Utrecht Zuid

Selecteer Pagina

Rekenachterstand in Utrecht-zuid

Rekenachterstand in Utrecht-zuid

FOTO- gemaakt door: Danny Steensma

UTRECHT-ZUID- De onderwijsinspectie maakt in een nieuw onderwijsrapport bekend dat het rekenniveau in Nederland zwaar achteruitgaat. Veel scholieren lopen grote achterstanden op bij rekenen. Bij basisschool Hoge Raven merken ze dit ook en er moet volgens hen iets aan worden gedaan. 

De rekenboekjes worden dicht geslagen en het weekend is begonnen voor leerlingen van basisschool Hoge Raven. Jasper Jansen, rekencoördinator, leraar van groep zeven, die vooraan in de klas staat is klaar met zijn schooldag. Er lijken geen problemen te zijn, maar niets is wat het lijkt. 

Probleem  

In het rapport van de onderwijsinspectie wordt bekend dat het rekenniveau erg achteruitgaat. Havo en vwo-leerlingen horen normaal gesproken een 3F niveau te behalen aan het einde van het tweede leerjaar. Nu zit er maar zeven procent van deze leerlingen op het goede rekenniveau. Dit betekent dat er dus 73 procent onder het juiste niveau zit. Bij het vmbo is het ongeveer hetzelfde, deze leerlingen moeten rond het 2F niveau zitten. Maar meer dan 75 procent zit onder dit niveau. Op vmbo- basis en kader zit zelfs 72 procent onder het 1F niveau. Er is dus een groot probleem dat er zoveel leerlingen niet op het juiste rekenniveau zitten. 

Hoe is het zo ver gekomen dat de Nederlandse scholieren zo ver achteruit zijn gegaan? Hier zijn meerdere oorzaken voor. Jansen zegt: ‘Het komt door een tekort aan basisvaardigheden, maar ook door het lerarentekort en de coronapandemie.’ Toch speelt er meer dan alleen dit. Jarise Kaskens, hogeschoolhoofddocent, onderzoeker op het gebied van rekenen en wiskunde, vertelt: ‘Goed onderwijs is de basis en daarbij is het hebben van hoge verwachtingen belangrijk, want als je een lage verwachting hebt van leerlingen, gaan ze ook lager presteren.’ Het is van belang om leerlingen niet vast in te delen op een bepaald niveau. Zo kan het te snel plaatsen van leerlingen op een 1F leerlijn kansenongelijkheid bevorderen. Scholen denken soms nog dat als leerlingen die eind groep 8 zitten een 1F niveau halen goed is. Maar er is ook een 1S niveau en dat is juist het streef niveau waar scholen naar toe moeten werken.  

Doordat de maatschappij verandert, komen er steeds meer onderwerpen op het bord van de school. Men ziet tussen de bomen het bos niet meer. Het rekenen verdwijnt naar de achtergrond en andere onderwerpen krijgen meer de aandacht. Ook krijgen scholieren door de ingewikkelde maatschappij steeds meer prikkels. Leerlingen raken hun zelfvertrouwen kwijt en daardoor krijgen ze meer moeite met rekenen. Scholen hebben ook veel methodes op het gebied van rekenen. Kaskens stelt: ‘In de praktijk sluiten die methodes niet altijd aan bij de leerlingen die in je klas zitten. Soms moet je keuzes maken voor wat echt van belang is.’ Leraren willen graag zo goed mogelijk de methode volgen en dit kan leidden tot druk op de leerkracht.  

Gevolgen 

Bij de school Hoge Raven merken ze dat leerlingen rekenen lastiger vinden. ‘Zwakke leerlingen worden alleen nog maar zwakker’, aldus leraar Jansen. Door de rekenachterstand die veel leerlingen hebben, heeft dit gevolgen voor hun schoolcarrière en maatschappelijke inzetbaarheid. Volgens Kaskens, is gecijferd zijn van belang bij het uitoefenen van je beroep. Later is het ook handig als je weet hoe je met je geld om moet gaan. ‘Je moet je staande kunnen houden in de maatschappij.’ Door een laag rekenniveau leiden niet alle wegen meer naar Rome. Sommige leerlingen kunnen bijvoorbeeld door het lage rekenniveau bepaalde studies niet doen. Nog een gevolg is dat het zelfbeeld van veel scholieren achteruitgaat. Doordat leerlingen niet goed zijn in rekenen, verdwijnt de motivatie wat impact kan hebben op hun schoolcarrière. Dit kan ertoe leiden dat leerlingen school gaan vermijden en gaan eerder spijbelen. 

Oplossingen  

Beide partijen komen met verschillende ideeën, hoe het probleem kan worden opgelost. Jansen stelt: ‘Er moet meer geld vrijgemaakt worden voor het onderwijs, zo kunnen extra mensen worden ingezet, digitale leermiddelen worden gebruikt en kan er een lesmethode komen met betere doelen.’ De rijksoverheid heeft een jaar geleden besloten om de komende twee jaar 664 miljoen uit te geven aan het onderwijs. Dat is 108 miljoen per jaar extra dan normaal gesproken. Dit geld is niet alleen bedoeld voor het rekenen, maar ook voor lezen en schrijven. 

‘Scholen moeten goede afspraken maken over het rekenonderwijs, docenten moeten als een team samenwerken’, zegt Kaskens. Professionalisering is van belang en docenten kunnen veel van elkaar leren. De ene leraar is gespecialiseerde in het ene onderwerp dan in het andere. De expertise moet goed worden verdeeld. Zo zouden juist docenten lessen kunnen geven in het onderdeel waar ze goed in zijn. Scholen zouden meer tijd vrij moeten maken, een les van vijfenveertig minuten naar zestig minuten heeft volgens Kaskens al invloed. ‘In de media wordt veel gezegd dat de basisvaardigheden moeten worden verbeterd, maar heel wat andere onderwerpen zijn ook van belang’, aldus Kaskens. 

‘Een goede lesopbouw, duidelijke uitleg, materialen en tekeningen gebruiken en heel veel oefenen, dit willen leerlingen graag zien om beter in rekenen te worden’, vertelt Kaskens die onderzoek heeft gedaan naar rekenen en wiskunde. De stof zou vaak moeten worden herhaald en toekomst gericht zijn. De leraren moeten begeleiding en meer aandacht geven aan de leerling. Als het laatste zegt Kaskens: ‘Heel belangrijk is dat scholieren meer zelfvertrouwen en plezier moeten krijgen in rekenen.’ 

Bekijk hier het video interview van verslaggever Danny Steensma: 

Over de auteur

Noor Prummel

Noor Prummel (2005) is een sociale beginnend journalist. Ze is erg geïnteresseerd in verschillende onderwerpen, bijvoorbeeld geschiedenis, de samenleving, cultuur en onderwijs. Ze staat altijd open voor een gesprek. Noor Prummel maakt nu vooral nieuws in Utrecht en dan specifiek de gemeente De Bilt en Den Dolder. Noor Prummel vindt nieuws erg belangrijk om mensen zo goed mogelijk informatie te geven over wat er allemaal gebeurt in het land. Neem graag contact met mij op voor informatie of journalistieke tips. Noor.prummel@student.hu.nl