Amersfoort

Selecteer Pagina

“Als we dit probleem niet serieus aanpakken, gaan we het niet redden.”

“Als we dit probleem niet serieus aanpakken, gaan we het niet redden.”

Amersfoort Vathorst. Foto: Yoli Moss, Unsplash.

Amersfoort scoort volgens de duurzaamheidsindex van het CBS net iets onder het Nederlands gemiddelde. Toch speelt duurzaamheid zeker in de stad. Bij de bouw van het nieuwe Huis voor de Stad is het een belangrijk thema. Ook huisvest Amersfoort verschillende duurzame organisaties. Precies tussen de Week van de Circulaire Economie (11 t/m 16 maart) en de Dag van de Aarde (22 april) in, sprak ik met een professional op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. De woordvoerder van de provincie Utrecht vertelde onder andere over hoe Amersfoort ervoor staat qua duurzaamheid.

Waarom is een focus op duurzaamheid van belang?
“Het begint vaak door te dringen dat het klimaat de topprioriteit is. Als we dit probleem niet serieus aanpakken, gaan we het niet redden. We stoten te veel CO2 uit. We hebben heel veel spullen en materialen. Daar gaan we niet al te slim mee om. Er wordt heel veel verspild, voornamelijk voedsel. Dat is zonde en onnodig. Ook stoten we te veel uit, deels omdat we te weinig hergebruiken. Daar moet verandering in komen.”

Komt daar ook verandering in?
“Je mag wel zeggen dat heel de provincie Utrecht al tientallen jaren bezig is met duurzaamheid. De aanleg van zonnepanelen op daken, het isoleren van woningen, investeren in windenergie, en de aanleg van warmtenetten. Dat zijn allemaal zaken die op het gebied van duurzaamheid gebeuren. Ook is er een onderzoek gedaan door het Planbureau voor de Leefomgeving. Daaruit blijkt dat best veel mensen goede stappen zetten. Veel Nederlanders scheiden netjes hun afval en papier. Ook zijn er steeds meer mensen die bijvoorbeeld oude meubels naar de milieustraat brengen. De bereidheid is er wel.”

Wat is een nieuwe ontwikkeling op het gebied van duurzaamheid?
“De circulaire economie is wel echt een nieuw thema. We hebben en gebruiken heel veel spullen. We gooien ze weg, terwijl we ze ook kunnen hergebruiken. Denk bijvoorbeeld aan oude telefoons. Daar zit allemaal waardevol materiaal in. Nikkel, kobalt, en zelfs goud. Maar de meeste oude elektronica ligt gewoon bij mensen thuis. Daarom moeten we meer importeren uit het buitenland. Vaak is de winst van deze materialen schadelijk voor het milieu van die landen. We kunnen dat dus niet oneindig blijven doen. Ook is het belangrijk om spullen zoals kleding en meubels te laten repareren. De circulaire economie draait dus om spullen zo lang mogelijk in leven houden. Een product is een onderdeel van een cyclus.”

Hoe verloopt dit in de praktijk?
“Kijk, het moet voor de consument ook makkelijk zijn. Als jij een tweedehands meubel wilt, moet je speciaal naar een kringloopwinkel. Het is makkelijker om even naar de IKEA te gaan. Mensen willen wel wat doen, maar je moet het ze wel makkelijker maken. Soms is er ook niet genoeg aanbod. Het is leuk om een meubel te willen laten repareren, maar zie maar eens een meubelreparateur te vinden. Daar zitten dus nog wel knelpunten.”

Welke rol speelt de provincie?
“Als provincie vragen we ons af hoe we die knelpunten weg kunnen nemen. Neem bijvoorbeeld een circulair ambachtscentrum. Daar kunnen producten en goederen, bijvoorbeeld afgedankte meubels en oude elektronica, worden gebracht. Voor dat soort terreinen moet ook ruimte zijn. Als provincie gaan wij over ruimtelijk beleid. Wij kunnen dus zeggen dat we op een bepaalde locatie zo’n centrum willen zien. Maar dat moet wel in overleg met andere partijen, bijvoorbeeld de reparatiesector. Er moeten afspraken gemaakt worden. We moeten kijken of er wel genoeg reparateurs zullen zijn. In Nederland kun je niet zomaar overal iets gaan doen. Dus zoiets kan niet gelijk van de grond komen.”

“Nu zijn veel duurzame ontwikkelingen, bijvoorbeeld de circulaire economie, nog nieuw en experimenteel. We zitten nog in een soort pioniersfase. Maar ik verwacht dat dit de komende jaren snel zal ontwikkelen. Waarschijnlijk gaat iedereen het over een jaar of vijf á tien normaal vinden.”

Over de auteur

Arvid van Oosten

Arvid van Oosten (Vlaardingen, 2004) is een student journalistiek aan de Hogeschool Utrecht. Dat ben ik. Sinds mijn jongste jaartjes heb ik al een passie voor schrijven, en dat heeft mij langzaam maar zeker de journalistieke wereld in geleid. Ik heb als lokale journalist in Rijswijk gewerkt en stagegelopen bij de KRO-NCRV – allebei voor een klein half jaar. Met deze kleine maar fijne passie en ervaring ben ik van plan mijn hbo-diploma te halen. Daarna wil ik aan de slag als schrijvend journalist, documentairemaker of buitenlandcorrespondent. Voor ieder kwestie en zaakje: arvidvanoosten@student.hu.nl