VERENIGD KONINKRIJK – Sinds de pandemie en begin van de oorlog in Oekraïne merken veel landen een stijging in voedsel-, energie- en huurprijzen. Zo ook het Verenigd Koninkrijk. Het land heeft op dit moment te maken met een inflatie van 6,7%. Daarnaast heeft de Brexit ervoor gezorgd dat producten importeren nu een stuk duurder is voor de Britten. Voor bijvoorbeeld een paprika, die geïmporteerd is uit Spanje, betaal je nu twee keer zoveel.
Veel artsen, leraren en treinmachinisten gaan in staking, omdat zij een grotere salarisverhoging willen. Zo zouden de lonen niet genoeg meestijgen met de inflatie en kunnen zij uiteindelijk niet alles meer bekostigen. Toch zijn er al loonsverhogingen doorgevoerd door de regering. Alleen worden verdere overheidsuitgaven, zoals het salaris van de politie en zorgmedewerkers, laag gehouden. Als de lonen nog verder zullen stijgen, zullen producten volgens de Britse overheid alleen maar duurder worden, omdat er dan meer geld in omloop komt.
Om de hoge inflatie te bestrijden heeft de Britse Centrale Bank het rentepercentage naar 5,25% verhoogd. Dit is het hoogste niveau van de rente sinds vijftien jaar. Het hoge rentepercentage zou ervoor moeten zorgen dat er minder leningen worden afgesloten en er zo ook minder geld in omloop komt. Dit lijkt ook te gaan werken. De Britse Centrale Bank heeft de laatste keer namelijk niks aan de rente veranderd, terwijl dit de 22 keren daarvoor wel gebeurde. Volgens correspondent Niels Posthumus ziet het ernaar uit dat het doel van de Centrale Bank, namelijk over een jaar de inflatie weer heel laag hebben, in zicht komt. In de radio-uitzending van 29 september vertelt Niels onder andere over wie er het meest geraakt worden in de samenleving door deze hoge inflatie, maar ook over de discussie wie er uiteindelijk gaat opdraaien voor de hoge kosten. Zijn dit juist de werknemers of werkgevers?