Vroeger kon je alleen eten wat er op dat moment op Nederlandse bodem geproduceerd kon worden. Dit noemen we seizoensgebonden eten. Zo kun je bijvoorbeeld bloemkool het beste in de zomer eten en boerenkool in de winter. Tegenwoordig hoeven we niet meer seizoensgebonden te koken omdat er het hele jaar door genoeg groente en fruit kan worden gegeten die niet in Nederland worden gegroeid. Maar zouden we dat niet weer wat meer moeten doen?

Onze opa’s en oma’s aten voornamelijk aardappelen, groenten en vlees. Groenten en fruit waren seizoensgebonden, waardoor het bijvoorbeeld lastig kon zijn om in de zomer verse appels te vinden. Ook waren er bijvoorbeeld nog bijna geen paprika’s, broccoli’s en courgettes in de jaren ‘40 en ‘50. Alles wat men at werd op Nederlandse bodem geproduceerd. Tegenwoordig kunnen we alles kopen wat we willen op welk moment we willen. ‘Producten worden overgevlogen van plekken waar de planten wel goed groeien waardoor het veel langer duurt voordat het in de winkel ligt. In die tijd verliezen de groente, smaak en vitamines ook. Hierdoor zijn verse producten gezonder en lekkerder.’ schrijft Mens Health. 

Dus naast dat er vitamines en smaak verloren gaan door niet seizoensgebonden te eten is het ook nog eens slecht voor het milieu. Door seizoensgebonden te eten verklein je namelijk de afstand die een product nodig had om op jouw bord te eindigen. Of de uitstoot die nodig was om een product te produceren door bijvoorbeeld dure verwarmingsinstallaties. Een product wat in Nederland nog als een van de weinige dingen seizoensgebonden gegeten wordt in Nederland zijn de asperges. Beaudille is langsgegaan bij een aspergeboer om te kijken hoe dit eraan toe gaat.