SvJ media

Selecteer Pagina

Eva Rammeloo: ‘Er lopen in China altijd mannen achter mij aan’

Correspondent in China zijn en altijd overal vragen bij willen stellen. Op reportage gaan en achtervolgd worden door een groep mannen. Een netwerk opbouwen in een vreemd land. Eva Rammeloo (43) heeft het allemaal meegemaakt in haar 9 jaar correspondentschap in China. De oud SvJ’er laat China dit jaar achter zich en gaat nu in Frankrijk aan het werk. Eva neemt SvJmedia mee op haar avontuur in China. 

door | 3 07 2023, 17:07

Eva Rammeloo bij het partijcongres in 2017 Foto: Eva Rammeloo

‘Ik heb eigenlijk altijd al geweten dat ik correspondent wilde worden. Dus het was een kwestie van de juiste manier zoeken om dat voor elkaar te krijgen. Daarom ben ik in 2008 begonnen op de NOS-buitenlandredactie. Ik ben dus altijd al met het buitenland bezig geweest. 

Na de NOS ging ik aan het werk als parachute journalist. Ik dropte mijzelf dan in een land neer en ging mij overal over inlezen. Ik ging dan voor één specifiek verhaal naar dat land toe, daar zocht ik dan nog kleine verhalen erbij om te maken. Dat vond ik niet heel erg bevredigend, ik houd namelijk helemaal niet van zoeken naar een verhaal. Dat is er of niet. Toen heb ik twee keer zelf een reis gemaakt naar Shanghai in China. Daar kwam ik zoveel verhalen tegen die gewoon voor het oprapen lagen. Ik heb toen vrij snel besloten daar naartoe te willen verhuizen.’  

‘Toen ik in China aankwam kende ik eigenlijk niemand. Ik had nog helemaal geen netwerk. Nu ik opnieuw begin in Frankrijk als correspondent moet ik echt weer nadenken over hoe ik dat in China heb gedaan. Wat ik merk is dat ik een soort spons ben. Ik neem alles in mij op. Alles wat mensen mij vertellen en wat ik om mij heen zie onthoud ik. Of dat nou mijn buurman of bakker is, ik probeer met iedereen een praatje te maken. Toen ik in 2014 in China kwam was het nog redelijk makkelijk om met mensen te praten. Mensen vonden het destijds nog wel interessant om met een buitenlander te praten.  

Op een gegeven moment raadde iemand mij aan om alles wat los en vast zat te lezen over het land. Dat heb ik gedaan en doe ik eigenlijk nog steeds. Ik lees dan alle analyses die er te vinden zijn en dan weet je uiteindelijk wel wat er relevant is en niet.’ 

Een gat in de markt 
‘Ik ben een freelance correspondent dus ik heb niet één vaste werkgever. Ik ben altijd opzoek naar kranten waar ik verhalen aan kan verkopen. In de afgelopen jaren heb ik voor erg veel verschillende platformen geschreven. Zelfs een keer voor The New York Times. Ik heb wel voor meerdere buitenlandse kranten geschreven. Zoals de Deense krant Politiken en de Portugese krant Expresso. Ik schrijf mijn verhaal dan in eerste instantie in het Nederlands, daarna vertaal ik hem in het Engels. De Engelse tekst stuur ik dan op en de redactie van de krant vertaalt de tekst dan weer in bijvoorbeeld in het Deens of Portugees.’ 

 

Eva Rammeloo die door een groep mannen gevolgd wordt  Foto: Eva Rammeloo

Angst om te praten met journalisten 
‘Er is in China totaal geen persvrijheid. Dat merk ik in het maken van mijn verhalen heel erg. Als ik op reportage ga, lopen er altijd een paar mannen achter mij aan. Dat zijn vaak lokale ambtenaren. Soms zijn het boeren die ingehuurd zijn door de politie. Die mannen doen dan alsof ze de politie niet kennen en lopen de hele tijd achter je aan. Eigenlijk willen ze gewoon weten wat je aan het doen bent. Ze houden je in de gaten, maar tegelijkertijd schrikken ze mensen af om met je te praten. Daarom zijn Chinezen zo bang om met mij te praten.  

Het is ook niet makkelijk om met Chinezen in gesprek te gaan. Ik kon in de eerste jaren dat ik in China was gewoon een afspraak met mensen maken om over een onderwerp te praten. Ik wilde destijds een verhaal maken in de regio Xinjiang, dat ligt in het westen van het land. Dat was voordat de echte onderdrukking van de Oeigoeren begon. Ik wilde daar graag een verhaal over maken en belde toen een wetenschapper op. Die wilde graag vertellen wat hij wist en vond en nodigde mij uit op de thee.  

De laatste jaren is het bijna onmogelijk om een afspraak met iemand te maken. Dus ik ga er dan maar gewoon naartoe zonder een afspraak. Negen van de tien keer willen mensen niet met je praten, maar ik blijf doorgaan tot ik die ene persoon vind die wel wat wil zeggen. Vaak moet ik dan ook nog heel goed observeren en zoeken in het antwoord dat mensen geven. Toen ik in januari opzoek ging naar hoe Corona had toegeslagen op het platteland wilde ook niemand met mij praten. Op één winkelier na, hij had een winkel waar begrafenisaccessoires werden verkocht. Die winkelier zei toen iets van, “Ik heb een heel erg goeie omzet gedraaid afgelopen maand”. Daar kan ik dan uit afleiden dat Corona ook op het platteland heeft toegeslagen. Maar je moet uitkijken dat je niet te kort door de bocht gaat. In veel andere landen kun je dit soort conclusies echt niet trekken op basis van een paar vage uitspraken. In China is er weinig informatie beschikbaar, en dan is het handig als je de Chinese manier van communiceren begrijpt. Daar heb ik vaak hulp bij gehad van lokale journalisten.’ 

“Als ik op reportage ga, lopen er altijd een paar mannen achter mij aan.”

Bijzondere herinnering
‘Ik heb in mijn negen jaar in China een hoop dingen meegemaakt. Een van de meest bijzondere momenten was het partijcongres in 2017. In dit congres schafte Xi Jinping de limiet voor het voorzitterschap van de partij af. Daarmee begon het verhaal te lopen. Hij bevestigde hier eigenlijk dat hij aan de macht wilde blijven en niet van plan was na twee termijnen te stoppen. En dat is ook echt gebeurd. Begin dit jaar is Jinping aan zijn derde termijn begonnen. Een half jaar na het partijcongres werd dit voorstel door het volkscongres aangenomen. Dit was ook meteen het laatste partijcongres en het laatste volkscongres waar je als journalist nog vrij eenvoudig bij kon zijn. De congressen van afgelopen jaar mocht bijna niemand bij zijn.’ 

‘Niets verbindt mij met het land’
‘Na negen jaar in China te hebben gewoond vond ik het wel weer eens tijd voor een andere uitdaging. Ik ben natuurlijk freelancer dus ik heb geen werkgever die mij daar houdt of ergens anders naar overplaatst. Ik mag het allemaal zelf bedenken. Er is niets dat mij verbindt met China, ik ben bijvoorbeeld niet met een Chinees getrouwd. Ik vind het een fantastisch land en ik ben heel erg dankbaar dat ik daar zolang heb mogen werken en wonen. Maar het wordt tijd voor iets anders. De laatste jaren waren ook ontzettend vermoeiend en zwaar. Het voelde gezond om een beetje afstand te nemen, vandaar dat ik nu in Frankrijk aan de slag ga.’ 

Kilometers maken  
‘Als ik terugdenk aan mijn tijd op de SvJ denk ik aan twee dingen. Ten eerste dat de studie te lang duurde. Een vier jaar durende journalistiek studie was echt onnodig. Ik had volgens mij alles in een jaar of twee wel kunnen leren. Het tweede dat ik mij nog goed kan herinneren is een van mijn allereerste colleges. Het was echt een introductie journalistiek les, maar ik zal het nooit vergeten. Het was een PowerPointpresentatie met allemaal foto’s van straten. Maar op iedere foto was wel iets raars te zien. Een gek verkeersbord of een hek op een rare plek. De les was om bij alles wat je ziet vragen te stellen. Dat was voor mij de meest waardevolle les van de hele studie. Ik gebruik die tip tot op de dag van vandaag nog steeds.’ 

Eva Rammeloo die verslag doet van protesten in Shanghai in 2022  Foto: Eva Rammeloo

‘In mijn hele carrière heb ik vele tips gekregen over hoe ik een goede journalist kan zijn. Een van die tips is bijvoorbeeld dat je altijd wanneer je bij een bron thuiskomt zegt dat ze een leuk interieur hebben. Hoe arm of lelijk iemand ook woont. Dan voelt je bron zich veilig en op zijn gemak bij je. Ook heb ik als tip gekregen je interviewvragen altijd te beginnen met ‘wat’, want dan krijg je de meest concrete antwoorden.  

De tip die ik de studenten journalistiek van nu mee zou willen geven is kilometers maken. Hard werken en kilometers maken. Als je dat doet dan kom je wel op de plek waar je wil eindigen. En vragen blijven stellen, altijd overal vragen bij blijven stellen.’