Utrecht Zuid

Selecteer Pagina

‘Als Islamtische Staat een aanslag pleegt, maken wij onze borst alvast nat’

‘Als Islamtische Staat een aanslag pleegt, maken wij onze borst alvast nat’

Iskender Şimşek

HOOGRAVEN – Wat doe je als je wordt geassocieerd met terrorisme? DENK-commissielid Iskender Şimşek vertelt over de huidige uitdagingen waar de moslimgemeenschap mee te maken heeft en legt het effect uit van een, door Islamitische Staat opgeëiste, aanslag.

Er vielen 144 doden en honderden mensen raakten gewond. Het bloedbad dat plaatsvond in een concertzaal in Moskou op 22 maart dit jaar, werd even later opgeëist door Centraal-Aziatische tak van Islamitische Staat (IS). Deze groepering bestaat uit jihadisten en salafisten: geradicaliseerde moslims die streven naar een volledig kalifaat. Moslims in Nederland worden vaak geassocieerd met deze groep. Zo krijgen moskeeën bedreigingen binnen en worden moslims met de nek aangekeken.

Hoe gaat het vandaag de dag met de moslimgemeenschap?
‘Je ziet dat de moslimgemeenschap met steeds meer initiatieven komt, maar ook dat we assertiever zijn. Het is ons bijvoorbeeld gelukt om de eerste islamitische begraafplaats in Utrecht te realiseren. We zijn dus echt stappen aan het maken en we doen eindelijk steeds meer mee. Toch zie je nog wel, met name in de politiek, een sterk anti- islamitisch sentiment waardoor bijvoorbeeld koran verscheuringen nog steeds plaatsvinden. Dat zijn wel uitdagingen waar we constant mee bezig moeten zijn om dat te verminderen.’

Is het hier in Utrecht-zuid fijn om als moslim op te groeien?
‘Ja, dat denk ik wel. Ik zie dat het hier meestal erg goed gaat. De moskee in Hoograven heeft bijvoorbeeld erg goede banden met de rest van de buurt. We zijn ook betrokken om bijvoorbeeld jongeren van de straat te houden. Toch moeten we wel altijd scherp zijn om die rol niet kwijt te raken. Op landelijk niveau heb je natuurlijk politici die ons graag klein willen maken. Daarom moeten we ervoor zorgen dat Utrecht-Zuid een fijne plek blijft voor iedereen. In het algemeen gaat het er in deze buurt normaal gesproken rustig aan toe.’

Was dat tien jaar geleden anders?
‘Dat is lastig om te zeggen. Tien jaar geleden zaten we natuurlijk met de opkomst van IS. Toen merkte je natuurlijk wel dat als er een fase was met veel aanslagen, met name in het westen, dat moslims daar wel last van kregen. Je krijgt op zo’n moment dan te maken met vooroordelen en stereotyperingen. Ook in de politiek merkte je toentertijd wel dat politici niet altijd het beste voor hadden met de moslims. Zij werden toen echt weggezet.’

Wat doet het met de moslimgemeenschap als IS een aanslag opeist?
‘Het doet een hoop. Je hebt dan het gevoel dat je jezelf moet verdedigen. Je hebt zelfs bijna het gevoel dat je mede verantwoordelijk bent, ondanks dat je weet dat datgene wat jij doet, niks te maken heeft met IS of met die aanslag. Voor sommigen is het ook angst. Er komen dan namelijk wel eens dreigingen binnen naar moskeeën en dat is absoluut niet fijn. En als wij dan weer worden weggezet, dan zorgt dat voor onbegrip en een gevoel van onrecht.’

Wat voor veranderingen merken jullie na zo’n aanslag?
‘Ik ziet dat er met onbegrip naar je wordt gekeken. Je wordt gelinkt aan dingen waar je totaal buiten staat. Voor een praktiserend moslim is het nog lastiger. Als ze willen bidden op werk, of een baard laten groeien, of een hoofddoek dragen, dan weten ze dat ze raar worden aangestaard. Je wordt dan letterlijk geassocieerd met, inderdaad, terrorisme. Na de aanslag in Rusland is het gelukkig wel iets minder heftig. Dat komt denk ik omdat Rusland in de ogen van de Nederlanders wellicht toch een soort vijand is. Dan wordt het opeens minder erg gevonden.’

Welke rol speelt sociale media in een tijd als deze?
‘Sociale media spelen zowel een positieve, als een negatieve rol denk ik. Aan de ene kant kan iedereen zomaar alles op sociale media gooien. Daar zitten dus allerlei angstbeelden over moslims bij die in grote getallen worden verspreidt. Dit doen niet alleen media outlets, maar ook politici. In ieder geval mensen die er belang bij hebben. Daarnaast kan het gelukkig ook een positieve rol spelen. Het zorgt ergens ook voor verbinding en je ziet dat juist moslims de mensen zijn die zich uitspreken tegen een aanslag. Het ligt er dus heel erg aan wie er achter de knoppen zit.’

Welke maatregelen neemt de moslimgemeenschap om zichzelf te beschermen tegen die stigmatisering en negatieve reacties?
‘Wat je dus ziet is dat wij ons best doen om goed contact te hebben met de buurt. Hier in Hoograven gebeurt dat, maar ook in Kanaleneiland zie je dat gebeuren. Het is nu iets meer dan vijf jaar geleden sinds de tramaanslag plaatsvond, en de moslimgemeenschap stond hand in hand met de rest van Utrecht om deze laffe daad te veroordelen en ons uit te spreken. We stonden daar ook met spandoeken waarop stond: “Utrecht buigt nooit”. Meedoen met de rest is denk ik het enige wat wij kunnen doen. Laten zien dat wij niet het probleem zijn.’

Welke boodschap zou je graag mee willen geven aan de mensen in Utrecht-Zuid?
‘We moeten elkaar echt blijven opzoeken. Blijf met elkaar in gesprek gaan. Kijk, we wonen hier samen, of we dat nou leuk vinden of niet. Met veel contact, open dialogen en saamhorigheid kom je het verst. Dat is denk ik het allerbeste.’

Over de auteur

Quinten Bol

Quinten Bol (2003) schrijft met een doel. Als beginnend journalist en student aan de School voor Journalistiek geeft hij het lokale verhaal een stem. Met zijn frisse, maar kritische blik op de samenleving vertaalt hij de lastigste onderwerpen en maakt hij het behapbaar voor het publiek.