Besmettelijke 112-telefoontjes

“Anderhalf meter, anderhalf. Ik zeg anderhalf meter, kom niet in mijn aura bitch.” Deze tekst galmt hier en daar door de gangen van het politiebureau. De tekst is afkomstig uit het liedje van een aantal rappers en hiermee proberen de agenten elkaar op een grappige manier op afstand te houden. Er is niet lang tijd om over koetjes en kalfjes te praten, want ook de burgers op straat moeten zich aan anderhalve meter afstand houden. Via de meldkamer komt er alweer een nieuwe melding binnen van een samenscholing van een groep jongeren. Een eenheid gaat er direct naartoe. Hoe ziet een dag op het politiebureau in Etten-Leur er tijdens het coronavirus uit?

De entree van het politiebureau in Etten-Leur. Bron: Karlijn Koopmans

Op het kantoor in Etten-Leur (provincie Brabant) werkt agent Lars Scheve. In Brabant ging het aantal coronapatiënten het hardst omhoog van heel Nederland. Scheve is naast wijkagent ook operationeel coördinator en dat houdt in dat hij de hele dienst vandaag zal gaan aansturen. “Van Etten-Leur tot aan Zundert en van Rijsbergen tot aan Prinsenbeek. Dus eigenlijk de hele westkant van Breda.” Alle eenheden die op dit moment op straat rijden, stuurt hij aan. Op het politiekantoor zijn de nodige maatregelen getroffen om het werk voor de agenten zo veilig mogelijk te maken. Aan de buitenkant van het politiebureau is niet veel van de maatregelen te zien, maar bij binnenkomst valt meteen op dat de informatiebalie is omringd met rood-wit afzetlint. Hierdoor kan de afstand tussen de agent achter de balie en de burger aan de voorkant van de balie nog beter worden bewaard. Daarnaast staat er voor de balie ook nog een grote tafel met een pompje desinfectiemiddel. “Handgel, ontsmettingsspray en desinfectiemiddel, daar worden we nu echt mee doodgegooid”, vertelt Scheve lachend.

De informatiebalie van het politiebureau is omringd met rood-wit afzetlint. Hierdoor kan er meer afstand worden bewaard. Bron: Karlijn Koopmans.
Politieagent Lars Scheve voor zijn politiebus met een flesje met desinfectiemiddel. Bron: Karlijn Koopmans.
Dit kledingrek met alle politie uniformen en kogelvrije vesten, staat in de gang richting de werkruimte. Bron: Karlijn Koopmans.

Op het politiebureau is het eigenlijk gewoon ‘business as usual’. In de gang richting de werkruimte hangen de blauw-gele politiepakken en kogelvrije vesten netjes op een rij aan het kledingrek. Bovenop het kledingrek liggen gele politiehelmen, die de motoragenten kunnen gebruiken. Daarnaast staan er hier en daar wat zwarte sporttassen op de grond met de persoonlijke spullen van de agenten die op dit moment een dienst draaien.

In de werkruimte zelf zijn maar een paar agenten aan het werk. Zoals in veel publieke ruimtes, zijn er ook hier een aantal pijlen op de vloer geplakt en is er meer afstand tussen de verschillende werkbureaus aanwezig. De agenten moeten zich namelijk ook houden aan de algemene richtlijnen omtrent corona: “Dat wil zeggen afstand houden, contact vermijden en handen wassen”, aldus Scheve. De agent vertelt dat de agenten een nieuw uitvraag protocol hebben dat ze vroeger niet hadden. Als mensen nu bellen, vragen ze altijd of ze verkouden zijn, koorts hebben of mogelijk in aanraking zijn geweest met iemand die coronabesmetting heeft. Vanuit de ambulancedienst en de brandweer gebeurt dit ook, zodat de hulpdiensten van tevoren over deze informatie beschikken.

Politie, ambulance en brandweer. Bron: Lars Scheve

Agent Scheve wordt tijdens zijn dienst gebeld en vertelt dat er twee collega’s met spoed op weg zijn naar een reanimatie om het ambulance personeel te ondersteunen. Scheve legt uit dat er in het verleden, vóór het coronavirus, wel twee à drie auto’s ter ondersteuning werden meegestuurd naar zo’n reanimatie. Om het risico voor de politieagenten te beperken, wordt er in deze coronatijd maar één auto meegestuurd. In situaties waarin de agenten besmetting van het coronavirus niet kunnen uitsluiten, nemen ze altijd maatregelen om het voor zichzelf zo veilig mogelijk te maken.

Politieagent Lars Scheve heeft de oranje coronapakken in zijn hand. Bron: Karlijn Koopmans.

“Dat betekent dat we in het geval van een reanimatie volledig in coronabepakking op pad gaan. We gaan dus pas een woning binnen met een beschermend pak, een mondkapje, een spatbril, handschoenen en zelfs extra schoentjes over onze schoenen aan”, vertelt Scheve. In dit soort situaties heeft de agent vaak een dubbel gevoel:  “Enerzijds wil ik namelijk altijd die stap naar voren zetten en heb ik er juist voor gekozen om boeven te vangen én mensenlevens te redden. Door de coronamaatregelen en omwille van mijn eigen veiligheid en die van mijn collega’s, word ik in mijn werk nu vaak beperkt.”

Niet alleen bij reanimaties hebben de politiemensen de beschikking over de algemene beschermingsmiddelen. Wanneer agenten na een melding iemand moeten aanhouden en dus aanraken, fouilleren of in bedwang houden – ook als de persoon een paar keer moet niezen – kunnen ze gebruikmaken van een mondkapje en handschoenen. Al deze extra beschermingsmiddelen zijn in de politiewagens aanwezig.

De politieagent laat zien dat alle mondkapjes, spatbrillen en handschoenen aanwezig zijn in het voertuig. Bron: Karlijn Koopmans.
Één van de laadjes met onder andere beschermingsmiddelen in de achterbak van de politieauto. Bron: Karlijn Koopmans.

Op het politiebureau in Etten-Leur staan ongeveer zo’n tien voertuigen op een ruime parkeerplaats achter het bureau. Politieagent Scheve vertelt dat er op dit moment ook nog vijf auto’s patrouilleren op straat. “Ieder voertuig is dus sinds de komst van het coronavirus beter en uitgebreider uitgerust.” Scheve opent de achterklep van een van de auto’s en in de achterbak is een soort zilver ladekastje aanwezig met daarin allemaal verschillende voorwerpen. Van rood-witte pionnen en afzetlint tot kogelvrije vesten en blaastesten. Daarnaast zijn de oranje coronapakken, mondkapjes, spatbrillen en handschoenen ook aanwezig. Tot slot ligt  er ook een aantal ‘spuugkappen’ in één van de laadjes. Scheve legt uit dat deze spuugkappen zijn toegevoegd aan de uitrusting van de voertuigen, omdat het tegenwoordig een ‘hot item’ is om de politieagenten te bespugen en dan te roepen dat je besmet bent met het coronavirus. “Spuugkappen zijn eigenlijk een soort haarnetjes die we bij iemand die geboeid is over zijn hoofd trekken en hierdoor kan hij of zij ons niet bespugen”, aldus Scheve.

Één van de arrestatiebussen waarin een plexiglas plaats is geplaatst tussen de voor- en achterbank om besmetting te voorkomen. Bron: Karlijn Koopmans.

Naast de aanwezige spuugkappen is te zien dat er in meeste arrestatiebussen een grote rechthoekige plexiglas plaat tussen de voor- en achterbank zit. Hierdoor is er een compartiment gecreëerd en kunnen de agenten ook beter afstand houden van de verdachte. Tevens voorkomen ze het risico dat er eventueel in hun nek gehoest of gespuugd kan worden.

Scheve vertelt dat hij in de afgelopen dagen zelf één incident heeft meegemaakt waarbij hij te maken had met een zogenoemde ‘coronaspuger’. “Ik wilde de verdachte boeien en tegelijkertijd probeerde de verdachte mij in mijn gezicht spugen. Ik vond dit een hele beangstigende en uiterst onveilige situatie.” Gelukkig heeft de verdachte de politieagent niet kunnen bespugen, omdat agent Scheve nét op tijd zijn hoofd kon wegdraaien. De verdachte kreeg direct hierna een spuugkap over zijn gezicht en is meegenomen naar het politiebureau.

Één van de arrestatiebussen waarin een plexiglas plaats is geplaatst tussen de voor- en achterbank om besmetting te voorkomen. Bron: Karlijn Koopmans.
Één van de arrestatiebussen achter op de parkeerplaats van het politiebureau in Etten-Leur. Bron: Karlijn Koopmans.

Terwijl Scheve weer naar binnenloopt richting de werkruimte, passeren een aantal collega’s hem met hoge snelheid. De collega’s hebben een melding gekregen dat er in het centrum een winkeldief is gevlucht op een zwarte scooter. De agenten starten een achtervolging. Politieagent Scheve legt uit dat dit soort achtervolgingen wekelijks voorkomen en dat de agenten in dit soort situaties zo goed mogelijk proberen om te gaan met de anderhalve meter afstand. Al is het in de meeste gevallen erg lastig. “Het omdoen van handboeien bij een voortvluchtige verdachte, die een gevaar vormt voor zichzelf of voor de omgeving, kunnen we niet voorkomen. Hierdoor moet er wel fysiek contact met de verdachte zijn.”  Scheve legt uit dat je in dit soort situaties in een split second moet handelen en vaak geen tijd hebt om je mondkapje of handschoenen aan te doen. Achteraf bedenkt de agent zich weleens: “Ik heb daar een groot risico gelopen om besmet te raken, omdat ik iemand fysiek heb moeten aanraken. Kan ik dat voortaan anders doen?” Aan de andere kant vindt Scheve dat fysiek in aanraking komen met een of meerdere burgers bij zijn werk hoort. De agent loopt liever zelf meer risico op besmetting dan dat hij een verdachte geen handboeien om doet en deze persoon nog een kans heeft om weg te komen. “Het blijft tussen de verdachte en de politie namelijk altijd een kat en muis spel.”

Al met al heeft het virus dus een flinke impact op het politiewerk, maar er zitten ook ‘positieve’ kanten aan deze bijzondere tijd. Volgens Scheve is het minder druk op straat en in het verkeer. Het energie vretende toezicht op bijvoorbeeld de horeca is vervallen en dat scheelt de politie enorm veel mankracht. “Nu zie je ineens hoeveel capaciteit wij kwijt zijn aan horeca en evenementen. Dat is echt schrikbarend.”

De agenten lopen in deze coronatijd dus zeker wat meer risico op straat. “Maar onderaan de streep is het voor mij het allerbelangrijkste om levens te redden. Iedereen binnen de politie zal die stap naar voren zetten, met in het achterhoofd het besef dat we misschien zelf wel besmet kunnen raken. Dat hoort bij ons werk en daar zijn we trots op”, aldus politieagent Scheve.