SvJ media

Selecteer Pagina

Design Thinking in de journalistiek: waarom leren wij dit op de SvJ?

Design Thinking in de journalistiek: waarom leren wij dit op de SvJ?

Foto: Cyril Snijders

Design Thinking in de journalistiek: waarom leren wij dit op de SvJ?

Het gevoel komt vast bekend voor: je loopt naar de les Design Thinking (DT) en vraagt je af waarom dit vak op de SvJ wordt gegeven. Je volgt braaf alle stappen voor de studiepunten, maar wat is nu echt het nut van DT in de journalistiek?

door | 15 04 2025, 15:04 | ToekomstPERSpectief

Foto: Cyril Snijders

Wat is Design Thinking?
DT is een vast onderdeel van de School voor Journalistiek en komt elk jaar terug in het lesprogramma. In het eerste jaar ligt de focus op lokale journalistiek. Studenten onderzoeken een toegewezen gemeente en doorlopen alle fasen van DT, van onderzoek en enquêtes tot het maken van een prototype. In het tweede jaar werken studenten opnieuw met DT. Ze richten zich op een specifieke doelgroep en ontwerpen bijvoorbeeld een app die jongeren helpt bij alles wat er verandert zodra ze achttien worden. In het derde jaar wordt DT ook praktisch toegepast. Studenten werken voor een echte opdrachtgever en ontwikkelen een oplossing die in gebruik wordt genomen. Zo brengen ze hun ideeën echt tot leven. Maar wat houdt Design Thinking precies in?

Maar wat houdt Design Thinking precies in?
Cyril Snijders, docent DT aan de School voor Journalistiek, legt dit voor je uit: ‘Design Thinking is een vast onderdeel binnen de journalistiek waarbij je in een specifieke doelgroep duikt, zoals lezers van een krant of bezoekers van een nieuwswebsite. Hierbij onderzoek je wat zij nodig hebben.’ Dit proces verloopt in vijf stappen: onderzoek, brainstormen, prototypen, testen en feedback verwerken. ‘Bijvoorbeeld: een omroep wil jongeren tussen de 20 en 30 jaar bereiken op Instagram met hun nieuwsitems. Uit onderzoek blijkt dat deze groep een presentator prettig vindt, video’s niet langer dan drie minuten kijkt en actuele onderwerpen belangrijk vindt. Op basis van deze inzichten wordt een shortform-format ontwikkeld dat hier perfect op aansluit.’

Van de schoolbanken naar de praktijk
Nu duidelijk is wat DT inhoudt, blijft de vraag: waarom leren we dit op de School voor Journalistiek? DT is niet alleen relevant voor innovatie, maar ook voor het dagelijkse journalistieke werk. Het helpt bij het beter begrijpen van de doelgroep en waarom een redactie bepaalde keuzes maakt. In een versnipperd medialandschap is het essentieel om je publiek goed te kennen en actief met hen in gesprek te gaan via interviews en focusgroepen.

Volgens Snijders is DT een onmisbare vaardigheid voor journalisten. Omroepen zoeken vaak naar nieuwe formats en worstelen met het bereiken van jongere doelgroepen. ‘Als je begrijpt hoe je tot een goed format komt, heb je echt iets te bieden in de praktijk. DT geeft je een methode om journalistieke onderdelen opnieuw uit te vinden. Hoe beter je dit onder de knie hebt, hoe sterker je staat in een voortdurend veranderend medialandschap.’

Niet alleen studenten, maar ook mediaorganisaties gebruiken DT om hun publiek beter te bereiken. In de praktijk helpt het journalisten om mee te bewegen met de veranderingen in het medialandschap. Ali Haselhoef, conceptontwikkelaar journalistiek bij KRO-NCRV, legt uit hoe DT daarbij een belangrijk hulpmiddel is. ‘Veel journalisten realiseren zich niet dat de jongere generatie geen kranten meer leest en het journaal niet meer kijkt. Zij consumeren hun nieuws voornamelijk op sociale media, zoals TikTok. Dat dwingt journalisten om na te denken over hoe ze deze generatie kunnen bereiken.’

Waar vroeger een journalist vooral bezig was met onderzoek en schrijven, is het nu essentieel om ook te bedenken hoe een verhaal impact maakt. ‘De tijd waarin nieuws vanzelf zijn publiek vond, is voorbij,’ zegt Haselhoef. Design Thinking helpt hierbij door journalisten te laten experimenteren met nieuwe vormen van storytelling en publieksbetrokkenheid. Dit gaat niet alleen over jongeren bereiken, maar ook over het geven van een stem aan groepen die vaak niet gehoord worden. ‘Initiatieven zoals Spot On en Pointer Checkt zijn voorbeelden van hoe DT kan helpen om diversere stemmen in de media een plek te geven. Het draait om bewustwording en het vinden van nieuwe manieren om journalistiek relevant te houden.’

Leren van mislukkingen
De kans op succes van een creatief idee is veel groter wanneer DT wordt toegepast dan in de traditionele werkwijze. Dat heeft Snijders uit eerste hand ervaren. Hij maakte zowel de periode vóór als na het gebruik van DT mee en zag hoe het proces veranderde.  ‘Ik werkte bij omroepen op de innovatieafdelingen. In die tijd, toen apps sterk in opkomst waren, wilde vrijwel elk televisieprogramma een eigen app ontwikkelen. De gedachte was: ‘Iedereen heeft apps, dus dat garandeert succes.’ Maar wie bepaalde eigenlijk wat er in zo’n app moest komen? Vaak werden een paar creatieve mensen bij elkaar gezet om de lay-out en functionaliteiten te bedenken,’ vertelt Snijders. Een voorbeeld hiervan was een app voor een natuurprogramma van de NPO. ‘We bedachten een functie waarmee de doelgroep foto’s konden maken van vogels of planten en die vervolgens konden uploaden. Experts zouden dan vertellen om welke soort het ging. We waren ervan overtuigd dat dit een geweldig idee was. Er werd veel geld geïnvesteerd in de ontwikkeling en na een grote lanceringscampagne ging de app live. Maar wat bleek? De doelgroep had helemaal geen behoefte aan zo’n app. Mensen gaven aan dat ze tijdens een wandeling in de natuur juist níét op hun telefoon wilden kijken.’

Dit was een dure mislukking. ‘We dachten te weten wat belangrijk was, maar pas na de lancering kregen we de werkelijke feedback: het sloot niet aan bij de behoeften van de gebruikers. Uiteindelijk moest alles worden aangepast, wat veel extra tijd en geld kostte,’ aldus Snijders.  Achteraf gezien had een betere aanpak kunnen zijn om eerst een prototype te maken, bijvoorbeeld via een eenvoudig kliksysteem in Canva. ‘Dan hadden we de doelgroep al in een vroeg stadium feedback kunnen laten geven. We sloegen de onderzoeksfase over en testten de app pas na de lancering. Dat was een grote fout.’  Sindsdien heeft DT een grotere rol gekregen in het ontwikkelproces. ‘We betrekken de doelgroep nu veel meer bij het proces en zorgen dat ze tussendoor feedback kunnen geven. Eerst komt er een prototype en pas als het idee en de uitwerking goed zijn getest, wordt het product daadwerkelijk gebouwd. Door telkens bij te sturen op basis van feedback, vergroot je de kans op succes aanzienlijk,’ concludeert Snijders.

Toekomst journalistiek en DT
Naast het beter begrijpen van je doelgroep als journalist, stimuleert DT samenwerking tussen journalisten en experts uit andere vakgebieden. ‘Onderzoek wordt allang niet meer alleen door journalisten gedaan,’ vertelt Haselhoef. ‘Bij Pointer hebben we bijvoorbeeld een podcast gemaakt over Russische spionage in de Noordzee. Dat onderzoek werd niet alleen uitgevoerd door twee journalisten, maar met hulp van collega’s uit heel Europa. Zij schakelden vervolgens vrijwilligers in om scheepsbewegingen in kaart te brengen. Veel van die informatie is online te vinden, maar met data-analyse en andere technieken konden we preciezer achterhalen welke schepen waar waren en wat ze deden. Zo’n onderzoek kun je niet in je eentje doen. Daar heb je een breed team voor nodig.’

DT wordt in de toekomst alleen maar belangrijker, omdat journalistiek steeds complexer wordt. Journalisten moeten niet alleen nieuwe onderzoeksmethoden beheersen, maar ook nadenken over hoe ze hun verhalen vertellen. ‘Vroeger was er een duidelijke consensus over objectiviteit, maar die grens is steeds vager,’ legt Haselhoef uit. ‘Docu’s en drama lopen vaker in elkaar over, en met de opkomst van AI en chatbots verandert de manier waarop nieuws wordt geconsumeerd. Veel mensen lezen geen volledige artikelen meer, maar slechts de kop of een samenvatting. DT kan helpen om nieuws gerichter aan te bieden en de juiste informatie op het juiste moment bij het publiek te krijgen. Daarnaast speelt datajournalistiek een steeds grotere rol, en DT helpt journalisten om effectief samen te werken in multidisciplinaire teams. Dit alles maakt DT een onmisbare vaardigheid voor de journalist van de toekomst.’

Over de auteur

Kiki-Jane van Iterson

Mijn naam is Kiki-Jane van Iterson (2003) en ik woon in Breukelen. Ik ben student aan de school voor Journalistiek in Utrecht en mijn passie ligt bij het buitenlands nieuws.