Factcheck: Houdt het rekenexamen studenten met dyscalculie af van mbo-diploma?

Factcheck: Houdt het rekenexamen studenten met dyscalculie af van mbo-diploma?

Petra de Blok, die aangesloten is bij Onderwijsaffaire, een belangengroep die zich hard maakt voor passend onderwijs, claimt in een tweet dat alle mbo-studenten sinds kort een voldoende moeten halen voor het rekenexamen om een diploma te kunnen krijgen. Volgens haar zullen studenten met dyscalculie daardoor nooit een mbo-diploma kunnen halen, ook niet als ze voor andere vakken goede cijfers hebben.

Dat is deels onwaar, blijkt uit deze factcheck. Studenten hoeven niet per se een voldoende te halen voor het rekenexamen. Een vijf is genoeg, mits de andere kernvakken worden afgesloten met een zes of hoger. Voor sommige studenten met dyscalculie is dat haalbaar, al raakt het diploma voor het merendeel inderdaad uit het zicht.

De tweet, die is geplaatst op 9 februari, gaat gepaard met een link naar een petitie waarin wordt verzocht om een regeling te treffen voor studenten met dyscalculie die anders ‘nooit een voldoende kunnen halen voor het rekenexamen’. Deze zal worden aangeboden in de Tweede Kamer voor het mbo-debat dat gepland staat op 16 april. Caroline van der Plas, lijsttrekker van de BBB, heeft de oproep geretweet. Het bericht is op het moment van schrijven meer dan 80.000 keer verspreid en heeft dus veel mensen bereikt.

Een nieuwe rekenaanpak in het mbo

In het mbo zijn per 1 augustus 2022 nieuwe rekeneisen van kracht gegaan. De referentieniveaus die voorheen werden gehanteerd, zijn ondertussen namelijk al meer dan tien jaar oud. In het regeerakkoord van 2017 werd al afgesproken om ze tegen het licht te houden. Daarnaast wilde het mbo een eigen rekenaanpak, omdat de rekentoets in het voorgezet onderwijs in 2020 werd afgeschaft.

Deze nieuwe rekenaanpak houdt in dat mbo-studenten rekenonderwijs krijgen dat past bij hun niveau en aansluit bij hun opleiding. Ook wordt het cijfer van het rekenexamen voortaan meegewogen in de slaag-zakbeslissing, wat betekent dat het gaat meetellen voor het behalen van het diploma. Voorheen werd het resultaat alleen vermeld op de cijferlijst, maar had het geen invloed op het slagen. Het doel daarvan is dat de motivatie voor rekenen verhoogd wordt en er meer focus en aandacht naar het examenonderdeel uitgaat.

Bezorgdheid om nieuwe rekeneisen

Uit een onderzoek naar de zorgen en behoeftes van rekendocenten met betrekking tot de nieuwe rekeneisen dat in opdracht van Bureau ICE is uitgevoerd onder 166 rekendocenten, blijkt dat 75 procent van hen zich zorgen maakt over de nieuwe aanpak. Ze vrezen dat studenten die veel moeite hebben met rekenen, gaan stranden op het vak.

Echter zijn er voor studenten met een ondersteuningsvraag, zoals het geval is bij dyscalculie, in het kader van passend onderwijs manieren om ondersteuning te krijgen. Dat zegt Annemarie Groot, onderzoeker bij het Expertisecentrum beroepsonderwijs (Ecbo), die zich bezighoudt met het rekenen in het mbo. Ze zat tevens in de expertgroep die de nieuwe rekeneisen heeft uitgewerkt. ‘’Studenten met ernstige rekenproblemen of dyscalculie mogen, als de school dit toelaat, gebruikmaken van hulpmiddelen zoals een rekenmachine en rekenkaarten.’’

Daarnaast mogen studenten op niveau 2 en 3 een vijf halen voor rekenen, mits ze voor Nederlands minimaal een zes hebben gehaald. Studenten die niveau 4 doen, mogen voor rekenen ook een vijf halen, maar dan moeten ze voor zowel Nederlands als Engels minimaal een zes scoren. Het klopt dus niet dat studenten per se een voldoende moeten halen voor het rekenexamen om te kunnen slagen.

Haalbaarheid

De vraag is natuurlijk of het voor studenten met dyscalculie haalbaar is om op een vijf uit te komen. Volgens Wim Ruijssenaars, voormalig-hoogleraar orthopedagogiek gespecialiseerd in leerstoornissen, is dat een uitdaging. ‘’Als je geen last hebt van dyscalculie, weet je waarschijnlijk meteen dat zeven keer zeven negenenveertig is. Bij mensen met dyscalculie raakt dergelijke basiskennis niet geautomatiseerd. Ze lopen dus vast, zeker als er spanning is vanwege een examen.’’

Dat kan worden voorkomen door ze hulpmiddelen in handen te geven, waarmee ze die basiskennis kunnen oproepen. Op die manier wordt de beperking als het ware opgeheven. ‘’Om een verhaaltjessom te kunnen maken, moet je dingen kunnen uitrekenen, maar dat is precies het probleem. Als ze de uitkomst van zeven keer zeven hebben, kunnen ze daarmee verder.’’

Volgens Ruijssenaars is het dus te sterk om te stellen dat studenten met dyscalculie nooit hun diploma kunnen halen. ‘’Er zijn altijd mensen die erbovenuit stijgen en het toch redden.’’ Voor de grootste groep raakt het diploma echter uit het zicht. ‘’Ze hebben meestal al jaren onderwijs achter de rug dus als het na al die tijd nog niet lukt, gaat het met wat extra oefening voor het examen waarschijnlijk ook niet lukken.’’ Dyscalculie gaat namelijk nooit over. ‘’Het kan zijn dat je er een beetje verbetering in aan kunt brengen met veel training, maar op het moment dat je spanning hebt of onder druk staat, ga je weer voor de bijl.’’

Conclusie: Dat alle mbo-studenten sinds kort een voldoende moeten halen voor het rekenexamen om een diploma te kunnen krijgen, is onwaar. Het klopt ook niet dat studenten met dyscalculie nooit een mbo-diploma kunnen halen, al raakt het voor de grootste groep wel uit het zicht.

Over de auteur

Fleur Heldens

Fleur Heldens (2003), heeft haar studie Internationale Ontwikkelingsstudies verruild voor een opleiding journalistiek. Het rechtvaardigheidsgevoel is echter niet verdwenen, ze ziet het als haar taak om naar de ongehoorde stem te luisteren. Daarnaast belicht ze graag initiatieven die staan voor verbinding in een samenleving die schreeuwt om gemeenschapszin.