Fenny kreeg plotseling een herseninfarct: Hoe groot is de impact?

Vergroot

fenny-2-scaled
Fenny van den Kieboom (75) op de hometrainer bij revalidatiecentrum Revant in Breda

Karlijn Koopmans

In het ziekenhuis

“Meteen 112 bellen”, zei Fenny van den Kieboom tegen haar man. “Ik voelde direct dat het foute boel was in mijn lichaam. Mijn linkerarm en -been voelden heel apart.” Van den Kieboom lag tijdens het gesprek met de alarmcentrale op de grond in de garage. Gelukkig kon mevrouw gewoon praten en zelf uitleggen wat er precies was gebeurd. “In de verte hoorde ik na verloop van tijd de sirene al….”

Er stapten twee ambulancebroeders de garage binnen. “Ik had zo’n droge mond, niet normaal. Dat was gewoon de hyperventilatie door de hele situatie.” Ze hebben mevrouw Van den Kieboom zo snel mogelijk in de ambulance meegenomen naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis is ze gelijk door de scan gehaald en hierdoor konden de artsen zien wat de oorzaak was van haar val in de garage. Een bloedpropje aan de rechterkant in haar hersenen had een herseninfarct veroorzaakt. De artsen hebben Van den Kieboom meteen bloedverdunners gegeven om te voorkomen dat er bloedstolsels zouden ontstaan. “Hierna ben ik op de ziekenhuisafdeling terecht gekomen. Ik kon toen helemaal niks. Het leek net alsof mijn linkerarm en -been niet bij mijn lichaam hoorden”, aldus Fenny van den Kieboom.

Start revalidatie

Normaal gesproken woont Fenny van den Kieboom (75) samen met haar man in Halsteren, vlakbij Bergen op Zoom. Ze is al ruim 51 jaar getrouwd. Samen hebben ze één zoon en twee kleinkinderen. Op woensdag 22 april 2020 is mevrouw Van den Kieboom tijdens het tuinieren uit het niets overvallen door een herseninfarct. Na een week in het ziekenhuis is ze overgeplaatst naar Revant, expertisecentrum voor medisch-specialistische revalidatie in Breda. De gevolgen van het herseninfarct waren ingrijpend: “Ik kon niet lopen en amper staan. Mijn evenwicht was helemaal in de war.” Bij Revant stond Van den Kieboom een klinische (interne) revalidatie te wachten. “Ik moest weer helemaal opnieuw beginnen met lopen. Dat proces ging van start met het zetten van kleine stapjes achter de rollator.”

Eline Nelissen is revalidatiearts en richt zich voornamelijk op neurorevalidatie bij volwassenen. Als arts is ze werkzaam bij Revant. Volgens Nelissen is een beroerte de meest voorkomende oorzaak van hersenletsel. Dit wordt ook wel CVA genoemd: Cerebro Vasculair Accident. Een CVA heeft twee veel voorkomende vormen: het herseninfarct en de hersenbloeding. Uit recent onderzoek (Patiëntenvereniging hersenletsel, 2018) blijkt dat ongeveer tachtig procent van de mensen met een beroerte een herseninfarct heeft gehad en twintig procent een hersenbloeding. Revalidatiearts Nelissen legt uit dat er bij een herseninfarct (ook wel ischemische beroerte genoemd) sprake is van een verstopping van de bloedvaten door een propje. Dit veroorzaakt zuurstoftekort. “Als een bloedvat in de hersenen lekt of is geknapt, wordt dat een hersenbloeding genoemd.”

Feiten en cijfers

In de staafdiagram is het aantal patiënten met de diagnose CVA over de jaren 2012, 2014, 2016 en 2018 te zien. Men kan aflezen dat het aantal klinische opnames redelijk stabiel is gebleven. Het aantal poliklinische opnames is ten opzichte van 2014 juist toegenomen. Volgens de cijfers van Vektis (2018) revalideren er dus meer patiënten vanuit huis. Dat houdt in dat de patiënt één of meerdere malen per week naar het revalidatiecentrum komt voor behandeling en na afloop van elke behandeling weer terug gaat naar zijn eigen omgeving. Uit de cirkeldiagram kan men aflezen dat er in 2018 in totaal 31.543 patiënten waren met de diagnose Cerebro Vasculair Accident (CVA). Hiervan hebben 18.998 patiënten een consult gehad van de revalidatiearts op de verpleegafdeling in het ziekenhuis of vlak na de acute fase. In 2018 waren 2.992 klinische (interne) opnames en 9.553 poliklinische opnames van het totaal aantal patiënten met een CVA. De cijfers uit de cirkeldiagram zijn ook al te vinden in de staafdiagram bij het jaar 2018. Echter kan men in de cirkeldiagram veel duidelijker het verschil in klinische, poliklinische en consulitaire opnames bekijken. Bovendien is het eindtotaal zichtbaar. Het jaar 2018 is gekozen, omdat dit de meest recente cijfers zijn over het aantal patiënten met de diagnose CVA (Vektis, 2018).

Alle cijfers zijn afkomstig uit een versleutelde databases die vanwege privacy en beveiliging niet toegankelijk zijn voor iedereen. Deze databases bevat namelijk vertrouwelijke informatie van patiënten die niet zomaar openbaar mogen worden gemaakt. Ik heb deze specifieke cijfers verkregen via Albert-Jan Mante, bestuurder van Revant revalidatie te Breda. Bron: Vektis

Volgens Nelissen is het verschil in beroerte erg belangrijk voor de voorspelling omtrent het vermoedelijke verloop van de revalidatie. Bij de meeste patiënten die een bloeding hebben gehad, duurt het herstel langer en herstellen ze later ineens veel sneller. “De reden hiervan is dat je lijf samen met je brein na vier tot zes weken het bloed gaat opruimen. Dan maken patiënten ineens een spurt in hun herstel.” Terwijl, als je een beroerte door zuurstofgebrek hebt gehad, de arts na ongeveer vijf dagen al fors herstel wil zien. “Dat is het meest optimaal voor een aantal factoren, zoals bijvoorbeeld het terugwinnen van je armfunctie.”

Als iemand een CVA heeft gehad, kijken ze bij Revant per patiënt naar het hele neurologische systeem, gericht op eventuele uitval vanuit het centrale zenuwstelsel. “Tijdens een intake vragen we door op klachten vanuit het denkgebied”, vertelt revalidatiearts Nelissen. Daarnaast luistert de arts goed naar wat de patiënt heeft gezegd en op welke manier de patiënt dit heeft gezegd. Dat is van belang om de spraak en communicatie te kunnen inschatten. Tot slot verricht men bij Revant een lichamelijk onderzoek en hierbij richten de artsen zich voornamelijk op de uitval vanuit de hersenen. “We kijken voornamelijk of beide hersenhelften gelijk functioneren. Zo niet, dan zoeken we uit welk gebied er is uitgevallen: spierkracht, gevoel of aansturing?” Op basis van de verschillende stoornissen die Nelissen ontdekt, schakelt de revalidatiearts een logopedist, psycholoog, fysio- of ergotherapeut in.”

Fenny van den Kieboom revalideert inmiddels al ruim zes weken bij het revalidatiecentrum Revant. Ze verblijft hier klinisch (intern). Elke week krijgt ze als revalidant een nieuw programma met een indeling voor maandag tot en met vrijdag. Van den Kieboom heeft wekelijks meerdere keren fysio- en ergotherapie. Tijdens de fysiotherapie probeert de revalidant weer spierkracht op te bouwen aan de linkerkant van haar lichaam. Van den Kieboom kan dankzij de revalidatie alweer fietsen op de hometrainer en goed zelfstandig lopen. Volgens revalidatiearts Nelissen is dat een enorme prestatie. “In april heeft mevrouw Van den Kieboom een herseninfarct gehad en het is nu pas juni en de revalidant kan alweer zelfstandig lopen. Chapeau!”

Naast fysiotherapie heeft Van den Kieboom ook meerdere keren per week ergotherapie. Tijdens de ergotherapie gaan revalidanten voornamelijk aan de slag met oefeningen op het gebied van huishoudelijke taken zoals: stofzuigen, koken, de was opvouwen of de bedden verschonen. Maar ook het strikken van je eigen veters leren de meeste revalidanten hier weer opnieuw. Volgens Van den Kieboom gingen deze huishoudelijke taken al beter dan verwacht. Met onder andere koken zal de revalidant thuis geholpen moeten worden door haar man. “Mijn linkerhand is daarvoor nog té ongecontroleerd en ik ben bang dat ik dan zomaar de pan van het fornuis zal afstoten.”

Video

https://youtu.be/wkA2__Z3HCc

In 2019 zijn er bij Revant 126 revalidanten, met een CVA, klinisch (intern) behandeld. Daarnaast zijn er 188 patiënten, met een CVA, poliklinisch (niet intern) behandeld. In totaal hebben er bij Revant in 2019 dus 314 patiënten met een CVA klinisch of poliklinisch gerevalideerd. Volgens Nelissen revalideren er bij Revant veel patiënten met een neurologische aandoening. “De meeste patiënten hebben een CVA gehad. Daarnaast we hebben ook veel revalidanten met Parkinson, Multiple sclerose (MS) en Amyotrofische Laterale Sclerose (ALS).” Al deze aandoeningen worden op maat behandeld. Als revalidatiearts zorgt Nelissen ervoor dat het hele team samen bezig is om elke patiënt zijn of haar hoofddoel te laten bereiken. Alle neuzen moeten dezelfde kant op staan. “Als revalidant hoef je het proces niet alléén te doorstaan. Als team gaan wij om iemand heen staan en begeleiden we deze persoon tot het einde.” Volgens Nelissen is dat onder andere de kracht van medisch specialistische revalidatie.

Hoe lang een revalidatieproces duurt, is uiteraard per persoon en per aandoening verschillend. Sommige patiënten herstellen in een vrij korte periode van een neurologische beroerte. Volgens Nelissen kunnen ze in vijf à zes weken alweer goed zelfstandig functioneren. Het hele revalidatieproces van deze patiënten duurt echter nog veel langer, maar de eerste stap op het gebied van zelfstandigheid is dan al gemaakt. Daarnaast begeleidt de revalidatiearts ook patiënten die wel tien à twaalf weken nodig hebben voordat ze weer zelfstandig kunnen functioneren. Een revalidatieproces duurt dus gemiddeld zo’n zes tot twaalf weken.

Feiten en cijfers

Op basis van de profieldata in de datamonitor van RN (2018) is het gemiddeld aantal verpleegdagen voor patiënten in de hersenletselrevalidatie: 46,5 dag. Dit houdt in dat in 2018 een revalidant gemiddeld 46,5 dag klinisch (intern) is opgenomen in een revalidatiecentrum in Nederland. In 2016 was dit gemiddeld nog bijna 50 dagen. De duur van het aantal klinische opnames is dus iets afgenomen. Na de klinische opname moet een patiënt bijna altijd nog poliklinisch (vanuit huis met een of twee keer per week een bezoek aan het revalidatiecentrum) verder revalideren. Als arts volg je patiënten met hersenletsel tot anderhalf tot twee jaar na hun beroerte. “Je leert de meeste patiënten dus van heel dichtbij kennen”, aldus Nelissen.

Alle cijfers zijn afkomstig uit een versleutelde databases die vanwege privacy en beveiliging niet toegankelijk zijn voor iedereen. Deze databases bevat namelijk vertrouwelijke informatie van patiënten die niet zomaar openbaar mogen worden gemaakt. Ik heb deze specifieke cijfers verkregen via Albert-Jan Mante, bestuurder van Revant revalidatie te Breda. Bron: Datamonitor RN 2018

Fenny van den Kieboom heeft ongeveer zes weken klinisch gerevalideerd bij Revant. Dat is dus sneller dan de gemiddelde revalidant. “Ik heb goede hulp gekregen, ik ben heel gemotiveerd en ik wil bovendien zo snel mogelijk weer terug naar mijn huis en naar mijn man.” Van den Kieboom mocht op 12 juni 2020 naar huis en gaat in Halsteren verder met haar poliklinische revalidatie. De gemotiveerde revalidant heeft wel angst dat zoiets nog een keer zal gebeuren. “Daar wil ik vooral niet teveel over nadenken.” Ondanks de ingrijpende impact van het herseninfarct, staat Van den Kieboom nog altijd positief en vrolijk in het leven. “In april kon ik niet eens lopen en mijn linkerarm nauwelijks bewegen. Ik ben er trots op dat ik nu, zes weken later, alweer zelfstandig kan lopen en op de goede weg ben met het terugwinnen van kracht in mijn linkerarm.”