Zeist

Selecteer Pagina

“Ik denk dat we met elkaar moeten kijken wat wel en niet haalbaar is”

“Ik denk dat we met elkaar moeten kijken wat wel en niet haalbaar is”

Marcel Fluitman. Bron: CDA Zeist

Zeist – Sinds het sluiten van de verzorgingstehuizen zijn ouderen geneigd om te kiezen tussen een zorginstelling of kleiner te gaan wonen in de gemeente Zeist. Deze verhuizingen zijn onder andere duur en baart de ouderen van Zeist zorgen. Marcel Fluitman, ex-wethouder en huidig fractieleider van het CDA in de gemeente Zeist, vertelt in het onderstaande interview wat hij vind van het eventuele heropenen van de verzorgingstehuizen en wat de gemeente doet aan de problemen van ouderen.

Pleit het CDA Zeist voor het heropenen van de verzorgingstehuizen?

De verzorgingstehuizen vroeger waren in mijn ogen een taak van de verzorgingsstaat. Dat was een beetje een ‘rare’ opvolging nadat de periode daarvoor ouders ‘gewoon’ in huis werden genomen door de kinderen. Dat verdween. Toen kwamen de verzorgingstehuizen, vervolgens zijn die weer weggesaneerd en zijn we erop uitgekomen dat we alleen nog maar verpleeghuizen hebben. Ik denk dat dat een verkeerde beweging is geweest, maar ik denk ook dat het verkeerd is dat iemand van zestig a zeventig al naar een bejaardentehuis gaat. Ik denk dat we in een samenleving moeten leven waar je ervoor elkaar bent en waarvan ik dus ook vind dat kinderen voor hun ouders moeten klaar staan als de ouders ouder worden. Je hebt ook mensen die geen kinderen hebben of waar het lastig ligt en dan denk ik dat het goed is dat er weer een voorziening komt. Verpleeghuizen zijn tegenwoordig veel gevuld met mensen die of last hebben van dementie of heel slecht in hun gezondheid zijn en dat maakt het steeds lastig om daar een goede woonvorm voor te vinden, want dan is het alleen nog maar verplegen. Ik denk dat dus het heel goed is dat we kijken naar een soort tussenvoorziening waarin mensen weer, om maar simpel te zeggen, hun ‘oude dag’ kunnen slijten terwijl ze nog heel vitaal zijn en nog dingen zelfstandig kunnen doen. Zonder dat ze nog in een grote eengezinswoning wonen en juist kleiner en in groepsverband kunnen gaan wonen.

Veel ouderen in Zeist maken zich zorgen om kleiner te gaan wonen, omdat dit bijvoorbeeld erg duur is. Hoe kan de gemeente deze ouderen ondersteunen?

Het is niet de rol van de gemeente om verzorgingstehuizen te creëren. Ik denk wel dat de rol van de gemeente is om te kijken hoe kunnen we dat zo goed mogelijk faciliteren en ondersteunen. We moeten kijken hoe we de doorstroming kunnen bevorderen. Als deze mensen willen gaan verhuizen naar een appartement, dan komen ze in de hoge prijsklasse terecht en dat is vaak niet te betalen. We moeten heel goed kijken met woningbouwcorporaties of deze mensen hun huur mee kunnen nemen naar een kleinere woning. Totdat ze vertrekken en er weer een andere huur van gemaakt kan worden, waardoor deze mensen in een ‘wat’ duurdere woning wonen, maar minder huur betalen. Alleen schijnt dit model heel lastig ingevoerd te kunnen worden.

Wat doet de gemeente Zeist er nu aan om de doorstroming te bevorderen?

Nogmaals is het ‘bijna’ niet te doen om als rol van de gemeente je op dat pad te begeven. Dat ligt echt bij de woningbouwcorporaties en verhuurders. 

In de gemeente Zeist heb je de 75 plus huisbezoeken, hierbij gaan vrijwilligers naar de ouderen toe, maar wat doet de gemeente Zeist aan de mobiliteit van ouderen zelf?

Wij faciliteren bijvoorbeeld de belbus. Deze bussen zijn in beheer van de welzijnsorganisaties, door de verstrekking van de subsidie die wij doen. Voor een redelijk laag tarief worden ouderen gebracht en gehaald van en naar huis.

In 2020 ontstond er een initiatief voor het plaatsen van meer bankjes voor ouderen, alleen is dit al bijna vier jaar lang afgekapt, hoe kijkt u daar tegenaan?

Ik denk dat we met elkaar moeten kijken wat wel en niet haalbaar is. Er zijn of geen middelen of er moet gewacht worden op de aanpassing van de straat. Ik denk dat het allerbelangrijkste is dat we in gesprek blijven met elkaar, zodat we ook aan verwachtingsmanagement doen. Dat houdt in dat we zeggen dat het plaatsen van bankjes kan, maar om die en die rede komen die pas dan en dan. Iedereen weet dan waar die aan toe is. Daar kunnen we nog iets van leren als gemeente en veel beter die communicatie neerzetten. Het is ook wel lastig om ‘altijd’ naar de gemeente te wijzen. Het is ook een beetje naar elkaar omzien en kijken of je iemand ergens mee kan helpen. Je kunt het niet alleen maar neerleggen bij een gemeente, we moeten het samen doen als samenleving.

Over de auteur

Hidde Jonker

Mijn naam is Hidde Jonker. Als kersverse journalistiek student van de Hogeschool Utrecht, kan ik niet wachten om mij te ontwikkelen als journalist.