De campagne Straatintimidatie, die begin dit jaar van start is gegaan, gaat door en wordt uitgebreid met het Actieplan Straatintimidatie 2022-2026. Na de veelbesproken actie waar mannen werden nageroepen op de stadhuisbrug, gaat gemeente Utrecht nu verder met bewustwording en een gerichtere aanpak, want: ‘straatintimidatie = losergedrag’.
Het college van burgemeester en wethouders heeft het Actieplan Straatintimidatie 2022-2026 vastgesteld. Zij willen met dit plan bereiken dat het gevoel van veiligheid op straat wordt vergroot.
In gemeente Utrecht worden de helft van alle vrouwen en meiden vaak geïntimideerd op straat. In verschillende vormen worden zij, vaak door mannen, aangesproken. Zo worden zij nageroepen, nagefloten, uitgescholden, nagelopen of zelfs betast, blijkt uit gegevens van de gemeente Utrecht. De gemeente vindt dit onacceptabel. ‘Als ik door de stad loop in de avonduren word ik minimaal één keer aangesproken, en nooit fijn.’, geeft Sanne aan, een student die sinds dit jaar in de binnenstad woont.
De gemeente pakt het dit jaar anders aan dan voorgaande jaren. Hoe afgelopen jaren de focus vaak lag op de slachtoffers, denk aan het melden van straatintimidatie en het weerbaarder maken van vrouwen en meiden, richt de gemeente zich dit jaar op gedragsverandering bij daders. In deze aanpak wilde de gemeente zich vooral richten op de daders zelf. De meeste daders van straatintimidatie, geweld en grensoverschrijdend
gedrag zijn mannen. De focus ligt dus bewust op hen. “Niet alle mannen zijn dader, maar wij weten dat we alle mannen nodig hebben om dit probleem aan te pakken,” zegt Harriet Gobits, communicatieadviseur bij de gemeente Utrecht.
De komende jaren wil de gemeente de bewustwording nog verder uitbreiden. Dit willen zij doen door middel van voorlichting en bewustwordingscampagnes. Zo willen zij potentiële daders en omstanders bereiken, zodat zij zich bewust zijn van en inzien dat straatintimidatie niet acceptabel is.
Een voorbeeld van een bewustwordingscampagne is de ludieke actie langs de Stadhuisbrug dit jaar op 13 mei. Mannen die daar tussen 15.00 en 17.00 uur langsliepen, werden nageroepen via een groot digitaal scherm. Verschillende uitspraken zoals “psst, neuken?” of “zijn jullie een beetje geil?” werden richting de mannen geslingerd, met als doel dat zij ervaren hoe ongemakkelijk en soms bedreigend dit kan zijn. De mannen die werden “lastiggevallen” werden achteraf aangesproken door medewerkers van de gemeente. Zij leggen uit wat het doel is van de actie en hoe zij dit zelf hebben ervaren.
De gemeente wil ook kinderen en jongeren betrekken bij dit onderwerp. Zij willen in de toekomst rolmodellen uit de sportwereld inzetten bij campagnes op de sportclub, om zo kinderen en jongeren meer te betrekken bij dit onderwerp. Ook gaat de gemeente een module over straatintimidatie toevoegen aan het lesmateriaal van de “Vreedzame School” voor het primair onderwijs. Op die manier zullen kinderen op jongere leeftijd al bewust met dit onderwerp bezig zijn.
Vanaf deze maand is er een nieuw meldingssysteem ingezet waardoor het voor slachtoffers van straatintimidatie makkelijker wordt om hiervan melding te maken. De gemeente geeft aan dat zij met deze meldingen gerichtere maatregelen zullen nemen op locaties waar straatintimidatie relatief vaak voorkomt. Zo willen zij straatverlichting verbeteren waar nodig, eventueel de openbare ruimte anders inrichten en gerichter jongerenwerk en handhaving inzetten. De gemeente hoopt met deze maatregelen ervoor te zorgen dat vrouwen zich niet meer hoeven aan te passen, bijvoorbeeld door zich anders te kleden of ‘s avonds een andere route naar huis te nemen.
De gemeente Utrecht is blij dat de minister van Justitie en Veiligheid in haar nieuwe wetsvoorstel seksuele straatintimidatie in het openbaar strafbaar stelt. “Wij realiseren ons ook dat straatintimidatie een diepgeworteld maatschappelijk probleem is,” geeft Harriet Gobits aan. “Met het actieplan hopen wij op lange termijn de maatschappelijke norm te veranderen.” De gemeente Utrecht blijft graag in gesprek met de minister over de uitwerking van het wetsvoorstel.