TILBURG – Na de feestelijke viering van carnaval start op Aswoensdag de katholieke vastentijd. Gedurende veertig dagen tot aan Pasen vermijden gelovigen luxe zoals snoep en drank als een tijd van bezinning. “Deze traditie is eeuwenoud en heeft een bijzondere oorsprong”, vertelt cultuurtheoloog Frank Bosman. 

In de Rooms-Katholieke traditie zijn er twee hoogfeesten, Kerstmis en Pasen. Dit zijn de geboorte en het herrijzen van Jezus Christus. “Beide hoogfeesten hebben een voorbereidingstijd nog, het vasten is dan ook de voorbereidingstijd van Pasen”, aldus Bosman. “Door je te matigen, door bijvoorbeeld vlees te laten staan, denk je dieper na bij de betekenis van de hoogfeesten.” 

Volgens Bosman wordt vasten steeds populairder onder jongeren buiten het Katholieke geloof. Verslaggever Noa Meerwijk ging om pad om erachter te komen hoe deze traditie zich aanpast op de tijd van nu waardoor ook jongeren buiten het geloof meedoen. 

De vastentijd duurt veertig dagen en wordt daarom ook wel de veertigdagentijd genoemd. De lengte van deze tijd is niet zomaar bedacht, veertig is namelijk een belangrijk getal in het Bijbelboek Exodus in het Oude Testament. “In het Oude Testament staat beschreven dat het Israëlitische volk was ontsnapt uit de slavernij van Egypte . Hierna zouden zij veertig jaren door de Sinaïwoestijn hebben getrokken voordat zij bij het beloofde land aankwamen. De veertig dagen vasten staan dus voor de veertig jaren in de woestijn”, licht Bosman toe. 

Volgens Bosman wordt de vastentijd gezien als een soort spirituele herhaling van die veertig jaar in de woestijn. “In de vastentijd doe je rustig aan met bepaalde luxe als drank, vlees en soms zelf sociale media, in de woestijn had je deze luxe überhaupt niet. Op deze manier leer je meer aandacht te hebben voor de mensen om je heen en degene die jouw luxe niet hebben.”