Utrecht Zuid

Selecteer Pagina

‘We nemen onze vrijheid voor lief’

‘We nemen onze vrijheid voor lief’

Anna Hubina. Foto: Quinten Bol

LUNETTEN – De meerderheid van de Tweede Kamer heeft voor een motie gestemd om het luchtalarm te behouden. De vijfentwintig jarige Anna Hubina, die door de oorlog uit Oekraïne is gevlucht, vertelt over haar ervaringen met luchtalarmen, wat die met haar doen en wat ze ervan vindt dat ze in Nederland blijven.

‘Ik was nog ontzettend klein. Ik denk dat ik een jaar of vijf geweest zal zijn toen ik voor het eerst een luchtalarm hoorde. Ik weet nog dat ik onder de tafel dook en vroeg waar het vandaan kwam. Ondanks dat mijn ouders mij uitlegde dat het een oefening was, riep het een gevoel van paniek op. Een geluid dat je doorboort en waarvan je jezelf af gaat vragen hoe lang je nog veilig bent. Daarom legde ze mij altijd uit dat ik direct de radio moet aanzetten als er een alarm is. Daar vertellen ze je dan wat je moet doen en hoe erg het is.’

Niet langer een oefening
‘Dat het slechts een oefening was, maakte het natuurlijk wel iets minder eng. Dat veranderde toen de oefeningen omsloegen in realiteit. Toen de oorlog begon, snapte ik pas hoe belangrijk dat alarm eigenlijk is. Toch nam het mij altijd in de houdgreep. Je verstijfd, wordt bang, verkrampt. Als iemand mij vraagt hoe ik daarmee omging, geef ik geen antwoord. Simpelweg omdat ik er niet mee om kon gaan. Het overvalt je. Gelukkig woonde ik toen met mijn vriendje die mij wel gerust kon stellen.’

‘Aan het geluid ben ik nooit gewend geraakt. Ik droom er nog wel eens over. Het gaat van hoog naar laag en is bijna onmenselijk. Je weet ook nooit of je veilig bent. Elk moment kan er een raket inslaan, een bom ontploffen. Je weet het niet en dat is wat het alarm zo eng maakt. Het voorspelt gevaar, maar toch weet je niet wat er komen gaat.’

Vluchten naar Nederland
‘Toen de oorlog te gevaarlijk werd, ben ik gevlucht naar het westen. Ik ben zo dankbaar, aangezien het een onwijs vlekkeloos proces was. Eerst werd ik in Polen ontvangen en na een maaltijd en een warm bed kon ik door naar Duitsland waar mij eigenlijk hetzelfde stond op te wachten. Na mijn verblijf in Duitsland ging ik door naar Nederland. Toen ik weg ging, dacht ik dat ik maximaal een half jaar zou blijven, maar die uitspraak is inmiddels al bijna twee jaar oud.’

‘Ik was hier echt een paar dagen toen ik in Nederland voor het eerst een luchtalarm hoorde. Geloof het of niet, maar ik heb er zelfs een opname van gemaakt. Het is een heel ander geluid dan in Oekraïne, maar toch deed het wel erg veel met me. Mijn vriendje vertelde mij dat het enkel een test was en dat ik niet bang hoefde te zijn, maar het maakte me wel erg bang.’

‘Soms vergeet ik ook dat er een alarm komt en dan voel ik me zo ontzettend angstig. Dat onveilige gevoel wat ik in Oekraïne had, druppelt dan langzaam weer op mij neer. Het eerste waar ik ook aan moet denken is dat hier hetzelfde gebeurt als bij mij thuis in Charkov. Explosies, doden, ingestorte gebouwen en verderf. Ik heb de oorlog niet erg lang meegemaakt, maar lang genoeg om het voor me te kunnen zien.’

Het alarm blijft
‘Ondanks alles ben ik het er volledig mee eens dat het luchtalarm blijft. We moeten wel blijven kijken of alles werkt als er daadwerkelijk iets aan de hand is. De frequentie van het testen vind ik misschien wel iets te veel. Ze kunnen het alarm ook een keer per kwartaal testen. Ik denk dat dat de mensen ook nog meer raakt omdat ze er zo ook niet aan gewend kunnen raken.’

‘Ik snap wel heel erg goed dat er mensen zijn die het alarm echt niet fijn vinden. Ik kan me voorstellen dat als je nog meer oorlog hebt gezien als ik, je doodsbang bent. Mijn moeder is daar een heel goed voorbeeld van. Zij bleef langer in Oekraïne dan ik en ze vindt het luchtalarm hier in Nederland echt vreselijk. Ze kwam hierheen om zich veilig te voelen, en dat lukt haar op deze manier niet.’

Alternatieven
‘Buiten het verlagen van de frequentie van de testen, denk ik dat er nog meer gangbare opties zijn om de effecten van het alarm wat te verzachten voor mensen. In Oekraïne gebruiken ze altijd een push-melding op de telefoon. Dat wilden ze hier in Nederland ook gaan doen, maar ik ben het er niet mee eens dat het een vervanging moet zijn. Het is de combinatie van beide. Ik denk dat het ook wel fijn is om van te voren een melding te krijgen dat ze het luchtalarm gaan testen. Een kwartier van te voren even een korte melding zoals: ‘Hey, pas op, er komt zo een alarm.’’

‘Een laatste alternatief is het accepteren van de situatie. Wat mij wel erg veel pijn doet, is dat Nederlanders hun vrijheid voor lief nemen. Ik deed dat ook, en ben nu aan de andere kant van Europa. Veel van mijn dierbare plekjes zijn platgebombardeerd. We moeten genieten van onze vrijheid, absoluut, maar laten we dan maar door middel van dit luchtalarm onszelf constant herinneren aan de andere kant van het verhaal. De vreselijke en bloederige kant van oorlog. Dat willen we hier niet toch?

Over de auteur

Quinten Bol

Quinten Bol (2003) schrijft met een doel. Als beginnend journalist en student aan de School voor Journalistiek geeft hij het lokale verhaal een stem. Met zijn frisse, maar kritische blik op de samenleving vertaalt hij de lastigste onderwerpen en maakt hij het behapbaar voor het publiek.