Minimalisme: de trend tegen de trends?

Minimalisme: de trend tegen de trends?

Drie minimalisten, v.l.n.r. Inez van Arkel, Yolanda van Driel, Iris Heikens

Minimalisme, een levensstijl waar mensen vaak voor kiezen als een tegenreactie op de massaconsumptie. In een wereld waarin meer altijd meer lijkt te zijn, trekken de minimalisten hun eigen plan. In hoeverre is het tegenstrijdig minimalistisch te leven, terwijl de wereld om je heen zich in het massale consumptiepatroon houdt?

Minimalisme als levensstijl kent niet één ‘goede’ definitie. De wereldberoemde socioloog Erich Fromm verwijst in zijn boek Een kwestie van hebben of zijn naar de mens als constante consument. Er heerst volgens hem een cultuur waarin het vervullen van behoeften en het vormgeven van identiteit sterk gekoppeld zijn aan wat mensen hebben, of willen hebben. Op deze cultuur is het minimalisme een tegenreactie, waarbij men teruggaat naar de essentie van wat je in een leven nodig hebt.

De drijfveren voor minimalisme hangen sterk samen met de betekenis van minimalisme per individu. Uit onderzoek van het European Institute for Brand Management (EURIB) is een driedelig stelsel gevormd, op basis van uitspraken van consumenten over minimalisme. Dit stelsel laat de drie voornaamste categorieën van minimalisme zien: het ‘aantal bezittingen’, ‘eenvoudige esthetiek’ en ‘weloverwogen consumptie’.

Trendy minimalisme

Uit het driedelige stelsel van het EURIB is juist die ‘eenvoudige esthetiek’ een fenomeen dat zeer in contrast staat met waar minimalisme in beginsel – zoals eerder genoemd – een tegenreactie op is. Waar je ziet dat het ‘aantal bezittingen’ en de ‘weloverwogen consumptie’ vaak geboren zijn uit een ecologisch perspectief – een echte tegenbeweging op de consumptiemaatschappij – werkt de eenvoudige esthetiek die consumptie juist vaak in de hand. Zie opruimgoeroes als Marie Kondo, die prediken een minimalistisch beeld te scheppen, maar eigenlijk het vele overconsumeren een plaatsje geven door opruimtechnieken toe te passen.

Dit ziet socioloog Hans Dagevos aan de Wageningen University & Research (WUR) ook zo: ‘Minimalisme kan eigenlijk een soort hip-achtige associatie hebben. Dan gaat het er puur om dat je een opgeruimd huis wil, want dan kom je zelf ook tot rust als je thuis bent. Dat is een vrij particuliere opvatting, van: de rest van de wereld mag een chaos zijn.’

Duurzaamheid

Voor veel minimalisten is het duurzaamheidsaspect een belangrijke drijfveer, ziet ook (duurzaamheids)socioloog Gert Spaargaren, eveneens van de WUR: ‘De grote gemene deler bij minimalisme zie je terug in de consumptie. Dus het gebruik van lokale producten en bijvoorbeeld energie zo dichtbij mogelijk laten organiseren, maar dit allemaal op een zo laag mogelijk consumptieniveau.’

Voor Spaargaren is dit duurzame patroon een ontzettend positieve kant van het minimalisme, maar dit heeft ook een keerzijde: ‘Het zijn vaak ook mensen die zich heel radicaal keren tegen groei en consumptie an sich.’ Spaargaren geeft aan als duurzaamheidssocioloog vóór minimalisme te zijn, maar dan van de milieu-impact van onze levensstijlen. ‘Natuurlijk is alles met mate, maar ik vind dat minimalisme een te algemene streep trekt, in relatie tot elke vorm van consumptie. Dat vind ik te ver doorslaan,’ aldus Spaargaren.

‘Ik wil dat de milieu-impact vermindert, niet dat consumptie an sich vermindert. Maar dat is een discussie die binnen de sociale wetenschappen ook volop wordt gevoerd,’ licht Spaargaren toe.

Vervelende reacties

Hans Dagevos ziet dat minimalisme vaak een intrinsieke drijfveer heeft, ook als het op duurzaamheid aankomt: ‘Het gaat in het minimalisme echt om persoonlijke motieven, dingen van je eigen persoonlijke leefwijze.’ Toch schijnt dit nog altijd te zorgen voor schurende reacties in de maatschappij. Dagevos merkt op dat elke nieuwe beweging tegen negatieve reacties aanloopt, dus dit geldt ook bij minimalisme: ‘Mensen kunnen denken; ja, die mensen lijken moraalridders, maar ze doen het uiteindelijk alleen maar voor zichzelf.’

Voor Dagevos hoort dat ook bij minimalisme, maar is dat niet per definitie iets slechts. Hij stipt daarmee ook het vooroordeel aan dat minimalisme wordt gezien als iets elitairs. ‘Je moet het je ook kunnen permitteren om dingen weg te doen, zeker als het gaat om minimalisme. Je hebt je zo kapot geconsumeerd, dat je er nu letterlijk en figuurlijk de bezem doorheen haalt. Dat heeft iets elitairs, omdat je dan in de fase zit dat je ook daadwerkelijk dingen weg kan doen,’ aldus Dagevos.

Minimalisme hypocriet?

Toch schaalt Dagevos dit niet onder hypocrisie: ‘Ik zie niet zo snel het hypocriete in dingen. Mensen gaan door verschillende stadia op verschillende momenten in hun leven, waarbij ze bepaalde dingen belangrijk vinden. Daar kun je ook in wisselen.’

Hij ziet het ook bij andere vormen van tegenreacties op de consumptiemaatschappij gebeuren: ‘Die argumenten om alles wat duurzaam is weg te zetten, kan je vrij snel vinden. Je ziet het ook bij veganisten, daar wordt ook van gezegd: dat is elitair. Of bij mensen die op de A12 gaan zitten, daarbij heerst het sentiment dat ze zich maar druk moeten maken om andere dingen.’

Minimalisme kan dus beschouwd worden als een taboe-onderwerp, maar volgens Dagevos is het overstappen naar een duurzamere vorm van consumeren noodzakelijk. Hij pleit voor het consuminderen. Echter gaat dit gepaard met veel uitdagingen op sociaal, economisch en mentaal gebied. Dagevos: ‘Het vereist een verschuiving in de mentaliteit van mensen.’

De minimalistische praktijk

Het begint dus bij de mentaliteit van de individuen. Er zijn al een aantal mensen die deze mentaliteit in hun leven implementeren, maar allemaal geheel op hun eigen wijze, met hun eigen drijfveren en eigen uitwerkingen.

Toch komt het allemaal op minimalisme neer. Drie minimalisten, verspreid over het hele land, delen hun verhaal in de fotoreportage Minimalisme achter de voordeur.

Iris’ interesse voor minimalisme is voor een deel ontstaan vanuit het drukke leven dat zij leidde. Ze had daarbij steeds meer behoefte aan een rustige thuisomgeving, waarna ze de kleuren in haar huis begon af te bouwen. De minimalistische benadering is vooral gebaseerd op de essentie en functionaliteit van bezittingen.

Dit geldt ook voor haar – zoals ze het zelf noemt – ‘financiële minimalisme’. Ze probeert te leven zonder overmatige druk om veel geld te verdienen. 

Iris wil haar minimalisme niet opleggen aan haar kinderen. ‘We zijn met de babykamers heel rustig begonnen, met natuurtinten. Alleen willen kinderen op een gegeven moment ook wat kleuren,’ aldus Iris. Zo heeft haar oudste zoon Milay (14) een enorme lego- en stripboekenverzameling, wat Iris als moeder helemaal prima vindt.

Yolanda woont samen met haar 10-jarige zoon in Tiel, maar als het aan haar ligt, zou ze het liefst in een tiny house wonen. Dan zou ze heel veel willen reizen, zodat ze écht alleen de spullen heeft die ze nodig heeft. Ze vertelt dat sommige mensen haar huis ongezellig vinden. ‘Maar ik krijg geen gezelligheid van spullen,’ heeft zij als reactie daarop.

Toch heeft haar minimalisme ook een enorm fundament voor duurzaamheid, met name de duurzaamheid van spullen. ‘Ik ging vroeger ook nog wel naar de Action voor één ding, maar vervolgens sta je toch aan de kassa 40 euro aan spullen af te rekenen. Inmiddels probeer ik echt te letten op dat ik dingen bewust koop,’ vertelt Yolanda.

Voor Yolanda is Marie Kondo absoluut geen minimalisme. Ze geeft aan hoe dat vooral een organiseermethode is van alle spullen die je al hebt. ‘Daarom is zij ook zo succesvol, want mensen blijven spullen kopen. Bakjes om dingen in op te ruimen, omdat er steeds meer dingen bijkomen. Het is een soort vicieuze cirkel, maar het is geen minimalisme,’ legt Yolanda uit.

Inez lijdt aan long covid, waarvoor zij ook een behandeltraject van 2 maanden heeft gevolgd bij een astmacentrum in Zwitserland. Dit was voor haar een turning point in hoe zij haar leven – en minimalisme – wilde vormgeven. ‘Ik heb 17 kilo aan spullen meegenomen, maar uiteindelijk de helft van mijn kleren gewoon niet gedragen. Toen werd me heel duidelijk: die materie, dat mis ik gewoon totaal niet,’ legt ze uit. Wat ze wel miste, waren haar kinderen. 

Inez maakt een hele duidelijke selectie van waar ze haar tijd wel of niet in wil investeren. Dit geldt ook voor haar spullen: ‘Ik kies heel duidelijk welke spullen ik in mijn omgeving wil. Ik zie het een beetje als een liefdesrelatie; je hebt maar beperkte aandacht, je gaat ook niet dertig partners hebben, want dan ben je het zicht gewoon kwijt. Dat is met spullen ook zo.’

Dochter Rozemarijn (20) is sinds Zwitserland ook anders over spullen gaan denken: ‘Toen mama weg was, was ik hier met mijn jongere zusje. Het huishouden kwam eigenlijk op mij terecht. Toen snapte ik wat mama bedoelde met dat veel spullen hebben irritant is. Je moet álles stofzuigen en onderhouden. Dus ik vind het wel een prettige manier van hoe mama dit nu allemaal doet.’

Toch is niet iedereen in huize Van Arkel het hiermee eens. Een ander kind uit het gezin wil nog wel eens discussies voeren, zo vertelt haar zus: ‘Mama wilde op een gegeven moment de babykleertjes wegdoen, want die kunnen nog wel 20 jaar boven liggen, maar dat is voor niemand goed. Dat vond ze echt niet leuk.’ Toch heeft Inez respect voor haar keuzes: ‘Ik wil haar ook niet dwingen in mijn stijl.’

Over de auteur

Eline Donker

Mijn naam is Eline Donker (20) en ik ben derdejaars student aan de School voor de Journalistiek in Utrecht. Daarnaast werk ik bij Scholieren.com als chef en videomaker.