De invloed van beeldschermgebruik op de sociale vaardigheden van een kind

De invloed van beeldschermgebruik op de sociale vaardigheden van een kind

Zowel volwassenen als kinderen brengen steeds meer tijd door achter een beeldscherm. Ook steeds meer kinderen krijgen op jongere leeftijd eigen media-apparaten. Dit kan verschillende gevolgen hebben, maar hoe zit het met de sociale gevolgen? Ontwikkelen kinderen steeds minder sociale vaardigheden omdat het beeldschermgebruik toeneemt? 

De sociale ontwikkeling van een kind
De sociale ontwikkeling van kinderen vindt plaats door contact met volwassenen en leeftijdsgenoten buitenshuis. Dit helpt hen om zichzelf beter te leren kennen, empathie te ontwikkelen, conflicten op te lossen en sociale normen en waarden te begrijpen. Een belangrijke voorwaarde voor een goede sociaal-emotionele ontwikkeling is dat kinderen zich emotioneel veilig voelen, wat kan worden bevorderd door warme en ondersteunende interacties. In de eerste helft van de schoolleeftijd vormen kinderen vooral vriendschappen in groepsverband en hechten ze veel belang aan sociale acceptatie. In de tweede helft van de schoolleeftijd ontstaan meer intense vriendschappen met communicatie via briefjes, mailtjes, sms’jes, mobiele telefoongesprekken en ander gebruik van sociale media. Sociale ontwikkeling begint al op jonge leeftijd, waarbij baby’s gezichten kunnen onderscheiden en reageren op geluiden. Kleuters ontwikkelen een besef van een eigen identiteit en leren empathie en zelfbeheersing. Vriendschappen worden steeds belangrijker voor kinderen tussen 7 en 10 jaar, maar er kan ook sprake zijn van buitensluiting en pesten. Bij 10 tot 12-jarigen spelen groepsprocessen een grote rol en ontstaan er vaste groepen met groepsregels. De puberteit brengt hormonale en sociaal-emotionele veranderingen met zich mee. Tegenwoordig hebben kinderen minder contact met buurtgenoten en andere volwassenen, wat kan leiden tot sociale armoede en negatieve gevolgen voor hun sociale ontwikkeling.

Voor kinderen die wat meer sociale interactie kunnen gebruiken bestaat de organisatie Schoolmaatjes. Bekijk hieronder de video om te zien wat de organisatie precies inhoudt, wat zij allemaal doen en om de ervaringen van leden te horen.

Leeftijd en aantal uur op een beeldscherm
De aanbevolen schermtijd voor kinderen van 0 tot 5 jaar is beperkt, omdat baby’s geen beeldschermen nodig hebben voor hun ontwikkeling en overmatig schermgebruik kan leiden tot overprikkeling en oogproblemen. Voor baby’s en kinderen van 0 tot 2 jaar wordt geadviseerd om schermtijd te beperken en meer tijd te besteden aan spelen en sociaal contact. De aanbevolen schermtijd neemt toe naarmate kinderen ouder worden, met maximaal 30 minuten per dag voor kinderen van 2 tot 4 jaar, 1 uur per dag voor kinderen van 6 tot 8 jaar, 1-1,5 uur per dag voor kinderen van 8 tot 10 jaar en maximaal 2 uur per dag voor kinderen van 10 tot 12 jaar.

In de praktijk overschrijden kinderen vaak de aanbevolen schermtijd. Het gebruik van media is in de loop der jaren toegenomen, vooral bij jonge kinderen als gevolg van de opkomst van smartphones en tablets. Het gebruik van televisie, computers/laptops en gameconsoles is echter afgenomen. In vergelijking met de aanbevelingen worden alle leeftijdsgroepen van kinderen veel meer blootgesteld aan schermtijd. Het gebruik van media-apparaten zoals smartphones en tablets is sterk gestegen. Voor kinderen van 0 tot 6 jaar is de totale gemiddelde tijd besteed aan media per dag met ongeveer 15 minuten toegenomen in vergelijking met 2012. Voor kinderen van 7 tot 12 jaar neemt het gamen en gebruik van sociale media toe naarmate ze ouder worden, terwijl andere vormen van mediaconsumptie redelijk stabiel blijven.

Aantal minuten dat kinderen aan media hebben besteed in 2012 en 2018

Bron: Iene Miene Media

Media-apparaten in bezit
Een onderzoek van Nikken uit 2019 laat zien dat het mediagebruik in Nederlandse huishoudens tussen 2012 en 2018 is veranderd. Hoewel het bezit van televisies en computers/laptops redelijk stabiel is gebleven, zijn dvd- en Blu-ray-spelers en gameconsoles minder populair geworden. Daarentegen is er een duidelijke groei in het bezit van smartphones, e-readers en vooral tablets. Elk gezin met jonge kinderen heeft tegenwoordig smartphones en ongeveer 1 op de 5 huishoudens heeft een e-reader. Minstens 80% van de gezinnen met jonge kinderen heeft een tablet in huis. Het eigen bezit van media onder kinderen van 0 tot 6 jaar is ook toegenomen, met uitzondering van televisies en gameconsoles die recentelijk weer populairder zijn geworden. Kinderen gebruiken nu meer zelfstandig media dan 6 jaar geleden. Naarmate kinderen ouder worden, hebben ze vaker media-apparaten in hun slaapkamer en dan met name smartphones. Sociale media zoals Facebook, WhatsApp, en Instagram zijn populair, vooral onder meisjes, terwijl jongens meer tijd besteden aan gamen. Ongeveer 5% van de kinderen heeft problematisch internetgebruik, waarbij te veel tijd achter het scherm wordt doorgebracht. Dit laat een onderzoek van Van Der Ploeg uit 2018 zien.

Gevolgen beeldschermgebruik
In Nederland speelt 53% van de kinderen in hun vrije tijd vaker binnen dan buiten. Dit heeft negatieve gevolgen voor hun gezondheid op zowel korte als lange termijn. Dit kunnen gevolgen zijn zoals slaapproblemen, overgewicht, rug- en nekklachten, bijziendheid, antisociaal gedrag, aandachtsproblemen en een langzamere taalontwikkeling. Overmatig gebruik van beeldschermen, met name bij jonge kinderen, en een disbalans tussen beeldschermgebruik en andere activiteiten kunnen deze problemen verergeren. Naarmate kinderen ouder worden, neemt het gebruik van social media toe, wat risico’s met met zich kan meebrengen zoals (cyber)pesten en een verminderde sociale interactie. Daarnaast kunnen beeldschermen leiden tot eenzaamheid, depressie en confrontaties met schadelijke inhoud. Sedentair gedrag, waaronder veel beeldschermgebruik, wordt ook geassocieerd met overgewicht en bijziendheid bij kinderen. Het gebruik van beeldschermen heeft ook effect op de fysieke gezondheid, zoals verminderde aerobe fitheid en problemen met het steun- en bewegingsapparaat. Multitasken, vooral tijdens het leren, heeft negatieve gevolgen voor de academische prestaties van kinderen en jongeren. Bovendien kan overmatig schermgebruik de slaapduur verkorten en slaapproblemen veroorzaken.

Zeker aan het eind van de bovenbouw zijn WhatsApp, Facebook en Instagram populair. Het voordeel van deze applicaties is dat ze kinderen de gelegenheid geven om samen te werken en de wereld te exploreren. Televisie van hoge kwaliteit als Klokhuis en Jeugdjournaal en op kinderen afgestemde soaps helpen kinderen om een kritische houding aan te nemen ten opzichte van allerlei thema’s en om empathie te ontwikkelen voor minderheden. Risico’s van mediagebruik bij schoolkinderen hangen vooral samen met de wijze waarop ze bepaalde inhoud gebruiken. Jongere schoolkinderen hebben nog beperkte cognitieve vaardigheden en kunnen hun emoties nog niet altijd goed reguleren. Daardoor kunnen aangrijpende beelden, zelfs als het fictie betreft, veel indruk maken en tot angsten leiden, en ook tot nachtmerries en slecht slapen.

Het internetgebruik kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben voor de sociale ontwikkeling. Het internet biedt de mogelijkheid tot communicatie en contact met anderen, wat de sociale ontwikkeling kan bevorderen. Kinderen kunnen via e-mails en chatten met bestaande vrienden en kennissen communiceren, waardoor hun bestaande contacten en relaties worden verdiept en aangevuld. Dit draagt bij aan de sociale ontwikkeling. Als het communiceren via het internet niet leidt tot gewenste relaties kan dat frustraties veroorzaken en overmatig internetgebruik kan leiden tot een internetverslaving. Volgens hoogleraar mediaopvoeding aan de Erasmus Universiteit en lector Jeugd en media bij Windesheim, Peter Nikken, is de schermtijd op zichzelf niet het belangrijkste, maar wel wat het kind doet op media. Ouders hoeven zich dus geen zorgen te maken over de schermtijd, zolang andere aspecten in het leven van het kind in balans zijn, zoals voldoende slaap, buiten spelen, schoolprestaties en contact met leeftijdsgenoten.