Inclusie en diversiteit op Wereld Gehandicapten Dag: een gesprek met experts en ervaringsdeskundigen

Inclusie en diversiteit op Wereld Gehandicapten Dag: een gesprek met experts en ervaringsdeskundigen

Foto: ELEVATE

Tekst: Jochem van Velzen

LEIDSCHE RIJN – Op 3 december wordt jaarlijks Wereld Gehandicapten Dag gevierd, om aandacht te vragen voor de situatie van mensen met een beperking. Wereldwijd hebben ongeveer 1 miljard mensen een of andere vorm van handicap en vaak worden zij nog geconfronteerd met uitsluiting en discriminatie. Deze dag biedt een moment om stil te staan bij de uitdagingen waarmee mensen met een beperking worden geconfronteerd en om aandacht te vragen voor hun rechten.

De Wereld Gehandicapten Dag is door de VN bedoeld als aanmoediging om de discussie over mensenrechten en gelijke kansen voor mensen met een functiebeperking op de agenda te houden, op alle niveaus, lokaal, regionaal, nationaal en internationaal. Dit soort dagen kunnen daarom helpen om dergelijke onderwerpen op de agenda te zetten. De VN is daarin ook een belangrijke organisatie om maatschappelijke discussie aan te jagen.

Toch zijn er vandaag de dag in Nederland nog steeds ongelijkheden in rechten en kansen voor mensen met een beperking. Joost Hamelynck, communicatieadviseur bij gehandicaptenzorg Reinaerde bij Leidsche Rijn, ziet dat ook. Maar Hamelynck ziet ook oplossingen op dit gebied. Hij kaart aan dat er nog niet overal toegankelijk onderwijs is voor mensen met een beperking. “Onderwijs heeft de politiek, geld, training, betrokkenheid van docenten en ouders en voorbeelden nodig om kinderen en jongeren met achterstand in hun (verstandelijke) ontwikkeling zoveel mogelijk te laten meedoen in het ‘gewone’ onderwijs.” Afgelopen jaren is daarin echter wel een verschuiving opgetreden. Deze verschuiving gaat onder de naam ‘passend onderwijs’, maar door de personeelstekorten in het onderwijs staat dat weer onder druk.

Scholen die kinderen met een beperking lesgeeft moeten vaak rekening houden met verschillende ontwikkelingsniveaus. Dat is een uitdaging, maar Hamelynck zegt dat het vaak lastiger is voor de kinderen zelf. Dit komt omdat de kinderen vaak met een bus naar een ver gelegen speciaal onderwijsschool of kinderdagcentrum gestuurd moeten worden. Dit zorgt ervoor dat de kinderen vaak een leven krijgen in een eigen wereld en geen leven midden in hun eigen samenleving. Hamelynck vindt dat iedereen welkom is en dat het ook verrijking kan bieden voor de zogenaamde ‘normale’ kinderen als zij in contact komen met kinderen met een beperking. Dat dit niet gebeurt vindt Hamelynck zonde, “Dat is erg verdrietig, zorgt voor gescheiden werelden, er is vaak meer mogelijk aan ‘inclusie’ dan mensen denken. En het levert de klas ook plezier op.” Hamelynck geeft daarom gastlessen aan bijvoorbeeld studenten op de HU en zegt dat dit vaak een eyeopener is voor de meeste leerlingen.

Steff Hoogeboom is iemand die de afstand van de maatschappij ervaarde. Hij heeft een verstandelijke beperking en kreeg les op een speciaal onderwijs. Steff heeft moeite met lopen en daarom zijn er bij hem thuis verzachtingen geplaatst om randen van muren of punten van tafels. Wat ook opviel bij binnenkomst is dat er een traplift is geïnstalleerd zodat ook de hogere verdiepingen makkelijker toegankelijk zijn. Steff mocht vroeger op zijn basisschool meedoen met een project. Dit project had de naam Meet2Learn en het doel was om kinderen van speciaal onderwijs te mengen met kinderen van ‘gewoon’ onderwijs. Hij vertelde dat ze elke week met de andere klas allerlei leuke dingen deden van toneel tot kleiwerken maken. Steff kon zich herinneren dat hij het eerst spannend vond in verband met de reacties op zijn beperking van de andere kinderen, maar werd al snel gerustgesteld door de vriendelijkheid van de klas.

Nederland loopt wat voor op de wereld als het gaat om gehandicaptenzorg en toegankelijkheid. Nederlandse zorgorganisaties hielpen in Oekraïne voor de oorlog mee om de gehandicaptenzorg daar inclusiever te maken. Zo kon Nederland laten zien hoe het ook kan met betrekking tot gehandicaptenzorg. Hamelynck vertelt dat hij daarentegen ook veel betrokkenheid zag in Oekraïne van familie en vrienden bij de ontwikkeling en zorg van hun kind met een beperking en dat ze daar minder afhankelijk waren van zorgorganisaties. “Daar kunnen wij nog van leren.”

 

Over de auteur

Jochem van Velzen

Ik ben Jochem van Velzen, ben 21 jaar oud. Ik woon nog in Roosendaal. Ik ben nieuwsgierig en ontdek graag nieuwe dingen. Als ik later klaar ben met de studie wil ik graag iets doen in de radio of muziek wereld, maar voorlopig houd ik me nog even bezig met het afronden van de studie Journalistiek.