Zo pakt alumnus Hoekman de sportzomer en redactiecultuur aan bij NOS Sport
Alumnus Gert-Jaap Hoekman is sinds dit jaar de hoofdredacteur van NOS Sport. Hij is natuurlijk druk bezig met de intensieve sportzomer, maar tegelijkertijd ook met de ontwikkeling van de redactiecultuur bij de NOS Sportredactie. Zelf studeerde hij twintig jaar geleden nog aan de School voor Journalistiek. ‘Als ik echt mag overdrijven, heb ik mijn hele leven te danken aan de School voor Journalistiek.’
Hoofdredacteur NOS Sport, Gert-Jaap Hoekman Foto: Wessel In den Bosch
Het afgelopen jaar was de redactie van NOS Sport veel in het nieuws. Er kwamen meldingen naar buiten over grensoverschrijdend gedrag op de redactie. Werknemers spraken over een onveilige werkomgeving waar intimidatie en ongepaste opmerkingen aan de orde van de dag waren. Deze onthullingen leidden tot een interne en externe onderzoeksprocedure, waarna de NOS diverse maatregelen heeft genomen om de cultuur te verbeteren en een veilige werkplek te garanderen. Zo werd er bijvoorbeeld een nieuwe hoofdredacteur aangesteld.
Gert-Jaap Hoekman werd uiteindelijk geselecteerd voor deze functie, na tien jaar hoofdredacteur te zijn geweest bij NU.nl. ‘Ik heb met volle energie en plezier al die jaren bij NU.nl gewerkt’, zegt Hoekman. ‘Maar op een gegeven moment voel je dat het tijd wordt voor iets anders. Als hoofdredacteur weet je nooit precies wat je ‘houdbaarheidsdatum’ is, en dat wilde ik voor zijn,’ voegt hij lachend toe. ‘Leidinggeven aan de grootste sportredactie van Nederland is dan ook wel een geweldige eer en een mooie uitdaging.’
Dus werd Hoekman de nieuwe hoofdredacteur voor de sportredactie van de NOS, al was sportjournalistiek nooit nadrukkelijk zijn expertise of doel. ‘Maar ik heb wel altijd wat gedaan met sport hoor’, zegt hij daar meteen bij. ‘Mijn eerste stage liep ik bij de Zwolse krant – nu de Stentor. Ik heb daar ook op de sportredactie gezeten en daarna altijd nog wel iets van sportverhalen gemaakt, ook bij Nieuwe Revu. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de verhalen achter de sport.’
Op de vraag of hij daar dan op dit moment mee bezig kan zijn, moet hij lachen. ‘Nee, natuurlijk niet,’ vertelt hij. ‘Al kan je er als hoofdredacteur wel voor zorgen dat ze gemaakt worden natuurlijk.’
Langzamerhand ging Hoekman van zijn functie als stagiair en redacteur, naar steeds meer leidinggevende functies. Uiteindelijk werd hij zelfs hoofdredacteur van zijn eerdere stageplek: Nieuwe Revu. ‘Ik heb uiteindelijk wel de beslissing gemaakt om meer richting een leidinggevende functie te gaan’, vertelt hij. ‘Ik was als redacteur ook altijd al wel bezig met deadlines. Daarnaast vond ik strategie ook interessant: Hoe ontwikkelt een medium zich? En hoe blijft het relevant?’
Inmiddels werkt Hoekman dus al dertien jaar als hoofdredacteur voor verschillende media. ‘Mensen vragen mij dan ook wel eens of ik het schrijven niet mis’, vertelt hij. ‘Ik denk dat het antwoord is: niet genoeg om te switchen. Ik zit nu al lang in een leidinggevende positie en dat bevalt me goed.’
Nu heeft hij als hoofdredacteur van NOS Sport een zware taak. De zomer van 2024 wordt gezien als een grote sportzomer: het Nederlands elftal heeft net een groot EK voetbal achter de rug en ook de Olympische Spelen zijn nog druk bezig. Als hoofdredacteur houdt Gert-Jaap Hoekman zich hierin voornamelijk bezig met de grotere lijnen. ‘We zijn bezig met een cultuurverandering bij NOS Sport’, legt hij uit. ‘We moeten kijken naar hoe we de redactie organiseren en we willen iedereen daarbij betrekken. Ik ben dan ook vooral bezig met het steunen en luisteren naar collega’s, appjes sturen, bellen en langsgaan.’
‘Laatst zou Arman Avsaroglu zijn eerste keer commentaar geven bij het Nederlands elftal op een groot toernooi’, vertelt Hoekman. ‘Dan app ik hem ‘s ochtends om hem succes te wensen. Daarnaast ging ik ook zelf naar Leipzig om iedereen praktisch te ondersteunen.’
En toch draait het op dit moment bij de NOS Sportredactie ook om andere dingen dan het EK voetbal en de Olympische Spelen. Zoals Hoekman al vertelde, is er een cultuurverandering gaande op de redactie. ‘Wat ik knap vindt, is dat toen ik binnenkwam al het werk alsnog gewoon doorging’, vertelt hij. Zelf heeft hij niet de eerdere cultuur meegemaakt, maar toch merkt hij dat er een positieve verandering gaande is. ‘Wat ik weet is dat mensen zich meer betrokken voelen’, vertelt hij. ‘Voor de Olympische Spelen hoorde ik iemand zeggen dat het voor het eerst voelt als de spelen van ons allemaal. Tegelijkertijd is het ook een illusie om te denken dat je binnen een jaar alles opgelost hebt. Dat heeft een langere adem nodig.
Tijd op de School voor Journalistiek
Hoekman heeft gestudeerd aan de School voor Journalistiek en dat heeft hem veel gebracht. ‘Als ik echt mag overdrijven, heb ik mijn hele leven te danken aan de School voor Journalistiek’, vertelt hij. ‘Op privéniveau heb ik hier mijn vrouw en veel van mijn beste vrienden leren kennen, maar ook in mijn werkende leven: ik heb hierdoor stage kunnen lopen bij de Zwolse krant en bij Nieuwe Revu: als ik dat niet had gedaan, was ik daar geen hoofdredacteur geworden, was ik niet naar NU.nl gegaan en had ik ook niet gezeten waar ik nu zit. Ik heb heel veel te danken aan deze school.’
Hoekman heeft veel meegemaakt in zijn tijd op de studie. In zijn eerste jaar was een van zijn klasgenoten slachtoffer van zinloos geweld en is daarbij omgekomen. ‘Sowieso heeft dat veel indruk gemaakt op me’, vertelt hij. ‘Maar je krijgt ook meteen de andere kant van de journalistiek te zien. Je leert ineens over de hijgerigheid van de media. Het overlijden van mijn klasgenoot had niet eens wat te maken met journalistiek. Maar de cursus van ‘hoe ga je op een respectvolle manier om met mensen die zoiets meegemaakt hebben’ kregen we vrij vlot en ik denk dat je dat meedraagt.’
Hoekman merkte vroeger dat studenten op de School voor Journalistiek graag klaagden over de studie. ‘Maar dat was eigenlijk niet nodig’, zegt hij. ‘Ik heb wel geleerd dat je echt je eigen kansen moet pakken. Mijn eerste betaalde klus was een sportverhaal: een interview met de spits van Sparta Rotterdam, die dat seizoen topscoorder was geworden. Daarna heb ik het verkocht aan een krant in Rotterdam.’
Zijn advies aan jonge journalisten is daarom duidelijk: ‘Je moet niet klagen over dingen waar je geen invloed op hebt. Zorg ervoor dat je zelf de controle houdt. Je moet voor dit vak echt doorzettingsvermogen en een dikke huid hebben.’