Martine Kruiswijk neemt de taak als klimaatburgemeester over van Bertine Oosthoek tijdens de opening van de Week van de Circulaire Economie. De Week van de Circulaire Economie houdt in dat er bewust wordt omgegaan met grondstoffen en producten. Producten zijn te repareren, hebben een langere levensduur of kunnen functioneren als grondstoffen voor andere producten.

“Ik hoop zoveel mogelijk mensen bekend te maken met waar jij als burger impact op hebt. Daarom ook deze burgemeestersketting, waar eigenlijk de thema’s van ieders leven in hangen. Denk aan voeding, spullen, wonen en reizen.

Mijn motivatie voor het klimaatburgemeesterschap is om iedereen het inzicht te geven dat je meer kunt doen dan je denkt. Ik ben echt opgevoed vanuit huis met het bos en met de natuur. Daardoor vind ik de natuur heel waardevol. In 2000 was ik in Ecuador. Daar was toen een lekkende oliepijp. Dat vond ik heel erg. Bij thuiskomst vroeg Shell of ik voor ze kwam werken, toen dacht ik: ‘Nou, no way’. Ik ben toen bij Heineken gaan werken en ben een dieselauto gaan rijden. Het is een ingewikkeld proces en dit soort veranderingen kosten tijd.

Zelf ben ik dus al tien jaar bezig om me te verdiepen in hoe ik duurzamer kan leven. En net zo belangrijk, hoe ik dat ook in mijn werk kan meenemen. Veel doe ik nu wel op het gebied van verduurzaming, maar het voelde nog niet als genoeg. Toen Bertine ermee stopte, kreeg ik veel aanmoediging en support van mensen om me heen om me aan te melden. Door de support heb ik het aangedurfd.

Dit jaar wil ik focussen op mensen het vertrouwen te geven dat ze zelf meer kunnen bereiken dan ze denken. Vaak wordt er gedacht ‘klimaat is te groot en te moeilijk om te kunnen veranderen’, maar dat is niet zo.

Om dit te doen hebben we het hele jaar workshops en activiteiten op de planning staan. Van een workshop over de verborgen impact en daarbij het gedachtegoed tot een workshop over klimaatstress. Hiermee hoop ik mensen bij te leren dat iedereen een aandeel heeft en dat iedereen dus ook iets kan doen.

Daarnaast probeer ik zoveel mogelijk momenten te pakken om klimaatgesprekken te organiseren over verschillende thema’s. Samen met de gemeente heb ik al plannen gemaakt voor de klimaatweek in oktober.

Het is geen baan, het is vrijwilligerswerk en je vult het dus ook eigenlijk in als vrijwilligerswerk. Elke klimaatburgemeester kiest zelf onderwerpen die bij zijn of haar interesses passen. Dus de ene klimaatburgemeester, ik ken er inmiddels een aantal, zit heel erg op het thema wonen. Ze heeft een Tiny House gebouwd en nodigt daar bezoek uit om iedereen te inspireren, maar vooral om te laten zien dat het mogelijk is om zoiets te bouwen. De andere is helemaal fan van het knutselen met materialen en zit helemaal in de creatieve hoek. Voor mij is het vooral belangrijk om te zoeken hoe ik mensen in beweging krijg.

Meestal ben je één jaar klimaatburgemeester, van oktober tot oktober. Maar in oktober was ik nog niet zover. Daarom denk ik dat het anderhalf jaar wordt. Zolang ik het leuk vind en mensen blij kan maken, is het goed.”