Zeist

Selecteer Pagina

Lezing van professor Chan Choenni en ‘Geschiedenis van Suriname in Zeist’

Lezing van professor Chan Choenni en ‘Geschiedenis van Suriname in Zeist’

Zeist — In een kleine maar volle zaal in ‘Kooetshuys’ zit ongeveer 25 mensen stil te luisteren naar de lezing van professor Chan Choenni, die momenteel een boek over de geschiedenis van Afro-Surinamers aan schrijven is.

Professor Chan Choenni staat heel animeert te praten uit zijn eigen ervaringen over de sociale cultuur die zich bevindt in Suriname. Hij gebruikt het stereotype “Zwarte mensen zijn lui’’ om een verhaal te vertellen over zijn neven, die als buschauffeurs Afro-Surinamers naar werk brachten. ’’Mijn neven brachten ‘s nachts Afro-Surinamers in een Road Master naar Paramaribo om te werken, dus die zagen hoeveel die mensen echt moesten werken.’’ In dit geval zegt professor Chan Choenni dat dit stereotype niet klopt en hij laat het publiek lachen, ‘’Alleen was de besteding van het geld niet goed. Er werd veel gefeest.’’

In het kort gaat het boek over zes fases uit de geschiedenis van Afro-Surinamers van 1863 tot en met 1963 vertelt professor Chan Choenni. Over de laatste fases uit het boek vertelt professor Chan Choenni, ‘’Hindoestanen vestigen zich meer in Paramaribo en mensen krijgen ook in die tijd algemene kiesrechten. Politieke ontwikkeling ontstond, waar de Hindoestanen en Afro-Surinamers een pact gingen vormen tegen de lichte kleur elite, er ontstaat solidariteit. Door deze politieke ontwikkeling is geen etnische polarisatie ontstaan’’ In 1963 zijn veel Afro-Surinamers in ambtenaren geworden, dat mocht voorheen niet, vertelt professor Chan Choenni. ‘’Sociaaleconomisch waren ze sterk, dus de andere beroepen werden overgenomen door Hindoestanen en Javanen.’’ Belangrijk punt hier is dat de geschiedenis van de bevolkingsgroepen in Suriname niet hetzelfde is geweest.

‘’Het doel van deze tentoonstelling is vooral geweest om te laten zien dat het divers was. Dat er niet rechtlijnig was, maar dat er veel aspecten zijn en perspectieven van die tijd,’’ zegt Nico Van Wageningen, de conservator en vrijwilliger van ‘Het Hernhutter Huis’. Nico van Wageningen vertelt dat Zeist een historische band met Suriname heeft, ‘’We hebben een sterke band met Suriname en die is ook historisch, daarom hebben we dit jaar in de herdenking van de afschaffing van slavernij veel aandacht besteed aan Suriname.’’

De Evangelische Broedergemeente (EBG) is de grootste kerk in Suriname.‘’We hebben gekeken hoe deze kerk zich gehouden heeft in de slavernij’’, zegt Nico van Wageningen. ‘’De EBG is hier een kleine protestantse kerk. Terwijl in Suriname, waar ik vandaan kom, de grootste protestantse kerk is.’’ Nico Van Wageningen vertelt dat de kerk veel meedeed aan het onderwijs en de gezondheid in Suriname. De professor besteedt zijn laatste twee minuten van zijn lezing aan de EBG.  De professor Chan Choenni zegt dat ze een heel belangrijke rol gespeeld hebben in de opvoeding en onderwijs, maar omdat ze zo streng waren konden ze niet alle mensen binnenkrijgen, ‘’Veel Afro-Surinamers bleven koesteren. Er bleef een dualiteit bestaan.’’ Op het eind zegt professor Chan Choenni om goed na te denken over de EBG, omdat de christelijke kerk slavernij goedgekeurd heeft. ‘‘Internalisatie van racistische ideeën was zo sterk geweest dat die de positie heeft bepaald van deze mensen.’’ Ondanks al het slechte, blijft de professor optimistisch over de toekomst. ‘’Het is niet de bedoeling dat je zegt ik ben een slachtoffer geweest en dat je gaat koesteren in de slachtofferrol, maar juist om te zeggen dat mijn voorouders in geleden mishandelt zijn en dat is juist de reden dat we vooruit komen.”

Professor Chanderse(Chan) Choenni is in 1995 gepromoveerd tot sociale onderzoeker en historicus na het onderzoek die hij deed over dienstplicht in de krijgsmacht. Hij heeft boeken en artikels over Hindostaanse geschiedenis geschreven. In het interview vertelt hij waarom het belangrijk is over de slavernij te praten, ‘’Zo veel vertellen wat het gebeurd is en wat voor invloed de geschiedenis gehad heeft op de mensen zelf en hun karaktervorming. Zodat de men kan leren en begrijpen waarom de groepen die het nu slecht hebben, het slecht hebben.’’ Professor Chan Choenni zegt dat Nederland goed bezig is met de geschiedenis van slavernij, maar niet zonder kritiek ‘’Nederlands doet heleboel dingen tegen slavernij en heeft z’n excuses geboden, maar ik vind dat Nederland een slaven museum moet openen in Suriname. Waarom moet je alleen in Nederland een museum hebben? Mensen van Suriname moeten ook zien hoe wreed de slavernij was en wat ze gedaan hebben.’’

Het tentoonstelling ‘Suriname na 1873’ is tot begin 2024 in ‘Het Hernhutter Huis’ te zien.

Over de auteur