Twee koffers vol herinneringen en een gebroken hart

Twee koffers vol herinneringen en een gebroken hart

Foto: Laurens Kubinek

Sasha kijkt uit het raam van de trein onderweg naar Nijmegen. Ze ziet de weilanden en de koeien voorbijflitsen, een typisch Nederlands landschap. Ze voelt zich nog steeds niet echt thuis in dit land, ook al woont ze hier al bijna een jaar. Ze mist haar familie, haar vrienden, haar universiteit. Ze mist haar land, Oekraïne, dat verscheurd is door oorlog en geweld.

Het was een koude en mistige ochtend in Kyiv toen de eerste bommen vielen. Sasha herinnert zich nog de schreeuwende sirenes en de paniek die zich verspreidde door de stad. Haar universiteit, Taras Shevchenko National University in Kyiv, werd zwaar getroffen. De prachtige historische gebouwen die ooit glansden in de zon, waren nu zwart geblakerd en afgebrokkeld. Maar het waren niet alleen het de gebouwen die werden vernietigd, het waren ook Sasha’s dromen en haar toekomstplannen die in puin lagen.

Terwijl de trein door het Nederlandse landschap raast, voelt ze het zeurende gevoel van zorgen om haar familie. Haar vader, moeder, jongere broertje van 15 en grootouders zitten nog altijd in Kyiv, gevangen in een stad die dagelijks wordt gebombardeerd en geteisterd door kamikaze-drones die Rusland op de stad afstuurt. Hoezeer ze ook probeert om zich aan te passen aan haar nieuwe leven in Nederland, haar hart en gedachten zijn nog altijd in Oekraïne.

Toen de oorlog uitbrak in 2021, kon Sasha niet meer naar haar universiteit. Ze moest thuis studeren, terwijl de bommen en de schoten om haar heen klonken. Ze was bang, maar ook vastberaden om haar studie af te maken. Ze wilde niet opgeven, ze wilde een toekomst voor zichzelf en voor haar land. Ze droomde ervan om na haar studie in Oekraïne verder te studeren in Nederland waar haar vriend Kasper woont. Ze hadden elkaar een paar jaar geleden leren kennen en hadden beide het doel gesteld om over een paar jaar samen verder te studeren in Nederland.

De oorlog werd erger en erger. Eind 2022 werd de situatie onhoudbaar. Na veel geregel en geplan had ze met Kasper afgesproken dat hij haar zou ophalen bij de Oekraïens-Poolse grens. Haar vlucht naar Nederland begon. Met twee koffers vol herinneringen en een gebroken hart verzamelde ze al haar moed. Ze nam alleen het hoognodige mee, wat kleren, wat boeken, wat foto’s. Ze nam afscheid van haar familie, met tranen in haar ogen. Ze beloofde dat ze contact zou houden, dat ze terug zou komen, dat ze van hen hield.

Met een vluchtelingen trein zou ze de richting de grens reizen, tussen de bommen door. Iedere keer dat het luchtalarm af ging stond de trein stil en gingen de lampen uit, zo konden Russische drones hoog in de lucht niet zien waar de trein zich bevond. Bereik was er bijna niet, Kasper probeerde haar vanuit Polen te volgen waar hij bij de grens op haar wachtte. Een notificatie op zijn telefoon kondigde in hoofdletters aan waar hij zo bang voor was; weer een luchtalarm. Er komt alleen geen notificatie van Sasha, ze heeft geen bereik. Kasper hoopt met iedere cel in zijn lichaam dat ze oké is. Na wat een eeuwigheid leek te duren kwam Sasha na een rit van vijftien uur eindelijk aan in Polen. Kasper sloot Sasha in zijn armen en samen reisde ze af naar Nederland.

Eenmaal in Nederland aangekomen begon Sasha aan haar nieuwe leven.  Ze wilde niets liever dan haar studie voortzetten, maar een eerste grote tegenslag volgde. Haar diploma uit Oekraïne was niet geldig in Nederland en ze moest opnieuw beginnen aan een HBO-studie, in plaats van de WO-studie die ze voor ogen had.

Ze schreef zich in voor de studie communicatie aan de Hogeschool van Arnhem Nijmegen, via deze studie kon ze haar liefde voor talen en cultuur kwijt, net zoals ze dat in Oekraïne kon. Helaas hielden de tegenslagen hier echter niet op. Als Oekraïense vluchteling had ze geen recht op studiefinanciering, geen OV-kaart, en moest ze het instellingsgeld betalen in plaats van het reguliere collegegeld. Dat was een enorm bedrag, dat ze niet kon betalen. De bureaucratische hindernissen stapelden zich op.

Ook kreeg Sasha ondanks haar vluchtelingenstatus geen vluchtelingenvisum, maar een studentenvisum, iets wat haar onderscheidde van andere Oekraïense vluchtelingen die wel konden rekenen op subsidies en voordelen. Met een vluchtelingenstatus mag ze namelijk niet studeren.

Sasha wist dat ze niet de enige was die zich in deze situatie bevond, dat er veel anderen waren die dezelfde strijd voerden. Kasper had al verschillende keren aan de telefoon gehangen met de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), met de vraag of zij echt niet iets kunnen betekenen voor Sasha, maar elke keer werd hij koud en kil te woord gestaan en klonk het antwoord nee. Na Erik van Oij gesproken te hebben van de IND werd duidelijk dat meerdere Oekraïners hiermee te maken hebben. “Eigenlijk vallen Oekraïense mensen die hierheen komen als vluchteling maar wel willen studeren tussen wal en schip. Het is aan de Nederlandse overheid om hier iets aan te doen, indien zij daar de noodzaak van inzien.”

Alsof dit nog niet genoeg was, hadden ze ook nog een groot probleem met het vinden van een woning. Ze woonden eerst bij de ouders van Kasper, maar dat was niet ideaal. Ze zochten acht maanden lang naar een eigen plek, maar zonder succes. Het woningtekort in Nederland was groot, de prijzen waren hoog, de wachtlijsten waren lang. Ze reageerden op honderden advertenties, maar helaas tevergeefs.

In mei hadden ze dan toch wat geluk. Een tijdelijke woning kwam vrij bij Nijmegen. Ze grepen hun kans en verhuisden naar hun nieuwe huis. Het was klein, oud en vochtig, maar het was van hen. Ze waren blij, ze dachten dat ze eindelijk een beetje rust hadden gevonden. Sasha had eindelijk het gevoel dat ze kon beginnen met het verwerken van wat ze allemaal had meegemaakt.

Ook hier stond Sasha en Kasper helaas een teleurstelling te wachten. Na twee maanden kregen ze een brief van de woningcorporatie: ‘Helaas wordt uw woning binnenkort gesloopt en wordt u geacht op 1 oktober de woning kaal en leeg op te leveren’. Ze konden hun ogen niet geloven. Ze moesten weer weg, weer op zoek naar iets anders. Ze hadden geen tijd, geen geld, geen opties.

Ze zochten weer naar een woning, maar ze konden niks vinden voor 1 oktober. Noodgedwongen moesten ze uitwijken naar een woning in Varsseveld, een klein dorp in de Achterhoek. Daar konden ze ook maar tijdelijk blijven. Het was ver weg van alles, ver weg van hun universiteit, ver weg van hun vrienden, ver weg van het leven dat Sasha met veel moeite heeft opgebouwd in de maanden ervoor. Iedere dag reist Sasha naar haar universiteit, een tocht van anderhalf uur die haar 350 euro per maand kostte vanwege het ontbreken van een studenten-OV. Voor haar vriend Kasper is de tocht naar zijn universiteit zelfs 2,5 uur. Ze hadden geen tijd meer voor elkaar, geen tijd meer voor leuke dingen, geen tijd meer om te studeren.

Sasha probeerde nog positief te blijven, ze probeerden nog te genieten van de kleine dingen. Dat was moeilijk, elke dag werd ze geconfronteerd met de harde realiteit. Ze had Olga ontmoet, een Oekraïense medestudente die ook een Zwitsers paspoort had, dankzij haar grootmoeder. Olga genoot hierdoor van alle voordelen en subsidies waar het Sasha aan ontbrak. Het voelde oneerlijk en onrechtvaardig, alsof het gegeven van wie je grootouders waren je toegang gaf tot een beter leven.

Toch was er een lichtpuntje; als Sasha weer terugliep van het station in Varsseveld naar huis betrapte ze zichzelf op een klein glimlachje. De geur van grazende koeien in de wei kwam haar tegemoet. In het lokale dialect werd ze door het elektronische informatiebord welkom geheten. Kinderen speelde in de dorpsstraat, fietsende moeders met kinderzitjes achterop groette elkaar vriendelijk. Ze besefte zich, wat er ook gebeurde, ze was veilig. Het gaf Sasha en Kasper weer hoop om verder te zoeken naar een nieuwe woning. Elke dag zochten ze verder naar een nieuwe woning. Tot op de dag van vandaag zijn ze op zoek, hopend op een woning voordat ze ook Varsseveld noodgedwongen moeten verlaten.

100.000. Dat is het aantal gevluchte Oekraïners dat nu in Nederland woont. Van hen zijn slechts 1.100 student. Net als Sasha leveren zij allemaal hun recht op financiële steun, hun recht op een woning en hun recht op studiefinanciering in, enkel zodat zij zichzelf kunnen ontwikkelen door te studeren. Is dit wat we in Nederland willen? Is dit de indruk die we willen maken op al deze studenten? Wie helpen we hiermee?

Sasha kijkt weer uit het raam van de trein die haar naar Nijmegen brengt. Ze ziet de weilanden en de koeien voorbijflitsen, een typisch Nederlands landschap. Ze voelt zich nog steeds niet thuis in dit land, ook al woont ze hier al bijna een jaar. Ze mist haar familie, haar vrienden, haar universiteit. Ze mist haar land, Oekraïne, dat verscheurd is door oorlog en geweld. Ze hoopt dat er ooit een dag komt, dat ze zich wel thuis zal voelen, dat ze zich wel gelukkig zal voelen. Ze zucht. Ze weet niet hoe lang ze dit nog volhoudt. Ze hoopt dat er ooit een dag komt, dat ze niet meer een vluchteling zal zijn.

Over de auteur