Non-binair in een mannenwereld

Non-binair in een mannenwereld

Met als missie de werkvloer een fijnere plek maken voor iedereen.

Het was een normale vrijdagavond, Sam zat in de regiekar bij diens werkplek. Die moest bij een wedstrijd werken, en niet zomaar een wedstrijd. Ajax – Feyenoord, voor hen was dat als Ajaxsupporter wel echt een klapper om bij te mogen werken. Alles wat die moest doen stond klaar. Dat maakte Sam gerust, die werkte nog niet zo lang bij dit bedrijf. En dan al deze wedstrijd mogen doen? Vet. Het was rustig, hier en daar wat regisseurs die het niet eens waren met de gang van zaken, maar dat was normaal. ‘Zo, klaar. Kunnen ze in ieder geval niks zeggen’. Vorige keer was het niet zo goed gelopen. De regisseur, die die nog nooit mee samen had gewerkt, schreeuwen tegen hen. Schreeuwen, niet normaal. En Sam huilen. Want, ja, werken in de mediawereld is hard, dat weet die. Maar is het leuk? Zeker niet. Dus vandaag kwam Sam met de staart tussen de benen binnen. Wat nou als die regisseur weer voor diens neus staat. Nee, geen zin in vandaag.

Die vrijdagavond, die van Ajax – Feyenoord, liep alles op rolletjes. De sfeer zat er goed in, de geur van de stomend hete koppen koffie en lichtelijk angstzweet in de regiekar waren sterk aanwezig. Het blijft toch altijd een dingetje, en al helemaal als je baas naast je zit. Maar goed, Sam was klaar voor de start. Alles was klaar, deze keer geen missende dingen en de regisseur was wel aan het schreeuwen, maar niet tegen hen.

De wedstrijd begint over één minuut Sam kijkt om zichzelf heen, iedereen heeft een sterke plooi in zijn/haar/diens gezicht. De zweetdruppels staan in de haarlijnen en de laatste grote slokken koffie worden naar binnen gegooid. De deur van de regiekar wordt nog snel een klein beetje opengeduwd voor een beetje frisse lucht. De scheidsrechter fluit, de aftrap. Sams hart maakt toch altijd even een sprongetje van geluk wanneer die het fluitsignaal weer hoort. ‘Wat een werk is dit ook he’, fluistert Sam naar de DLS’er naast hen. Glunderend kijkt die naar diens scherm en staat op scherp voor snelle handelingen. De wedstrijd is begonnen.

Na al een paar minuten beginnen de eerste homo fobische en trans fobische opmerkingen iedereen al om de oren geslingerd. ‘Wat een homo!’, ‘Wat een flikker zeg, kan hij ook niks?’. Sam krijgt een soort ziel zinkend gevoel. Diens schouders worden zwaar, diens hoofd wordt zwaar en die krijgt een naar gevoel in diens buik. Oh, nee toch. Niet weer. Sam kijkt om diens zelf heen, blikken gelijk op hen gericht. Sam kan gewoon de gedachten van diens collega’s lezen. ‘Ga je niks zeggen?’, ‘Weten ze niet dat hier een non-binair persoon zit?’. Diens wangen worden rood en handjes werden met de seconde klammer. ‘Blijven opletten op de wedstrijd, Sam.’

Toen begon het échte vervelende. Nog nooit had Sam eerder zó iets naars uit de koptelefoons horen denderen. Sam hoopte dat het nooit zou komen, zo’n opmerking. Sam had eigenlijk de mogelijkheid van zulke opmerkingen verdrongen toen die hier begon met werken. Sam had met diens zelf afgesproken om niet gek gemaakt te worden door de opmerkingen en het aan diens voorbij laten gaan. Het was elke keer moeilijk, maar het lukte wel.

Toen kwam de genadeklap. ‘Transgendertjes kunnen niet voetballen, waarom laten ze zo’n omgebouwde in het veld!’. Dit was het breekpunt voor Sam. Sams hoofd begint te tollen, nog meer dan normaal bij vervelende opmerkingen. Sam pakt diens colletje die die aanhad, even wapperen. Sams goed gestoomde blazer vloog uit. Even diep ademhalen. In die drie seconde waarin het allemaal gebeurde en de woorden van diens collega aan de andere kant van het land aan het wek was inwerkte in het hoofd van Sam, brak die. ‘Hey, aan de andere kant!’. Het bleef stil. ‘Transmannen zijn net zoveel man als een cis-man!’. Het voelde alsof Sams keel werd dichtgeknepen. Doe het nou niet, Sam. ‘Deze transfobe opmerkingen moeten stoppen, dus ik weet niet wie je bent maar houd toch eens op!’.

De wereld werd ineens heel klein om Sam heen. Het was stil gebleven aan de andere kant van de lijn. ‘Shit, zo meteen word ik ontslagen’. Sam kijkt diens collega glazig aan. Alles wat diens collega doet is een klein knikje geven, vervolgens kijkt hij weer strak op zijn scherm. Sam schrikt, heb ik nou écht mijn carrière hier mee verpest? Sams baas zit naast hen. Sam voelt de ogen van diens baas in diens wangen branden. Shit, shit, shit. Sam weet zeker dat die het voor diens zelf heeft verpest.

Dan voelt Sam opeens een koude, maar wel sterke tik op de schouders. Sam kijkt verschrikt naar diens baas. De tranen branden achter Sams ogen en diens handjes worden steeds klammer en klammer. ‘Goed gedaan, Sam. Dit was nodig’. Sam weet niet wat die hoort, goed gedaan? Wat?

‘Huh? Goed gedaan?’ Sam kan diens oren niet geloven. Sams kaken komen weer los van elkaar, het ziel zinkende gevoel wat die aan diens opmerking had overgehouden werd met de seconde minder. Sams baas kijkt hen met een kleine sprankeling in de ogen aan. ‘Ja, goed gedaan Sam. Ik vind het knap dat je er wat van durft te zeggen. Het moet ook gewoon eens ophouden met de opmerkingen. Maar niemand durft en wil er wat van zeggen.’ Sam krijgt een kleine glimlach op diens gezicht. De rode wangen van schaamte en stress maken plaats voor rode wangen van blijdschap en trots. Sam is nog steeds bang dat degene aan de andere kant van de lijn furieus is, maar dat kan hen nu even niet schelen. Sam heeft een opmerking gemaakt, en diens baas is er trots op. Sam kan voor niks beters wensen. Die gaat vol goede moed verder met het werken tijdens de wedstrijd. Sam voelt een soort zelfverzekerdheid die die nog nooit eerder heeft gevoeld. Het is een soort tinteling in de buik, een soort natuurlijke high. De adrenaline giert nog steeds door diens lijf en die voelt een soort euforisch gevoel. Net alsof Ajax voor de zoveelste keer landskampioen is geworden. Ook al gebeurt het wel vaker, het blijft een van de mooiste momenten in het leven van een Ajaxied. Dit is net zo’n moment.

Sam ziet nu geen beter moment om te vertellen dat die non-binair is. Dat heeft die tot nu toe nog niet gedaan. Bang voor de gevolgen, bang om niet meer serieus genomen te worden, maar vooral bang dat er toch niks mee gedaan zal worden en er ‘gezeur’ voor niks zou zijn. Nu Sam bevestiging heeft dat het oké is om van diens zelf te laten horen en op te komen voor diens zelf, gaat die het doen. ‘Hey, even dat je het weet. Mijn voornaamwoorden zijn: Die/diens, hen/hun.’ Sams baas reageert er goed op. ‘Wat goed dat je het zegt, Sam! Nu kan ik er op letten. Ik ga mijn best doen, hoor!’

Sams collega geeft Sam na de wedstrijd nog een compliment. ‘Ik wil er eigenlijk ook altijd al wat van zeggen. Het is zo’n onzin om mensen op zo’n walgelijke manier naar beneden te halen. Maar, ik was bang. Ik vind jou zo moedig, Sam.’ Sam voelt diens zelf na afloop van de werkdag zo voldaan en trots. Glunderend loopt die naar buiten toe om de trein van 22:38 nog te redden. De eerste stap naar de werkplek voor Sam zelf een fijnere plek te maken is gezet. ‘I fucking did that!’

Over de auteur