Susanne Duijvestein (35)

Susanne Duijvestein. Bron: Karlijn Koopmans

Susanne Duijvestein (35) is geboren met een soort “klimaatrouw”. Vanaf haar vijftiende is ze al vegetarisch, koopt de alleen maar kleren bij de kringloopwinkel en alle meubels in huis zijn tweedehands. Samen met haar man en kind is ze naar Zutphen verhuisd om meer eigen grond te hebben. Volgend seizoen zullen ze beginnen met het verbouwen van eigen gewassen in hun moestuin, zodat ze zoveel mogelijk autarkisch kunnen leven.

Bovendien moet het hele huis worden verduurzaamd. Susanne werd op een ochtend wakker en had het antwoord gekregen om “iets” met de dood te gaan doen. “Ik heb altijd heel veel gehad met de dood, ben er altijd door geboeid geweest en er ook op allerlei manieren mee bezig geweest.” Voor Susanne voelde een carrièreswitch dan ook als een logische stap. Sinds 2017 werkt ze als duurzaam en holistisch begrafenisondernemer.

“Mijn missie is het grootschalige herontwerp van de huidige uitvaartcultuur” 

Bijna-doodervaring

Susanne groeide als kind op in ruraal gebied. Daar was de dood altijd heel erg aanwezig. De dode koeien en varkens lagen daar gewoon langs de weg. “Ik heb dat nooit eng gevonden, maar juist interessant en zelfs fascinerend. Onder andere in Susannes tienerjaren heeft zij diverse keren een bijna-doodervaring meegemaakt,. Hierdoor heeft zij voor ogen waar je naartoe gaat als mens na de dood. “Dat verklaart voor mij dat het plaatje compleet is van m’n fascinatie én de drijfveer van mijn hang naar de dood door die bijna-doodervaringen”, legt Susanne uit. Naar eigen ervaring is het zo’n goede, liefdevolle plek waar we heen gaan en waar we misschien ook wel vandaan komen. “Alleen maar licht, zachtheid en vrede.”

Natuurlijke dood

Susanne ziet haar werk als een soort voeding voor zichzelf. Volgens Susanne wordt de dood ons op een bepaalde manier gepresenteerd in onze westerse maatschappij. Voor Susanne klopt daar helemaal niks van. Ze legt uit dat de dood ons, zoals bijvoorbeeld vaak in films, wordt gepresenteerd als een akelige, grimmige en zwarte plek. “Dat is zo niét de dood. Dus ik voel dat ik wil bijdragen een soort nieuw narratief”, vertelt Susanne. Het is een soort vuur dat in haar drijft om dit werk te doen. Dat er rondom de dood gelet wordt op duurzaamheid, is voor Susanne vanzelfsprekend. Ze is dan ook veel bezig met wat een ‘natuurlijke dood’ precies is. De twee keuzes die we vooralsnog hebben: begraven en cremeren, zijn volgens Susanne allebei onnatuurlijk. “Dat gebeurt niet met zoogdieren in de natuur. Het is gewoon niet de bedoeling dat ons lichaam onder de grond wordt gestopt en het is ook niet de bedoeling dat het wordt verbrand.”

Als je het aan Susanne vraagt, komt composteren het dichtstbij een natuurlijke dood, maar je hebt te maken met een cultureel kader. Iedere cultuur heeft bijvoorbeeld een andere voorstelling bij “respect” rondom de dood, legt Susanne uit. Composteren komt voor de duurzame uitvaartondernemer het dichtstbij, maar het past niet in ons westerse culturele kader. Hoe kunnen we dan wel alsnog zoveel mogelijk die natuurlijke processen rondom de dood volgen, maar dan wel passend binnen ons culturele kader? Die vraagt stelt Susanne zichzelf voortdurend en bekijkt aan welke mogelijkheden zij kan bijdragen als duurzaam uitvaarondernemer.

Op welke manieren kan het duurzamer?

Het materiaalgebruik bij een uitvaart is een eerste afweging die je kan maken op het gebied van duurzaamheid. Hoe kun je zo min mogelijk materiaal gebruiken en het materiaal dat je gebruikt, dat dat een lokale herkomst heeft, hernieuwbare materialen zijn en géén ‘single used’ items. Als je het bijvoorbeeld hebt over de uitvaartkist. “Er wordt een boom gekapt, die kist komt vaak van ver, het is ‘single used’ en we kijken er hooguit één week naar en dan heeft hij al zijn functie gehad. Hoe zinvol is dat?”, vraagt Susanne zich af. Bovendien stelt zij dat de kist voor een begrafenis of crematie eigenlijk helemaal geen rol heeft. “Als je alleen al naar die kist zou kijken en hoe onzinnig dat ding is qua milieubelasting, zou het al zoveel schelen.”

Een lijkwade zal al een betere optie zijn, maar Susanne zou dan kiezen voor een doek uit eigen kast. “Pak een picknickkleed of tafelkleed waar het leven aan is gevierd of waar bijzondere herinneringen in zitten. Gebruik zo’n kleed om iemand in te wikkelen”, zegt Susanne. Het is dan een veel duurzamere optie, want er hoeft niks nieuws gemaakt te worden. “Mooier en persoonlijker wordt het niet” naar Susannes idee.

Een ander milieubelastend aspect van een uitvaart, is de stroom van mensen die naar één plek toegaat. Dat schijnt, volgens Susanne, één van de grootste bepalers te zijn. Dan kom je op een lastig terrein, want wil je omwille van duurzaamheid een uitvaart regelen, dan mogen er dus zo min mogelijk mensen komen. Alleen is een uitvaart ook een soort helend ritueel voor alle mensen die jou gekend hebben, zegt Susanne. Dat is een tweestrijd. “Vanuit duurzaamheid, maar ook vanuit de helende bedoeling van een uitvaart voor de directe naasten, valt er veel voor te zeggen om het heel klein te houden”, aldus Susanne.

“De aarde is ons grotere lichaam”

Susanne probeert als uitvaartondernemer alle rituelen rondom de dood, maar ook de bestemming van het lichaam, natuurlijker te maken. Hierbij houdt zij vast aan een belangrijke filosofie.

Luister hieronder naar een audio-fragment waarin Susanne meer duidelijkheid geeft omtrent deze filosofie en vertelt op welke manier wij als mensen de aarde zijn. Tekst gaat verder onder het fragment.

https://soundcloud.com/user-153401071-468649488/audio-susanne-duijvestein-mixdown?utm_source=clipboard&utm_medium=text&utm_campaign=social_sharing

De aarde is ons grotere lichaam en wat betekent dat dus? Wat betekent dat voor hoe we een uitvaart vormgeven en wat voelen we bij de dood, deze vragen stelt Susanne zichzelf regelmatig. Op veel manieren probeert ze hiermee bezig te zijn. “Het is een soort verantwoordelijkheid en gedrevenheid die ik rondom dit onderwerp voel.”

“The earth is our larger body” – Joanna Macy

Ik heb altijd een soort ‘amen’ gevoel bij die uitspraak, aldus Susanne Duijvestein.

Sommige keuzes rondom een uitvaart, accepteert Susanne als uitvaartondernemer niet. “Een spaanplaat kist, krijg je gewoon niet bij mij. Dan zoek je maar een ander”, vertelt ze lachend. Eveneens ballonnen oplaten, is een “no go”. Daar gaat Susanne van steigeren. Verder legt ze uit dat er wel een heel groot grijs gebied is, want een uitvaart an sich blijft milieubelastend. “Ik probeer de familie vaak wel bewust te maken, ik doe suggesties en presenteer alternatieven, maar ik laat ook heel veel varen.” Het is een ook emotionele gebeurtenis, vertelt Susanne. “Dat de uitvaart voor de familie klopt, staat voor mij op nummer één.”

De reden dat Susanne zichzelf vaak holistisch begrafenisondernemer noemt, is omdat ze echt naar het geheel wil kijken. Dus op alle lagen naar de dood en het afscheid. De fysieke laag: we hebben nou eenmaal een dodelijk lichaam en wat is de bedoeling daarmee in de natuur? Ook de emotionele laag: wat zijn jouw beelden van waar je heen gaat na de dood? Ze wil echt een bijdrage leveren dat mensen niet vervormd worden door een verkeerd beeld van wat de dood is.

Resomeren

Susanne is erg blij dat de uitvaartwereld hoogstwaarschijnlijk binnenkort een nieuwe optie zal verwelkomen. Een heel fijn aspect vindt ze dat de kist niet mee kan bij een resomatie. Dat er dus opnieuw gekeken moet worden naar creatievere, duurzamere opties dan de kist, vindt Susanne interessant. Ze gelooft zeker dat het een duurzamere optie kan zijn. De uitvaartondernemer maakt zich echter wel hele grote zorgen over de hoeveelheid chemicaliën die gebruikt zal worden bij een resomatie. “Dat we straks in grote hoeveelheden die chemicaliën gaan lozen op het riool. Dan gaat het via de waterzuivering straks naar het oppervlaktewater. Ik ben echt op m’n hoede voor die hoeveelheden.” Susanne kijkt op een positievere manier aan tegen resomeren wanneer het residu dat na een resomatie overblijft, gebruikt kan worden als bemester op het land. “Het zou heel zinnig zijn als we dat doen. Wat mij betreft gaan we het echt voor op het land gebruiken, want daar is bemester voor bedoeld. Dan gebruiken we het residu in een kloppende context”, vertelt Susanne.

De wereld achterlaten in herstel

Susanne hoopt dat er meer besef komt bij mensen over wat we de aarde aandoen en wat we onszelf daarmee ook aandoen. “Een diep besef, een diepe realisatie van het feit dat de aarde ons grotere lichaam is. De sleutel zit daar voor de aanpassing van ons gedrag.” Wanneer mensen de onderste laag snappen, het fundament ervan, wordt het acteren daarnaar volgens Susanne ook vanzelfsprekender. Ze voelt een verantwoordelijkheid. Ze vertelt dat ze het gevoel heeft dat ze hier dingen moet herstellen die we als mensheid hebben “aangericht”. Wanneer Susanne er niet meer is, hoopt ze dus een beetje herstel te kunnen achterlaten.

“Ik hoop dat ik tegen die tijd een steen heb kunnen verleggen”

Daarnaast hoopt Susanne dat als ze zelf ooit deze wereld verlaat, dat het zichzelf of iemand anders is gelukt om composteren te legaliseren in Nederland. “Dat m’n lichaam wordt gecomposteerd en dat er een heel klein liefdevol samenzijn is van mensen die bezig zijn met waar mijn liefde over het leven voor ging”, aldus Susanne.