Zeist

Selecteer Pagina

Diefstal uit/vanaf overige vervoermiddelen in Zeist is in één jaar met ongeveer 44% toegenomen

Diefstal uit/vanaf overige vervoermiddelen in Zeist is in één jaar met ongeveer 44% toegenomen

Het aantal diefstallen uit/vanaf overige vervoermiddelen is sinds 2010 niet meer zo hoog geweest in Zeist. Deze specifieke diefstallen zijn landelijk ook toegenomen, maar met veel minder, namelijk 17%. Het gaat hier om de toename in 2023 in vergelijking met 2022. Het gaat om 65 diefstallen.

De categorie ‘diefstal uit/vanaf overige vervoermiddelen’ omvat de diefstal van goederen die in of op het vervoermiddel aanwezig zijn, maar ook diefstal van onderdelen van het vervoermiddel. Ook diefstal ‘uit/vanaf openbaar vervoer’ wordt hierbij opgeteld. Deze toename van 44% geldt dus alleen voor Zeist. De landelijke toename is veel lager: 17%. De term “overige vervoermiddelen” verwijst naar vervoermiddelen die niet specifiek in andere categorieën passen. Voorbeelden hiervan zijn elektrische fietsen, scooters, autobussen, touringcars en bedrijfsvoertuigen. Personenauto’s vallen hier dus niet onder.

Uit een artikel van de Nieuwsbode blijkt dat de politie niet specifiek heeft onderzocht waarom juist dit type misdrijf toeneemt. Er worden wel steeds vaker accu’s en digitale schermen van E-bikes gestolen. Een ander vaak voorkomend doelwit is gereedschap uit bedrijfsauto’s.

Tom Heutz, woordvoerder van de politie Nederland, laat weten dat er voor dit soort misdrijven vaak een extra beroep op burgers wordt gedaan. Men kan namelijk het een en ander zelf proberen te voorkomen. Bijvoorbeeld door goederen nooit zichtbaar in het voertuig achter te laten en het voertuig dichtbij huis te parkeren.

Dick van Ginkel, lid van de gemeenteraad van Zeist voor de partij D66 en betrokken bij regio, bestuur, veiligheid en mobiliteit (fiets), noemt verschillende mogelijke oorzaken voor de diefstallen. Allereerst wijst Van Ginkel op de groeiende populariteit van elektrische fietsen in Zeist, met name onder ouderen. De stad heeft gemiddeld een oudere bevolking, die graag fietst. Vervolgens benoemt het gemeenteraadslid de knooppunten voor openbaar vervoer, zoals de bushalte bij de Jordanlaan, als belangrijke locaties waar veel fietsen gestald worden. Deze fietsenstallingen zijn vaak onbewaakt, wat het voor dieven wellicht gemakkelijker maakt. Een andere factor die Dick aanhaalt, is de toename van bedrijfsbusjes van vervoersbedrijven zoals Connexxion, die verspreid over de wijken geparkeerd staan. Bovendien wijst Van Ginkel op de toegankelijkheid van parkeerplaatsen in Zeist, waarbij veel parkeerplaatsen in het centrum gemakkelijk toegankelijk zijn. Dit vergroot volgens hem ook het risico op diefstal uit auto’s. Van Ginkel denkt dat veel inwoners niet op de hoogte zijn van de toename van dit specifieke soort diefstal. De gemeente heeft geen specifieke plannen om de diefstal te verminderen, maar beschikt over een algemeen veiligheidsplan.

Een burger die wel op de hoogte is van dit probleem is Fabienne Lescrauwaet. Mevrouw Lescrauwaet haar fietsdisplay werd gestolen nadat ze deze per ongeluk op haar fiets liet zitten. Ze heeft geen aangifte gedaan omdat ze hier niet direct aan dacht. Ze vindt aangifte doen te ingewikkeld en heeft inmiddels al een nieuwe fietsdisplay aangeschaft. Die display kostte haar zo’n negentig euro. Fabienne denkt dat het aantal diefstallen wellicht nog een stuk hoger zou kunnen liggen, omdat mensen voor diefstal van kleine zaken geen aangifte doen. Ze vindt het erg jammer van de diefstal maar ziet het ook als haar eigen fout. Mevrouw Lescrauwaet let na deze ervaring extra goed op haar eigendommen.

Over de auteur