In 2023 rapporteerde het Centrum Informatie en Documentatie Israël (Cidi) bijna 2,5 keer zoveel incidenten van Jodenhaat in vergelijking met het voorgaande jaar. Deze toename volgde op de terreuraanval van Hamas op 7 oktober en de daaropvolgende oorlog in Gaza, wat resulteerde in een ‘explosieve’ stijging van antisemitische activiteiten. Het aantal geregistreerde incidenten bereikte 379, een drastische stijging ten opzichte van de 155 incidenten in 2022. Met name na oktober was er een piek, met zo’n 230 meldingen in de laatste drie maanden van het jaar.

Van de gerapporteerde incidenten was meer dan de helft gerelateerd aan schriftelijke uitingen van Jodenhaat, zoals bedreigingen via e-mail of post. Daarnaast vond 18% van de incidenten plaats als directe confrontaties tussen slachtoffer en dader, terwijl 9% vandalisme omvatte, zoals het bekladden van Joodse gebouwen. Een zorgwekkende trend was de schrikbarende toename van antisemitisme op scholen, waar het aantal incidenten toenam van 8 in 2022 naar 40 in 2023. Deze situatie leidde ertoe dat sommige Joodse leerlingen zich zo onveilig voelden dat ze langdurig afwezig waren of zelfs van school moesten veranderen.

Hoewel het Cidi ongeveer 1550 meldingen ontving, voldeed slechts ongeveer een kwart hiervan aan de criteria voor opname in de monitor vanwege antisemitische motieven. Het Cidi pleit voor meer aandacht voor antisemitisme in het onderwijs, betere registratie van haatmisdrijven en actie van socialemediabedrijven tegen antisemitisme. Eddo Verdoner, de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding, noemde de situatie ‘beschamend’ en benadrukte de noodzaak van actie om de pakkans van daders te vergroten en kennis over Joden in de samenleving te vergroten, inclusief meer aandacht voor de Holocaust in het onderwijs.