Amersfoort

Selecteer Pagina

Expositie Zonen & Dochters is naast een expositie ook een leermoment

Expositie Zonen & Dochters is naast een expositie ook een leermoment

Binnen bij de expositie Zonen & Dochters

De expositie Zonen & Dochters is donderdag 28 maart van start gegaan in het Rietveldpaviljoen in Amersfoort. Bij deze expositie kunnen leerlingen van vijf middelbaren scholen in Amersfoort hun kunstwerken laten zien, die geïnspireerd zijn door verschillende kunstenaars. Henk van den Bosch is een van de kunstenaars die mee heeft gedaan aan dit project, maar hij is dit jaar ook de curator. 

Wat is dit voor project? 

“Dit is project is een samenwerkingsverband tussen scholen en kunstenaars en dan vooral een samenwerking tussen de leerlingen en de kunstenaars. Je gaat bij een kunstenaars op bezoek waardoor je geïnspireerd bent, want daar ligt dan de basis. Daar maak je dan een eigen werk van en als dat alleen maar op school blijft liggen en je krijgt vervolgens een zes of je krijgt een acht, dan vind ik dat er te veel werk is gestoken voor weinig resultaat. Hierdoor is er een expositie gekomen, zodat leerlingen hun kunstwerk konden tonen.” 

Wat maakt dit project anders dan andere projecten? 

“De charme van dit project is dat verschillende scholen, die niks met elkaar te maken hebben. Ervoor gezorgd hebben dat er uiteindelijk een grote gezamenlijke expositie is, waarin leerlingen hun eigen werk kunnen tonen, maar ook kunnen zien wat andere leerlingen gemaakt hebben. Zo kunnen leerlingen ook vergelijken en kijken hoe andere leerlingen zich hebben laten inspireren. Dat is echt wel de kracht van deze expositie.” 

Wat leren leerlingen door deze opdracht en de expositie? 

“Wat de achterliggende gedachten is dat er een aanleiding is, want je kunt leerlingen een thema mee geven bijvoorbeeld ‘maak een kunstwerk naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne’, maar hier zijn we echt van je moet zelf oriënteren op een kunstenaarspraktijk, dus er zijn negen of tien kunstenaars en daar moeten ze zelf van kiezen. Ze moeten dan bedenken wat hun het meest aanspreekt en dan ga je daar op bezoek. De achterliggende gedachte hierbij is dat je dan ook leert hoe een kunstenaar werkt en denkt, maar ook hoe een atelier eruitziet. Je leert vragen bedenken voor de gekozen kunstenaar en dat je zelf ook moet bepalen hoe je de inspiratie kan vertalen naar een eigen werk. Dus je gaat niet een kunstenaar na doen, maar je moet het als een aanleiding zien. Hierdoor heeft het dus ook wel een andere insteek dan een reguliere schoolopdracht.” 

Dus leerlingen leren veel over het werkveld, zit er ook een ander leerproces in deze opdracht? 

“Nou omdat je hiermee ook naar buiten treedt. Het is een andere manier van doen. Ze kunnen nu, en terecht, trots zijn op hun werk en dat tonen. Het is een heel traject geweest, wat begint met alleen maar de schroom overwinnen om de kunstenaar te bellen en dan een afspraak te maken om vervolgens op bezoek te gaan. Sommigen die doen het in hun eentje, maar de meesten die doen het in een groepje, want het is eng en dat hoort ook bij het leerling zijn. Je moet iets overwinnen en je moet op dat moment durft tonen. Je leert ook dat je in het atelier soms super geïnteresseerd kan zijn, maar soms ook alleen maar je vragen afraffelt. 

Het hoor allemaal bij de ontwikkeling op een school en het gaat verder dan dat je weet waar Maastricht en Leeuwarden liggen of hoe een wiskundesom in mekaar steekt. Dit draagt ook bij aan een soort algemene ontwikkeling waarbij die kunstzinnige vorming een belangrijk onderdeel is in het creatieve proces, maar vooral in de ontwikkeling van een leerling bij volwassen worden.” 

U had het net over dat er negen à tien kunstenaars betrokken zijn bij dit project, hoe zijn deze gekozen?  

“Dat is erg verschillend, ik heb daar niet aan de basis gestaan. Ik ben ook ooit gevraagd om mee te doen als kunstenaar. Soms dan is het het geval dat een kunstenaar verdwijnt en dan moet je opzoek naar een nieuwe kunstenaar. Net als Melanie Stinigută, zij gaat voor twee jaar naar Japan, dus zij doet volgend jaar niet meer mee, als dit dan nog eens georganiseerd wordt. Dan zal er dus iemand voor in de plaats moeten komen.

Wat we willen is dat de kunstenaars toch behoorlijk verschillen. John konijn is een figuratief werkende kunstenaar, hij is het meest populair. Als je alleen maar werken hebt geïnspireerd door hem, is het niet interessant. We hebben ook Mathieu Klomp, hij maakt ruimtelijk werk met bijzonder materiaal. Je moet dus ook gaan kijken naar wat voor variatie wil je bieden, leerlingen moeten wel wat te kiezen hebben. We blijven dus steeds opzoek naar variatie en verschillende kunstenaars.” 

Verslaggever Zhifeng Oude Sogtoen spreekt met docent Alian van Bielert en leerling Casper Claassens over de opdracht die de leerlingen van verschillende scholen moesten doen en de expositie die gemaakt is.

Over de auteur

Indira Khodabaks

Ik ben Indira Khodabaks (17) en ik kom uit de stad Gorinchem. Ik zit op de school voor journalistiek, omdat ik van nature erg nieuwsgierig ben en houd erg van schrijven. Sinds 1 september volg ik alles wat in Utrecht binnenstad gebeurt. Mijn interesseveld is vrij breed, zo ben ik geïnteresseerd in wereldwijd nieuws, maar ook in kleine culturele evenementen. Ik vind het belangrijk dat de inwoners weten wat er in hun stad gebeurt en ik hoop daar een bijdrage aan te leveren. contact: indira.khodabaks@student.hu.nl