duurzame vervoerd oplossingen.