Afgelopen weekend was het affiche tussen PEC Zwolle en Go Ahead Eagles het paradepaardje van het weekend. De IJsselderby werd echter tweemaal opgeschrikt door grote hoeveelheden rook, die van zowel het thuis- als uitvak kwamen. De strijd met ongewenste projectielen is een langlopende zaak in het Nederlandse voetbal.

Algemeen bekend is dat vuurwerk en rookbommen niet zijn toegestaan in het voetbalstadion. Toch duikt het vaak op in het stadion, iets waar de KNVB ook mee in de maag zit. De afgelopen twintig jaar is de discussie over dit onderwerp gaande. Door AVG-regelgeving is opsporing achter zeer ingewikkeld. Bovendien kunnen supporters niet overal gefouilleerd worden. ‘’Supporters stoppen het op plekken waar niet gefouilleerd wordt, zoals bijvoorbeeld in de onderbroek. Ook kan het zo zijn dat het in de schoenzool verstopt zit’’, zegt Jan Bluyssen, manager competitiezaken betaald voetbal van de KNVB. ‘’Ook worden deze projectielen binnen het stadion gebracht door bijvoorbeeld de catering, of wordt het ’s nachts in het stadion verstopt als niemand er is. En in de winter hebben mensen dikke jassen aan, waardoor het ook makkelijker is om iets mee te nemen.’’

Alle overtredingen met vuurwerk en rookbommen worden nu afgehandeld via het strafrecht. Daarnaast krijgen mensen die over de scheef gaan een landelijk stadionverbod. Het voornaamste doel is, volgens de KNVB, om een gedragsverandering af te dwingen bij fans die vuurwerk afsteken rondom het voetbal. Zogeheten ‘first offenders’ kunnen in samenspraak met de club een positieve bijdrage leveren aan de club, om zo kans te maken op een korter stadionverbod.

Toch kunnen clubs ook bestraft worden als hun eigen fans het te bont maken. Als clubs niet kunnen aantonen dat ze genoeg hebben gedaan om te voorkomen dat supporters vuurwerk of rookbommen het stadion mee innemen, kunnen ze bestraft worden.