Kunsteducatie in het basisonderwijs: broodnodig of overbodig?

Kunsteducatie in het basisonderwijs: broodnodig of overbodig?

In het basisonderwijs zijn we allemaal bekend met de vakken rekenen, taal en bijvoorbeeld topografie. Maar hoe zit het met de kunsteducatie? Wordt het creatief denken wel genoeg gestimuleerd en er is genoeg ruimte voor de ontplooiing van het creatieve brein nu kunst zo’n groot begrip in onze maatschappij is geworden. Uit steeds meer onderzoeken en artikelen blijkt dat het basisonderwijs zich meer moet focussen op het creatief denken in plaats van de ‘’standaard’’ vakken die het nu biedt. Hoe steken die onderzoeken in elkaar, en hoe nodig is kunsteducatie nou?

De rol van onderwijs

Om te kijken of kunsteducatie hoog nodig is in het onderwijssysteem, is het goed om in kaart te brengen wat nu precies de rol van onderwijs is in onze maatschappij. Educatie is een van de basiselementen voor een goed ontwikkelde maatschappij (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2019). Als we onderwijs in Nederland kort samenvatten gaat het over het overbrengen van kennis, vaardigheden en attitude binnen een door de overheid uitgewerkte structuur door daarvoor opgeleide mensen (Peeters, vernieuwenderwijs, 2016). De kwaliteit van kinderen wordt gemeten onder de zogenoemde term ‘’leerprestaties’’. Hierbij wordt gekeken naar de cognitieve en meetbare prestaties door middel van rekenen en taal (Wolf, de, 2023).

Aanleiding

‘’Kinderen zijn meer dan alleen rekenen en taal. In het onderwijs dien je te kijken naar de  brede ontwikkeling en het welbevinden van de kinderen. Hiervoor wil je stimulerende, rijke leeromgevingen en leerklimaten vormgeven zodat het kind zich goed kan ontwikkelen.’’ (Boonekamp, 2023). Nienke Boonekamp is student Kunst en Economie aan de HKU te Utrecht en focust zich door haar afstudeerproject ‘Toveren met licht’ op de kunsteducatie in het onderwijs. 

Ook de SLO schreef onlangs het volgende: ‘’Onderwijs moet niet alleen voorbereiden op het behalen van een kwalificatie maar ook voorbereiden op deelname aan het culturele en maatschappelijke leven.’’ (Slo, 2021). SLO is het landelijk expertisecentrum en hebben daarbij hun focus op de ontwikkeling van het curriculum over het onderwijs in Nederland. 

Op het moment dat ik vraag naar de hoeveelheid kunsteducatie in het basisonderwijs is Antonina Pietrosanti van basisschool de Floris Radewijnsz stellig: ‘’Te weinig, veel en veel te weinig. Ooit hebben we een vakdocent muziek op school gehad, maar die is simpelweg wegbezuinigd.” aldus Pietrosanti. 

Huidige situatie in het onderwijs

Uit de laatste monitor Cultuureducatie Primair Onderwijs blijkt dat in 2019 slechts 22 procent van de scholen een vakleerkracht in dienst had. 41 procent huurde zelfs nooit een vakleerkracht in, en 37 procent sporadisch (Cultuurparticipatie, 2019).

Ronald Kox is Specialist Cultuureducatie bij LKCA. Zijn specialisme is curriculumontwikkeling. Hij geeft aan dat als de school een vakdocent inzet, je dan ziet dat er een scheef verschil is in waar de vakdocenten voor worden ingezet (Kox, 2020.) 

In een interview met een docent basisonderwijs geeft Betsy Zwiers het volgende aan: ‘’Voor zover ik weet hebben wij nog niet echt kunsteducatie op onze school. Vanaf de middelbare school krijg je pas dramalessen. Heel soms wordt er sporadisch een muziekles gegeven door bijvoorbeeld een vakdocent die tijdelijk in dienst is, maar dit zit niet standaard in het lesprogramma en bij scholen om ons heen is dit hetzelfde verhaal.’’ (Zwiers, persoonlijke communicatie, 2023). 

Wat doet kunsteducatie?

SLO gaf aan dat kunst de communicatiefunctie heeft. Kunst vertelt en maakt daarmee bepaalde reacties los, waarover dus vervolgens in gesprek kan worden gegaan. Hierdoor leren leerlingen een mening te ontwikkelen, maar zo ook de mening van anderen tot zich te nemen (Slo, 2021). Dat is een andere manier van denken, dan stomweg rekensommen uit je hoofd stampen. Dit wordt ook wel creatief denken genoemd. Dit wordt beschreven als een noodzakelijke vaardigheid die je moet beschikken om je te redden in deze tijd (Partnership for 21st Century Skills, 2018; Skiba, Tan, Sternberg, & Grigorenko, 2010). 

Naast de communicatiefunctie wordt kunsteducatie nog verder opgedeeld in twee categorieën die beide bijdragen aan verschillende effecten op kinderen (OECD, 2013). Allereerst de intrinsieke effecten: ‘Leerresultaten op het gebied van kunstzinnige kennis, vaardigheden en houdingen.’ en daarnaast extrinsieke effecten: ‘andere opbrengsten van het leerproces, die niet uniek zijn voor het kunstonderwijs.’ Het verschil tussen die twee en de lijn ertussen is niet altijd even helder te trekken, volgens het OECD. Het ligt meer aan de uitwerking en het effect ervan. Creativiteit kan worden gezien als vermogen om te denken, dat verstand houdt tot kunst. 

In kunsteducatie kun je creativiteit meten, en zo dus ook toetsen. Dit kan volgens de Torrance of creativity methode, die bestaat uit allerlei onderdelen met opdrachten waarbij het creatief denken aan het werk wordt gezet. ‘’De TTCT (Torrance Tests of Creative Thinking) beoordelen hoe creatief het brein van een kind werkt en worden vaak aan kinderen gegeven om geavanceerde plaatsing te bepalen of als onderdeel van een toelatingsexamen. Ze zijn heel anders dan intelligentie- en redeneertesten die uw kind mogelijk al heeft afgelegd. In plaats van traditioneel onderwezen vakken zoals lezen of rekenen, beoordelen deze tests creativiteit. Kinderen worden op een aantal aspecten gescoord’’ (Torrance test, 2023). 

Hierbij krijgen de kinderen een aantal vormen als beginpunt. Uiteindelijk moet er betekenis worden gegeven aan de vormen, door het levendig te maken in de manier waarop het kind dat zelf wil. Ze gaan uit van vier uitgangspunten: Expressie, humor, creativiteit en ontwerpen.

Waarom is kunsteducatie belangrijk?

Creativiteit is van groot belang tegenwoordig voor de toekomst van kinderen en dat uit zich op verschillende aspecten. Creativiteit helpt kinderen om op een bepaalde manier flexibel hun gedachtegang te laten gaan, maar ook hoe er met materiaal om kan worden gegaan, en hoe creatieve ideeën gestimuleerd kunnen worden (Duffy, 2006). Deze creatieve vaardigheden helpen volgens Csikszentmihalyi om moeilijke problemen in de toekomst op een creatieve manier op te kunnen lossen en het flexibele denkvermogen uit te breiden. Deze helpen om complexe, huidige en toekomstige problemen op een creatieve manier op te lossen (Csikszentmihalyi, 2013). 

Ronald Kox voegt nog toe: ‘’Het inzetten van kunst en cultuur brengt samenwerking, creativiteit en innovatie tot bloei. Het draagt bij aan de sociaal-emotionele en persoonlijke ontwikkeling van het kind en versterking van de samenleving’’ (Kox, 2022).

‘’Leerlingen in het primair onderwijs maken te weinig kennis met professionele kunstuitingen, stelt Frank van der Hulst. De aandacht en het geld gaan teveel naar andere zaken, zoals de ontwikkeling van leerlijnen, cultuureducatie. Dat moet echt anders.’’ (Van der Hulst, 2016). 

Carla Pigmans sluit zich daar volledig bij aan. ‘’Voor mij was het gebrek aan kunsteducatie in het basisonderwijs zelfs een reden om te vertrekken als leerkracht.’’ aldus Pigmans. Carla was langere tijd docent in het basisonderwijs is nu werkzaam als kindercoach bij Carla & Anja Kindercoaching.


Nieuwe ontwikkeling – Toveren met Licht

Al eerder benoemd is Nienke Boonekamp student aan de HKU te Utrecht. Voor haar afstudeerproject heeft bij het project Toveren met Licht de wereld in gebracht. In de workshop Toveren met Licht leren de kinderen over de impact van uv-licht en de lichtdoorlaatbaarheid van materialen. Dit leren zij door te werken met Cyanotype. Cyanotype was een manier om foto’s op een relatief goedkope en makkelijke manier te maken. Het was erg populair bij wetenschappers. Zij maakte foto’s van de bloemen door middel van deze techniek. De vloeistof wordt aangebracht op papier en vervolgens in een donkere ruimte gelegd. Om een afdruk te maken (de foto) wordt het papier belicht met een voorwerp er op. Dit werd vroeger gedaan met negatieven, waarmee je de uitlijning van de foto geprojecteerd kreeg op het papier. De kinderen leren te spelen met voorwerpen en zien de contrasten door wit en blauw. ‘’Welke kleur krijgt de vloeistof als het in aanraking komt met het licht, waarom zijn sommige stukken lichtblauw en wat gebeurt er als het licht niet van bovenaf er op komt?’’ 

Nienke vertelt dat door haar methode er diverse leerdoelen voor kinderen aan bod komen (Project Toveren met Licht, Boonekamp, 2023). 

Kerndoelen algemeen

  • De kinderen leren over de kracht van uv-licht en de dichtheid van materialen.
  • De kinderen leren hoe ze verschillende voorwerpen kunnen combineren om daarmee beelden en patronen te maken.
  • De kinderen leren over de geschiedenis van de fotografie.
  • De kinderen leren te experimenteren met vormen, composities en patronen.

Kerndoelen Nederlandse taal

Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.

Kunstzinnige Oriëntatie

Kerndoel 54: Beeldende Vorming – ruimtesuggestie op het vlak en Compositie Kerndoel 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.

Mening geven over het eigen product en werkproces en over dat van groepsgenoten


Kerndoel 56: De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

Toveren met Licht is onderdeel van de projectreeks De Kracht van Beeld. De conceptversie is een globaal ontwerp van hoe een project er uit zou kunnen zien. De projecten bestaan uit 6 dagen. Door de dagen heen wordt er ingespeeld op de drie fasen: ontdekken, maken en expressie. Dit project staat in teken van de kracht van beelden. De kinderen werken tijdens de project naar een expositie waarin zij hun persoonlijke ervaringen presenteren.

De vormgeving en concrete uitwerking zal gedaan worden in samenwerking met de vakdocenten, betrokken kunstenaars en de culturele partij. In dit geval is dit Fotodok, het zou ook Hoogt on Tour kunnen zijn voor filmeducatie. Met haar methode speelt Nienke dus ook direct in op het lerarentekort, want de leerlingen kunnen langs door middel van de projectenreeks.

Conclusie 

Dat kunsteducatie belangrijk is, en bijdraagt aan de ontwikkeling voor kinderen op breder gebied in het basisonderwijs staat als een paal boven water. Het is hoog nodig in die zin. 

Als we het argument ‘’Er is te weinig ruimte voor kunsteducatie in het basisonderwijs’’ daar tegenop wegen, wordt dat argument ook van de baan geveegd. Kunsteducatie hoeft niet een vak op zich te worden, als daar geen tijd voor is maar kan ook gecombineerd worden. Creativiteit hoeft niet altijd alleen voor kunstvakken gegeven te worden, of getoetst te worden zoals de meeste docenten misschien denken (Skiba et al., 2010). Je kan bijvoorbeeld ook een taalles doen, waarin de woorden geverfd moeten worden. Of een rekenles waarbij je op creatieve wijze de getallen bij elkaar moet plakken. Door breder te denken, kan de creativiteit meer ontplooid worden en hoeft de focus er niet eens direct op te liggen. Zo kan alsnog de ontwikkeling van creativiteit van leerlingen worden verbeterd. En als we ook kijken naar de methode die Nienke ontwikkeld heeft, speelt deze ook nog eens in op het lerarentekort. Een win-win situatie, hoog nodig dus. 




Over de auteur