Vrouwen in de politiek
In de loop naar de verkiezingen van 2021 valt op dat vrouwelijke politici sterk naar voren komen, en naar voren worden gehaald in de media (bijvoorbeeld in de Volkskrant en het NRC). Dit jaar zijn er de meeste vrouwelijke lijsttrekkers sinds 1977, waaronder D66, PvdA, SP en PvdD. Ook op de lijst van de VVD staan vier vrouwen in de top vijf; op sociale media wordt opgeroepen om op een vrouw te stemmen; en de campagnestrategie van D66 focust zich op een vergelijking maken tussen Sigrid Kaag en andere vrouwelijke staatshoofden. Maar waarom wordt er zo de nadruk gelegd op het vrouw-zijn?
De Tweede Kamer is een afspiegeling van de bevolking, of tenminste dat zou ze moeten zijn. Van de 150 Kamerleden zijn er momenteel 47 een vrouw, wat iets minder dan een derde is. Dat is gek als je bedenkt dat iets meer dan de helft van de Nederlandse bevolking een vrouw is (bron: CBS). Vrouwen zijn dus in de politiek ondervertegenwoordigd. Stichting Stem op een Vrouw legt uit waarom dit kwalijk is: “Wanneer de politiek meer divers is, maken politici betere besluiten. Ook is de zichtbaarheid van verschillende vrouwen goed voor de emancipatie van vrouwen.”
Stemmen op een vrouw, een vrouwelijke minister-president en meer vrouwelijke Kamerleden zouden dus leiden tot meer emancipatie. Dat blijkt ook uit rapporten van UNWomen en adviesorgaan McKinsey (bron: NPOkennis). In die strijd voor emancipatie en een toekomst waarbij er geen genderongelijkheid is, wordt het gender van (vrouwelijke) politici enorm benadrukt, ook door de vrouwen zelf.
In de aanloop naar de verkiezingen en tijdens het campagne voeren hebben vrouwelijke politici en kandidaten te maken met seksisme. Om die reden ging Sigrid Kaag, lijsttrekker van D66, op zaterdag 6 maart live op haar YouTube kanaal om te praten over het seksisme waar zij tegenaan loopt, en wat zij hoopt de bestrijden in de toekomst. “Ik hoop op een samenleving waarbij mensen worden beoordeeld op hun inzet, karakter en harde werk en niet op één onderdeel van hun identiteit,” zei Kaag in haar Vrouwenspeech.
Het is een mooi ideaal dat Kaag beschrijft in haar speech en zeker niet de eerste keer dat zij zich uitspreekt over het seksisme waarmee zij te maken heeft. In een interview met de Volkskrant laat ze weten dat ze het “verbazingwekkend vindt dat ze als minister en vrouw met dertig jaar carrière wordt aangesproken op mijn echtgenoot. Dat gebeurt mannelijke politici niet.” (Bron: De Volkskrant).
Niet alleen Kaag wordt “als vrouw” behandeld. Columnist Max Pam noemt het Limburgse accent van PvdA-lijsttrekker Lilian Ploumen “een probleem”, maar zegt niets over datzelfde accent van Geert Wilders. Een algemener voorbeeld van seksisme blijkt uit onderzoek van De Groene Amsterdammer blijkt dat tien procent van alle tweets gericht aan vrouwelijke politici agressie of hatelijke taal bevat (bron: De Groene Amsterdammer).
Door diepgeworteld seksisme wordt benadrukt van sommige politici dat ze een vrouw zijn. Dat vrouwelijke politici dit zelf ook doen heeft dan ook een logische verklaring. “De haat en kritiek die ze krijgen, komt doordat ze vrouw zijn. Het is belangrijk om te onthouden dat deze vrouwen de aanval niet geopend hebben, maar reageren op de manier waarop ze worden aangesproken,” legt Stem op een Vrouw uit.