Zes bewonersverenigingen en wijkraden in stuurden afgelopen week een brandbrief aan het gemeentebestuur van de Bilt. De verenigingen vinden dat het gemeentebestuur het in 2019 vastgestelde participatiebeleid in de gemeente niet hanteert. Maarten Guelen is bestuurslid bij bewonersvereniging Bilthoven-Noord, een van de verenigingen die meewerkte aan de brief. Hij licht toe waarom de bewonersverenigingen de brandbrief gestuurd hebben.

Op 12 maart sturen zes bewonersverenigingen en wijkraden uit gemeente de Bilt een brandbrief aan het College van Burgemeester en Wethouders. De verenigingen luiden de noodklok, omdat het gemeentebestuur volgens hen de burgerparticipatie in de gemeente niet bevorderd conform de afspraken die hierover in 2019 zijn gemaakt. In 2019 is door het bestuur van de gemeente een participatiebeleid opgezet, waarin spelregels zijn vastgesteld voor burgerparticipatie bij belangrijke besluiten binnen de gemeente. Op 30 mei wordt in de gemeenteraad gedebatteerd over de brandbrief en burgerparticipatie in de gemeente.

Maarten Guelen is sinds vorig jaar bestuurslid bij bewonersvereniging Bilthoven-Noord, één van de verenigingen die haar naam zette onder de brandbrief. Hij legt uit waarom de verenigingen juist nu hebben gekozen om dit noodsignaal af te geven.

Bewonersvereniging Bilthoven-Noord stuurde afgelopen week samen met vijf andere bewonersverenigingen een brandbrief aan het gemeentebestuur. Wat was de aanleiding voor het sturen van deze brandbrief?
“Een belangrijke reden is de discussie rondom de spoorzone. Dat is op het moment een bedrijventerrein, wat wordt omgebouwd naar woningen. Daar hebben we op zich niks op tegen. Maar als je daar acht- of negenhonderd woning bouwt, moet dat natuurlijk verkeerskundig wel kunnen. Daar hebben wij een aantal vragen over gesteld, discussies over gehoord, en ideeën voor aangereikt. Alleen dat is in het hele participatietraject een beetje onder gesneeuwd. Dus ja, dat gaan we er allemaal uitzoeken, dat doen we allemaal later. Daar is het eigenlijk… Dat is één van de pijlers. Daarbij speelt ook nog de kwestie van de omgevingsvisie. Waar willen we met ons dorp naartoe tot en met 2040. Op kardinale punten moet er nog gewoon een veel betere visie komen. Er is een  heel participatietraject opgezet waar een miljoen aan is uitgegeven, maar bij veel besluiten stond de conclusie al van te voren vast.”

Hoe is de samenwerking tussen de bewonersvereniging tot stand gekomen en hoe is dit verlopen?
“De reden dat we met meerdere groepen samen zijn gekomen om dit signaal af te geven is zodat we sterker staan tegenover het gemeentebestuur. Als we allemaal ons eigen plan trekken en ons eigen signaal laten horen, is er een kans dat de partijen onderling tegen elkaar worden uitgespeeld. Alle verenigingen hebben natuurlijk hun eigen aandachtspunten en eigen belangen afhankelijk van de belangen van hun partij. Dat is niet erg; we hebben elkaar daarin gerespecteerd.”

Welke concrete eisen aan de gemeente worden gesteld in de brief?
“Het belangrijkste wat wij eisen is dat de gemeente de spelregels die zijn vastgesteld in het participatiebeleid handhaaft. Ook zou er een participatiecoördinator worden aangesteld. Dat is natuurlijk een hele belangrijke schakel in de communicatie met de verschillende verenigingen en om snelheid te maken bij projecten, maar het is de gemeente tot op heden nog niet gelukt om iemand te benoemen.”

Wethouder Pim van de Veerdonk van burgerparticipatie heeft gereageerd dat het college de brandbrief betreurd, maar dat zij zich niet herkennen in de verwijten. Hoe reageren jullie daar als bewonersvereniging op?
“Wij snappen heel goed dat de wethouder meteen zo reageert. Het college is natuurlijk het bestuur van de gemeente, dus wij begrijpen dat zij vanuit hun kant zo redeneren. Wij hebben een andere taak en rol dan het gemeentebestuur. Met de brandbrief belichten wij onze kant en de wethouder heeft daar natuurlijk een andere kijk op. Dus wij begrijpen die reactie. Voorlopig zijn we heel benieuwd naar de raadsvergadering van 30 mei en wat daar uit gaat komen.”