Het bouwproject BUUR is al een tijdje aan de gang. Er klinkt muziek uit een radio en er zijn fluitende medewerkers. Toch is de sfeer niet zo goed als het lijkt. De plaatselijke uitvoerder laat weten dat het meevalt en dat de bouw relatief goed verloopt. De communicatieproblemen door verschil in etniciteit, werkdruk en overuren drukken een stempel op de werksfeer.
Ontevredenheid
Bouwvakker Boogaard is niet in zijn nopjes met de huidige situatie bij het bouwproject BUUR. Er zijn veel verschillende mensen uit veel verschillende landen. ‘Het zijn wel aardige jongens, maar de communicatie verloopt niet soepel en er ontstaan veel spanningen wanneer er sprake is van een taalbarrière’, aldus Boogaard. Ook heeft Boogaard het over strakke planningen en veel overuren. ‘De sfeer zit er niet echt heel goed in.’ Veel mensen verlaten de bouw om dit soort redenen stelt Boogaard.
Landelijk
Erna Bosschart, persvoorlichter van bouwen en wonen voor de FNV, bevestigt dat dit soort problemen vaker voorkomt. Ook op landelijk niveau komen er veel klachten vanuit de bouw over onder andere de verschillen in afkomst. ‘Een groot percentage van de bouwvakkers is buitenlands, dus wat Boogaard zegt kan goed kloppen, Echter is er weinig transparantie in deze cijfers’, vertelt Bosschart. Volgens haar zijn er verschillende partijen die verschillende cijfers noemen. ‘Het Economisch Instituut voor de Bouw spreekt bijvoorbeeld over 44 duizend arbeidsmigranten, maar de Bouwpas, dit is de naam van een softwaresysteem waar arbeidskrachten zich kunnen laten registreren, heeft het over 120 duizend buitenlandse werknemers.’
Etniciteit
Het verschil in etniciteit brengt de nodige problemen met zich mee. Een onderzoek naar de omvang van en ervaringen met de inzet van buitenlandse arbeidskrachten van het economisch instituut voor de bouw heeft dit ook aangetoond. ‘Uit de enquêtes en gesprekken komt naar voren dat de communicatie tussen Nederlandse en buitenlandse arbeidskrachten voor problemen zorgt. De buitenlandse arbeidskracht spreekt over het algemeen geen Nederlands. Verder is het Engelse taalniveau van zowel de Nederlandse als buitenlandse arbeidskracht meestal niet zodanig, dat er een bouwtechnisch gesprek gevoerd kan worden. Zowel uit de enquêtes als gesprekken blijkt dat zodra een conversatie technisch van aard wordt en er moeten instructies worden gegeven, communicatie een probleem wordt’
Andere problemen
Ook het andere probleem dat Boogaard aankaart, de werkdruk en de overuren van de bouwvakkers, wordt door Bosschart op nationaal niveau bevestigd. ‘Voor veel bouwvakkers is de werkdruk ook ontzettend hoog’, vertelt ze. Dit komt onder andere door de arbeidstekorten in de bouw alleen maar nijpender worden. ‘Er is een groot tekort als het gaat om mensen die in de bouw werken, dan heb ik het over tienduizenden mensen’, benadrukt Bosschart, zonder de extra bouwplannen van Hugo de Jonge er nog bij te betrekken. Veel bouwvakkers moeten dus ook overuren draaien en zich aan strakke planningen houden. In een artikel van Trouw van 24 november 2021 blijkt ook dat de tekorten zijn toegenomen. ‘In het tweede kwartaal stonden er 21 duizend vacatures in de bouw open, maar liefst 61 procent meer dan vorig jaar’, aldus analist Casper Wolf van ABN Amro.
Verschillende ervaringen
De plaatselijke uitvoerder Rik Havik kan zich niet helemaal vinden in de problemen die Boogaard aankaart. Zelf heeft Havik geen last van de taalbarrière. ‘Er zijn veel Servische werknemers die al lang in Nederland wonen en vloeiend Nederlands spreken, alleen de Poolse werknemers spreken gebrekkig Engels of Duits en als zij dat spreken en jij ook zit je op dezelfde lijn’, aldus Havik. Daarnaast vertelt hij ook dat Nederland nog relatief veel werknemers heeft uit eigen land. Ter vergelijking noemt hij Dubai, een plek waar bijna iedereen die in de bouw werkt buitenlands is. ‘In Nederland gaat dat ook gebeuren alleen zijn we daar nog lang niet’, vertelt de uitvoerder.
Werkdruk valt mee
De werkdruk is niet uitzonderlijk hoog vindt Havik. ‘Je bent vrij om even om je heen te kijken, je zult geen mensen zien die rennen of met zware dingen tillen’, vertelt Havik. Daarnaast geeft hij aan dat werknemers altijd bij hem terecht kunnen als er iets niet goed gaat. Wanneer er werknemers zijn die het zwaar hebben zorgt Rik Havik dat de problemen verholpen worden. Daarnaast zijn er genoeg werknemers om de bouw van het project BUUR draaiende te houden. ‘Op de bouwplaats lopen rond de tachtig man rond, dit zou zeker genoeg moeten zijn om op schema te blijven.’