Hilversum

Selecteer Pagina

Het begin van 600 jaar Hilversum

Het begin van 600 jaar Hilversum

Dit jaar is het 600 jaar geleden dat Hilversum officieel werd gesticht. Onder leiding van archivaris Sjors Zanoli nemen wij een kijkje in het archief van de jarige. Hier krijgen we exclusieve toegang en uitleg over de oorkonde die in 1424 bestaansrecht gaf aan Hilversum. “Dit kun je zien als de geboorteakte van Hilversum.”

 Het is twaalf uur stipt op het stadskantoor te Hilversum. Zoekend voor het standaard type archivaris, oftewel, grijze muis. Plotseling stelt een fris geklede man met kenmerkende ringen en gouden horloge zich voor, ”Aangenaam kennis te maken, Sjors Zanoli”. Positief verast lopen we het kantoor van het streekarchief binnen. Op een tafel in de hoek staan een aantal glazen, flessen champagne en vruchtensap. ”Normaal drinken we gewoon koffie en thee hoor, maar we hadden iets te vieren”, vertelt Sjors. Het blijkt het resultaat van de viering van de fusie van Streekarchief Gooi en Vechtstreek en het Gemeentearchief Gooise Meren en Huizen. Dat nu verder gaat onder de naam: Archief Gooi en Vechtstreek. 

Nadat we aan iedereen voor zijn gesteld, lopen we met Sjors naar de kelder van het gebouw. Terwijl we het depot inlopen wordt het iets frisser, ”Tussen de 16 en 18 graden Celsius is de optimale temperatuur om archiefstukken te bewaren.”, verklaart Sjors. Het is een schemerige ruimte met verschuifbare rode stellages waar voornamelijk archiefstukken uit de gemeenteraad in kartonnen dozen liggen opgeborgen. Na de vraag wat het oudste Hilversumse archiefstuk in deze ruimte zou zijn, antwoordt Sjors; ”Dat heeft met één groot voorval te maken, de dorpsbrand van 1766. Het archief moet vóór die tijd ook documenten hebben gehad, maar die zijn haast allemaal verbrand. Dus het eerste stukje dorpsbestuur is van 1766”. Enkele momenten later stuiten we op documenten die te groot zijn voor de kartonnen dozen en uitgestald liggen op een andere plank. ”Dit mag je gewoon voelen als je wilt, die kaft is van perkament, dat is dus kalfs- of geitenhuid.” Na wat bladeren in het boek om de oudheid ervan te bepalen vindt Sjors het jaartal 1732, ”Dan is dit één van de stukken die gered is tijdens de brand van 1766”.  

We vervolgen onze tocht naar de liggende berging, ”Hier liggen de kaarten en oorkonde die rechtop bewaard dienen te worden of te groot zijn om in het reguliere depot op te slaan.” verklaart Sjors. We treden een ruime kamer binnen waar stellage staat van zo’n drie meter hoog en tien meter breed. Sjors trekt één van de lades open waaruit een zeer gedetailleerde kaart van de Vechtstreek tevoorschijn komt. De kaart is aan de achterkant bevestigd aan een stuk linnen om het beter te kunnen preserveren. “Het leuke aan deze kaart is dat we deze hebben digitaliseren en je daar dus zelfs alle getekende koetjes en paardjes op kunt zien.”. De dieren zijn in het echt al knap lastig te zien met het blote oog. Dit geeft een beeld van hoe gedetailleerd de kaart is. Hierna wijst Sjors ons op een tamelijk grote stelling die vol ligt met ontwerptekeningen van Willem Dudok, de figuurlijke schepper van het twintigste-eeuwse Hilversum. Dudok ontwierp meerdere wijken, scholen en gemeentelijke gebouwen zoals het befaamde Raadhuis. ”Er liggen hier meerdere tekeningen van het Raadhuis, steeds in een andere fase en steeds iets gedetailleerder. Zo kunnen we heel mooi de stappen zien die Dudok nam.”, legt Sjors uit.  

Er komt een enorm dik boek op tafel met de titel Gedenkboek Hilversum 1424-1924. Het boek is destijds geschreven als herdenking aan het 500-jarig bestaan van Hilversum. ”De oorkonde is gefotografeerd en later getranscribeerd omdat het origineel dermate moeilijk te lezen was.” vertelt Sjors. ”Vroeger hadden we geen gemeente en wethouders maar een schepenbank. Vóór 1424 had Hilversum een gedeelde schepenbank met Laren. Waarom Hilversum een verzoek indiende voor een eigen schepenbank weten we niet precies maar op 4 maart 1424 werd dit verzoek ingewilligd en kreeg Hilversum dus een eigen bestuur. In de hedendaagse context was dat dus de geboorte van het dorp Hilversum.” zegt Sjors. Verder wordt er in het boek een brede uiteenzetting gedaan van het dorp in 1924. Zo wordt er bijvoorbeeld verteld over de eerste archeologische vondsten, de overgang van de negentiende eeuw naar de moderne tijd en stand van het dorp in 1924.  

Sjors maakt een doosje open waarin twee bruine vellen papier in een mooi stuk karton tentoongesteld worden. Het zijn de oorkondes die Hilversum officieel autonoom maakten. Maar hoe hebben deze oorkondes de dorpsbrand overleefd? “In 1923 is een plaatselijke onderzoeker gedoken in de historie van de archieven en hij meldt dat de dorpsbestuurder Hendrik de Blinde heel veel papieren heeft gered van de brand.” legt Sjors uit. Verder kan de archivaris ook de waterschade en bruine kleur van de oorkondes verklaren; ”In de jaren vijftig stond het archief in het Raadhuis blank en de bruine kleur is waarschijnlijk tijdens restauratie behandeld met een bepaald goedje en door het temperatuurverschil in het archief bruin uitgeslagen.”.  

Voor het 600-jarig jubileum wil het archief de oorkonde vertalen in de hedendaagse taal. Oók opmerkelijk: in de oorkonde wordt Hilversum of vijf verschillende manieren aangeduid. Als ‘Hilvershem’, ‘Hilverschem’, ‘Hilvershim’, ‘Helverschem’ en ‘Hilverschim’ maar dus geen één keer als Hilversum. 

Rutger Bos spreekt met archivaris van de gemeente Sjors Zanoli om te zien hoe de 600 jarige geschiedenis van Hilversum bewaard wordt.

Over de auteur