Uit recente cijfers van het CBS over het jaar 2023, is gebleken dat het percentage jeugdige verdachten in Zeist nog steeds hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. Waar landelijk het percentage jeugdige verdachten t.o.v. het totaal aantal verdachten al jaren rond de tien procent ligt, schommelt dit percentage in Zeist tussen de zestien en eenentwintig procent. In Zeist wordt er veel aandacht besteed aan jeugdige verdachten in de hoop om de cijfers terug te brengen.
Zeist heeft nog steeds relatief veel jeugdige verdachten, blijkt uit recent gepubliceerde cijfers van het CBS. Sinds het jaar 2019 heeft Zeist veel meer minderjarige verdachten dan landelijk gemiddeld, zo ook in 2023 blijkt uit dit onderzoek. In dat jaar waren 17,8% van de verdachten in Zeist tussen de 12 en 18 jaar, waar dit landelijk op 11,2% uitkwam. Ondanks de lichte daling vergeleken met 2022 in Zeist, is dit aantal nog steeds een stuk hoger dan in de rest van het land.
Niet per se slecht
De gemeente Zeist geeft aan dat het hogere percentage jeugdige verdachte in Zeist niet per se negatief hoeft te zijn. “Voor ons laat dat ook zien dat deze verdachten in beeld zijn. Pas wanneer deze jeugdigen bij ons in beeld zijn, kan er gereageerd worden.” Maar wel altijd met hetzelfde doel wordt er benadrukt. “Wij handelen altijd met het doel om jongeren uit de criminaliteit te houden of een uitweg te bieden. Alles is gericht op het bieden van een goede toekomst.”
Om ervoor te kunnen zorgen dat jongeren in Zeist niet al op jonge leeftijd in het criminele circuit belanden, zijn er verschillende maatregelen genomen. Zo is er continu een dialoog gaande tussen een aantal betrokken partijen, dat samen het ‘wijkteam’ wordt genoemd. Dit team bestaat uit de gemeente, sociale partners, de woningbouwcorporatie en de politie. Daarnaast is er ook direct contact tussen scholen en de gemeente. Hierbij gaat het vooral om bewustwording voor de jongeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan preventielessen. Daarnaast is het vroegtijdig signaleren van jongeren die hulp nodig hebben ook een belangrijke factor.
Zorgen
De cijfers van het CBS baren meerdere partijen toch zorgen. Kirsten Faust, een wijkagente die vooral gespecialiseerd is in jongeren: “Wij merken het ook echt in de praktijk. Jongeren zijn tegenwoordig op veel jongere leeftijd betrokken bij misdrijven en dat is een hele slechte zaak. Wanneer jongeren al vroeg in het criminele circuit terechtkomen, op welke manier dan ook, kan dit schadelijk zijn voor het verdere levensverloop van deze persoon.” Dit bevestigt ook het Centrum voor Jeugd en gezin (CJG), een organisatie die gericht is op preventieve jeugdzorg in Zeist. “Wij merken dat wij steeds vaker in contact komen met jonge mensen, omdat zij weten dat uit de criminaliteit blijven minder complicaties heeft dan om uiteindelijk weer uit de criminaliteit te komen.”
Niet alleen het aantal jongeren, maar ook de misdrijven waar jongeren bij betrokken zijn, is volgens Faust verontrustend te noemen. “De afgelopen jaren is het aantal ernstige misdrijven door jongeren zichtbaar toegenomen. Onder andere het bezit en gebruik van wapens en het plegen van diefstal, zijn vergrijpen waar jongeren tegenwoordig vaak van verdacht worden.” Dat laatste blijkt ook uit de cijfers van het CBS: In 2023 waren 75% van de jeugdige verdachten in Zeist mogelijk betrokken bij vermogensmisdrijven: hieronder vallen bijvoorbeeld diefstal en inbraak.
Effectiviteit
Of de cijfers in Zeist zullen gaan teruglopen door de maatregelen die er zijn getroffen, is lastig te voorspellen. “Het is lastig om op dit moment te bepalen of de dingen die wij doen echt helpen om de cijfers te reduceren. Dat is eigenlijk pas echt mogelijk om te bepalen op de lange termijn. Op dit moment is het vooral zaak dat wij jongeren vroeg in beeld krijgen en hier ook gerichte hulp aan kunnen bieden”, aldus Faust. De gemeente is echter iets positiever gestemd. “Wij staan in nauw contact met de jongeren op straat via een jongerennetwerk. Waar er hulp nodig is, bieden wij die ook. Die samenwerking met het wijkteam en het jongerennetwerk, is effectief volgens ons. Dit heeft hopelijk ook invloed op de cijfers.”
